Joodse Muziekschatten uit Amsterdam
Gehoord: 1 maart 2025, Zuiderkerk Amsterdam.
Door Suus Blanke
Joods Amsterdam
Wie herinnert zich nog componisten als Dick Kattenburg, Theo Smit Sibinga, of Hans Lachman? Het zijn allemaal joodse componisten verbonden aan Amsterdam. In het kader van Amsterdam 750 jaar had celliste Pamela Smits zorgvuldig een concertprogramma samengesteld met muziek van joodse componisten verbonden aan de hoofdstad. Het werd een lang concert met een gevarieerd programma van korte en wat langere muziekwerken.
Alle te spelen werken werden ingeleid door niemand minder dan oud waarnemend burgermeester van Amsterdam Lodewijk Asscher, zelf van joodse afkomst van vaders kant. Zijn overgrootvader was één van de twee bestuursleden van de Joodseraad. De broer van zijn moeder was dirigent Hans Vonk (1942-2004). Het was fantastisch dat juist Assher zijn medewerking heeft verleend aan dit concert met het jodendom, de muziek en Amsterdam in zijn aderen.
Hans Lachman (1906-1990)
Met kleine letters was aangekondigd dat dit programma ook geschikt was voor kinderen.
Dat was zeker het geval wat betreft de Artis Suite van Hans Lachman. Helaas heb ik slechts één kind kunnen waarnemen in de overigens goed gevulde kerk. Wat leuk om eens een tegenhanger van de niet kapot te spelen Carnaval des Animaux te programmeren. Hans Lachman heeft er met zijn Artis Suite op zijn eigen wijze iets unieks van gemaakt, dat zeker voor herhaling vatbaar is. De in Berlijn geboren Lachman (als Heinz Lachmann) studeerde wis- en natuurkunde bij o.a. Albert Einstein, terwijl hij zijn studiegeld verdiende als trombonist en was o.a. lid van de eerste jazzband in Berlijn. Na zijn vlucht naar Amsterdam werd hij trombonist in de Tuschinski bioscoop o.l.v. Max Tak. Hij overleefde WOII door in Noord-Limbrg onder te duiken en in de periode daarna bewoog hij zich in samenwerking met zowel het Concertgebouworkest als de omroeporkesten tussen de klassieke- en lichte muziek.
Dat was te horen in zijn Artis Suite, waarin hij ook gebruikmaakte van zijn liefde voor blaasinstrumenten begeleid door de piano. De kamelen werden voorgesteld met een rollende toonladderinzet op het toetsinstrument die werd overgenomen door de blazers als gestaag wandelende kamelen. De klarinet, hoorn en fagot zaten als klagende roofdieren achter de tralies die werden verbeeld door een spannende pianopartij. Lachman wisselde de instrumenten behendig met elkaar af door de Gazellen elegant over de vleugel te laten rennen, begeleidt door de blazers, terwijl de hobo en de fluit natuurlijk de hoofdrol speelden in de Volière. Voor de fagottist was een rol weggelegd als Reuzenschildpad en Olifant, terwijl alle blazers de brilslang zich liet oprichten, werd deze bezworen door de hobo. Het wezeltje rende over de piano en tot slot traden alle musici op in een vrolijke slotmars van de Pinguïns. Voor de liefhebbers is onderaan dit artikel een oude opname te horen uit de Radio Muziekschatten van de omroep.
Theo Smit Sibinga (1899-1958)
Met de muziek van de voor mij onbekende Smit Sibinga kwamen we in een heel ander muzikaal hoofdstuk terecht. Zijn Allegro Moderato voor viool, altviool en cello was door en door geworteld in de romantiek. De cello zette een tragische solo in, die werd opgevolgd door de altviool en tot slot de viool. Door de mooi gespeelde canonische vorm leek J.S. Bach ook mee te kijken. De reden voor deze voor die tijd wat ouderwetse muziek, is misschien dat Theo Smit Sibenga een groot gedeelte van zijn leven in Nederlands Indië heeft doorgebracht. Zijn carriëre als cellist kwam daar teneinde door een handblessure en gevangenschap door de Japanners. Na de bevrijding kreeg Smit Sibinga zijn geliefde cello terug. Helaas was het instrument door de bezetters vernield. Smit Sibinga heeft zijn geliefde cello laten repareren en haar altijd bij zich gehouden terwijl hij zijn loopbaan als uitvoerend musicus had omgezet in het schrijven van muziek.
Rosy Wertheim (1888-1949)
Lanceloet was een kwartet met de fluit als eerste stem, prachtig gespeeld door Eleonore Pameijer. Zij is diegene die al jaren onderzoek heeft gedaan naar Joodse componisten van de vorige eeuw zoals de Amsterdamse Rosy Wertheim. Het Wertheimpark, waar de jaarlijkse herdenking plaatsvindt, is naar Rosy’s grootvader A.C Wertheim vernoemd. Rosy zelf was ook niet de minste, want in 1940 ging haar Pianoconcert in Den Haag in première bij het Residentie Orkest o.l.v. Willem van Otterloo, die ze naast haar werk als docent, koordirigente en kolumschrijfster had gecomponeerd. Wertheim heeft zowel in Wenen als Parijs gestudeerd en dat laatste was te horen. Er klonk in het drie delige Lanceloet voor fluit,,viool, altviool en cello een mengeling aan invloeden van lijnen van Debussy en een kleuring van Ravel, waarbij de instrumentalisten afwisselend met z’n drieën of vieren speelden.
Shura Lipovsky
De enig nog levende componiste deze avond was Shura Lipovsky die aan de piano (uit het hoofd) werd begeleid door Kimball Huigens. De in Nederland geboren Lipovsky (haar roots liggen in de Oekraïne) dacht dat het Jiddisch een niet meer levende taal was, zoals het Latijn. Maar op 22 jarige leeftijd ontdekte zij dat dat niet klopte, zodat zij naast haar zangstudie ook deze taal leerde, waarin ze tijdens dit concert drie liederen zong. Zo klonk Shem zikh der malekh (De engel schaamt zich), Di goldene pave kert um ( De gouden pauw keert om) en Der Iker (Het vraagstuk). Het was heerlijke goed gespeelde en gezongen muziek, waarbij niet de Phoenix maar de Pauw uit de as verrees en het enige antwoord op Het vraagstuk De Liefde is: De essentie van het hier en nu.
Dick Kattenburg (1919-1944)
Slechts 25 jaar werd Dick Kattenburg door de Holocaust. Hij groeide op in het Gooi, studeerde in Antwerpen en was o.a. leerling van Leo Smit. Kattenburg liet ongeveer 30 composities na. Die zijn bewaard gebleven door een bevriende fluitiste die de oorlog wel overleefde en deze in 2000 aan Eleonore Pameijer heeft geschonken. Het bleek een schat aan muziek die het Leo Smit Ensemble heeft uitgevoerd en opgenomen. Kattenburg schreef Joodse en Palestijnse liederen, die hij om zijn muziek te beschermen, Roemeense liederen noemde. De Roemeense melodie voor viool, cello en piano klonk vrolijk, met vreemde interrupties voor de piano en een stevig slot.
Henriëtte Bosmans (18950-1952)
De naam van Henriëtte Bosmans is in onze tijd nog het meest bekend gebleven. Haar Nuit Calme (1926) voor cello en piano werd prachtig als een warme romantische nacht uitgevoerd door Pamela Smits en Tobias Bosboom. De compositorische kwaliteitten van Bosmans werd in haar tijd genoemd als vergelijkbaar met de franse Lili Boulanger. Er werd een verzoek gedaan om haar naam te plaatsen op één van de cartouches in het Concertgebouw. Te vergeefs: Het werd afgewezen……..
Marius Flothuis (1914-2001)
Eleonora Pameijer speelde een aubade aan Marius Flothuis, de musicoloog, muziekcriticus, bibliothecaris bij Donemus, componist, artistiek leider van het Concertgebouworkest én verzetsheld die een jaar na zijn overlijden in 2002 de Yad Vashem onderscheiding ontving. Flothuis schreef Aubade (1944) voor fluitsolo in Kamp Vught als verjaardagsgeschenk voor zijn vriend de fluitist Everhard van Royen. De zeer ervaren Pameijer speelde Aubade verstild en doorleefd.
Lex van Delden (1910-1988)
Een geboren en getogen (joodse) Amsterdammer was Alexander Zwaap, die na WOII zijn onderduiknaam Lex van Delden aannam. Ondanks zijn muzikale talenten ging Alexander voor de oorlog medicijnen studeren. Helaas vervloog tijdens WOII zijn droom neuro-chirurg te worden doordat een exploderende cabidlamp in zijn schuilplaats het zicht in zijn linkeroog ontnam. Hij verloor al zijn naasten tijdens de oorlog en stapte direkt na de bevrijding met o.a. hulp van mensen die hij uit het verzet kende, het culturele leven binnen, met vele onderscheidingen als gevolg.
Het Introduzione e Danza (Judith) (1950) begon met een fluitsolo, waarop de klarinet, viool, altviool en cello antwoorden in een feeëriek idioom, totdat de piano inzette waarin het dansende gestamp van de Sacre du Printemps te herkennien was. De contrasten en dialogen wisselden elkaar af tot een stevig slot. Het was sowieso fijn een concert bij te wonen waar niet alleen de strijkers maar ook blazers een hoofdrol speelden. Het is zo jammer dat blazers met hun diversiteit aan prachtige klankkleuren nauwelijks nog in de kamermuziek worden geprogrammeerd.
Leo Smit (1900-1943)
De Leo Smit Stichting is vernoemd naar de Amsterdamse componist Leo Smit die de holocaust niet overleefde. De stichting heeft de afgelopen jaren bijzonder goed werk verricht door te speuren naar composities van Joodse componisten. Door hun muziek uit te geven, uit te voeren en opnames te maken worden deze mensen weer een beetje uit de vergetelheid gehaald. Leo Smit heeft zelf zijn partituren ten tijde van WOII weggegeven, omdat hij aanvoelde komen dat hij de oorlog niet zou gaan overleven toen hij gedwongen werd naar de Transvaalbuurt in Amsterdam te verhuizen. Deze zijn nu ondergebracht bij de Leo Smit Stichting, naast vele andere werken.
Zijn Sextet voor blazers en piano (1932) was het meest complexe werk, van het concert. Er liepen veel gekleurde lijnen door elkaar waardoor in de ontmoeting spannende dissonanten ontstonden. Pianist Tobias Borsboom moest zich op de late avond nog door een pittige pianopartij heen slaan, waar hij zich moedig aan wijdde. Een goede opmaat voor het volgende concert van Vriendenconcerten waarin Borsboom als solist en met medewerking van celliste Pamela Smits heel diverse muziek van Amsterdamse componistenin in de Waalse kerk ten gehore zal brengen!
Persoonlijk vond ik het jammer dat deze licht aanvoelende avond, die een zwaar thema droeg, met deze compositie van Leo Smit werd afgesloten. Daardoor werd opeens het verdriet van Joods Amsterdam voelbaar in de Zuiderkerk. Gelukkig kwam er, ondanks het late tijdstip, een toegift met alle musici waarin Shura Lipovsky een lied zonder woorden zong, volgens de joodse traditie. Zij nodigde het publiek uit mee te zingen, zodat de avond toch met een vrolijke noot eindigde.
Joodse Muziekschatten
Het concert was mede mogelijk gemaakt door de Leo Smit Stichting, het Cultuurfonds en het Nederlands Muziek Instituut. De meeste muziek was speciaal voor dit concert ingestudeerd door Joanna Wronko (viool), (altviool), Pamela Smits (cello), en Kimball Huigens (piano), Eleonora Pameijer (fluit / piccolo), Miriam Pastor Burgos (hobo / althobo), Arjan Woudenberg (klarinet), José Borgos (hoorn), Remko Edelaar (fagot) en Shura Lipovsky (zang). Zelfs voor de doorgewinterde bladomslaanster Renee ter Braake, die soms last had van van de vleugel wegglijdende kopieën uit de archieven, was het meeste repertoire onbekend. Ook waren een aantal nazaten van de componisten naar de Zuiderkerk gekomen. Kennelijk zag iedereen het belang van de uitvoering van deze muziek. En dat met alsnog veel te weinig financiële middelen……….. HULDE!
Suus Blanke.
Info:
Website Vrienden Concerten:
https://www.vriendenconcerten.nl/nl/
Website Leo Smit Stichting:
https://leosmitfoundation.org/
Artis Suite van Hans Lachman
https://www.youtube.com/watch?v=uRcFzs7Evtw
Shura Lipovsky zingt Di goldene pave kert um
https://www.youtube.com/watch?v=ZKdFNgn-FK4