Jean Rondeau unieke ‘artist in residence’ Festival Oude Muziek Utrecht
Festival Oude Muziek: Louis Couperin, oeuvres complètes I – 7. Jean Rondeau, klavecimbel en orgel. Gehoord: part 1, 3 september, Lutherse Kerk, Utrecht.
Door Wenneke Savenije
Prélude non mesuré
Luisteren naar klavecimbelspeler Jean Rondeau is een mystieke aangelegenheid. Niet dat er ook maar iets zweverigs aan deze buitengewoon getalenteerde Franse musicus kleeft, die ‘artist in residence’ is van het Festival Oude Muziek Utrecht en deze week op vier avondconcerten in de Lutherse Kerk en drie ochtendconcerten in de Tuindorpkerk en Hertz de ca. 200 stukken speelt die Louis Couperin (ca. 1626-1661) voor klavier heeft gecomponeerd (waarvan ca. 130 voor klavecimbel en ca. 70 voor orgel). Rondeau loopt in casual outfit de half verduisterde Lutherse Kerk in alsof hij net een wandeling op het platteland heeft gemaakt, doet uiterlijk noch innerlijk aan sterallures, gaat zitten achter zijn fraai versierde rood met zwarte klavecimbel, eist zonder woorden concentratie op, buigt zijn hoofd richting toetsen, keert zich volledig naar binnen totdat het om hem heen doodstil is geworden en ontlokt met zijn vlak boven de toetsen zwevende handen de eerste improvisatorische basnoten van Couperins Prélude non mesuré uit de Suite in D aan zijn klavecimbel.
Er doemt een mysterieus openingsdeel op zonder maatstrepen of duidelijke ritmische waarden, genoteerd in hele noten, waarmee de klavecinist in een vrij tempo de toonsoorten verkent, de akkoorden betekenisvol laat uitwaaieren in golven en zuchten en de stemming schetst, alsof het stuk (en wat nog gaat volgen) ter plekke ontstaat. Onmiddellijk laat Rondeau je beseffen: hier klinkt geen ‘gewone’ musicus die virtuoos op zijn instrument speelt, hier bespelen Rondeau en zijn klavecimbel samen een energie van een hogere orde, door Hazrat Inayat Khan (1882-1927) omschreven als ‘Muziek is de stem van God. Zij opent de ziel om te spreken met wat geen woorden kent.’ Acht eeuwen voor hem had de muzikale mystica Hildegard von Bingen (1098-1179) al begrepen: ‘Muziek is de adem van de geest, die ons herinnert aan het hemelse waaruit we zijn voortgekomen.’ Van de dichter Rumi (1207-1273) is de uitspraak: ‘We zijn geboren uit muziek. Het lichaam is de harp, de ziel de snaar, en de wereld is het lied.’ En Rabindranath Tagore (1861-1941) zei: ‘Muziek vult het oneindige tussen twee zielen.’
Oneindige gradaties van begrip
De jonggestorven klavecinist en organist Louis Couperin was als componist een groot vakman, die de gestileerde dansen waaruit zijn suites zijn opgebouwd doordrenkte van grillige emoties. Elegante versieringen in stijl van zijn leermeester Chambonnières en dramatische harmonieën, met veel dissonanten, chromatiek en modulaties, bepalen zijn idioom, waaraan hij een Italiaans aandoende expressie verleende. Zijn muziek is wonderlijk, diepzinnig, melancholiek en visionair. Couperin was een vernieuwer met een dichterlijke geest. Zijn originele ‘ongemeten preludes’, waarin hij ruimte bood aan vrije improvisatie, worden door musicologen omschreven als ‘de meest raadselachtige en poëtische notatie van de 17e eeuw.’Van Couperin zijn uitspraken bekend als: ‘Muziek is de kunst die ons de schaduw laat zien en de glans van de ziel toont, zonder een enkel woord,’ en ‘Ik heb altijd meer waarde gehecht aan wat het hart raakt, dan aan wat slechts de oren verblindt.’ Ook voor Rondeau – die dankzij de radio op zijn vijfde verliefd raakte op de klank van het klavecimbel – is muziek geen alledaagse materie maar een ‘bezielde en bezielende taal’, waarin je het onzegbare kunt aanduiden en waarmee je steeds dieper kan doordringen in de geheimen van het bestaan.
Rondeau: ‘Ik geloof dat er oneindige gradaties van begrip bestaan. Om een muzikale tekst echt te doorgronden, moet men eerst accepteren dat kennis en analyse gelaagd zijn. Men kan ervoor kiezen zich te specialiseren in één component – bijvoorbeeld een diepgaande harmonische analyse van een werk maken. Maar ik geloof dat het juist door de veelheid van ingeslagen wegen is dat een breder, duurzamer begrip van de muzikale tekst wordt bereikt. Sommige werken zijn voor mij centraal geweest in zo’n proces van diepe betrokkenheid – de Goldbergvariaties van Bach, bijvoorbeeld, of het oeuvre van Louis Couperin. In het geval van de Goldbergvariaties kan ik dit zeggen: hoe dieper men in de partituur duikt, hoe meer men denkt antwoorden te hebben gevonden, des te meer nieuwe vragen en mysteries opdoemen. Dus misschien is begrip van een werk bovenal het omarmen van een niet-lineair mysterie.’
Invloed en openheid
Maar iemand moet je de taal van de muziek wel aanreiken om er als het ware een ‘native speaker’ van te worden. In het geval van Rondeau, die niet alleeen klavecimbel speelt maar ook musiceert, componeert, improviseert en incidenteel doceert, was dat zijn lerares Blandine Verlet: ‘Ik had het grote geluk leraren te hebben die van muziek hielden en die wisten hoe ze die liefde met mij konden delen en de liefde die ik al bezat konden voeden. Ik noem Blandine Verlet, mijn docente, voor wie ik als kind vaak de bladzijden omsloeg tijdens recitals. Haar onderricht was heel belangrijk voor mij, omdat ze in staat was om die liefde te horen. Liefde is waarschijnlijk iets fragiels dat je moet weten te koesteren en te verwennen!’… ‘Ik denk dat invloed een kwestie van pedagogiek is. Ik word “beïnvloed” door veel dingen: artiesten, musici, mensen, maar ook elementen uit de natuur.’
‘Misschien kan ik zeggen dat ik door al die mensen en dingen beïnvloed ben doordat ze mij iets leerden. Op die manier kunnen we door alles om ons heen beïnvloed worden. We kunnen van alles leren. Dat is wat ik probeer te doen: proberen de openheid in mezelf te openen. Alles draait om leren. Eerlijk zijn. Meer luisteren, en dieper luisteren. Stilte scheppen’…’ Zonder stilte zou er waarschijnlijk geen muziek zijn… en misschien zonder muziek ook geen stilte. We spelen muziek, zo wordt gezegd. We spelen mét stilte.’ Bij dat alles ziet Rondeau het publiek als onontbeerlijk voor het beleven van een gezamenlijk ritueel: ‘Het publiek is een constitutief element van het nu dat muziek oproept. Het maakt dat ik, terwijl ik speel, ook luisteraar ben.’
Zo werd zijn eerste Couperin-concert in de Lutherse Kerk een soort rituele eredienst, waarin hij het publiek uitnodigde om samen met hem en zijn ‘partner in crime’, het klavecimbel, te luisteren, liefhebben en het universele mysterie van het leven te omarmen. Spontaan, direct, intens, mannelijk, vrouwelijk, gepassioneerd en uitnodigend tot contemplatie.
Uitsluitend de muzikale tekst
Alleen al door zijn wilde haardos heeft Rondeau iets van een popster, die zich laat leiden door drugs, seks en rock & roll. Maar in werkelijkheid leerde hij van zijn lerares juist te focussen op het enige dat werkelijk belangrijk voor hem was: ‘Blandine Verlet had de opmerkelijke gave om elke leerling individueel te horen… Onze natuurlijke aanpak bestond erin rechtstreeks – en uitsluitend – met de muzikale tekst bezig te zijn.’ Zo ontwikkelde hij zich tot de hypervirtuoze, onconventionele, ontwapenende, directe, emotioneel communicerende, soms ruige en dan weer hypergevoelige musicus die hij is geworden. Rondeau laat het klavecimbel zingen, ronken, spreken, smeken, verleiden en grommen. Hij verbindt op geniale wijze alles met alles, sober en eenvoudig, zonder te willen imponeren.
Maar uiteindelijk getuigen zijn uitvoeringen van een diepe muzikale ernst. Hij dwingt respect en stilte af, waardoor wat er opklinkt gaat stralen en glanzen. Soms verzinkt hij helemaal in zijn instrument, met diep gebogen hoofd en handen die zo dicht boven het toetsenbord zweven dat ze een verlengstuk van de toetsen lijken. Dan weer leunt hij achterover, alsof de muziek van boven tot hem komt, zodat hij met zijn uitzonderlijke spel tijden en dimensies lijkt te doorkruisen. Zijn concentratie is zo oprecht en volkomen, dat je als luisteraar mee naar binnen wordt gezogen. Luisteren naar Rondeau’s buitengewoon intense, expressieve en briljante vertolkingen van de muziek van Louis Couperin is een ‘once in a lifetime ervaring’, dus ga erheen!
Wenneke Savenije
Info:
https://oudemuziek.nl/festival/air-jean-rondeau
Luisteren naar La Marche des Scythes van Joseph-Nicolas-Pancrace Royer door Jean Rondeau: