Pianist Misha Fomin mist soms verfijning in Beethoven en Chopin

Misha Fomin, piano. Werken van Beethoven en Chopin. Gehoord: Concertgebouw, Amsterdam, 16 november 2025
Door Willem Boone
Weerbarstige Beethoven
Sforzati geven de muziek van Beethoven vaak geniale en onverwachte accenten. In zijn sonate nr 17 in d opus 31/2 ‘De storm’ schrijft hij deze direct in het eerste deel voor, daar klinken meermaals felle accenten. Bij pianist Misha Fomin knalden ze eruit en dat gaf zijn Beethoven-interpretatie een wat grimmige uitstraling. Hij deed daarmee recht aan de weerbarstige kant van deze componist, maar zijn interpretatie miste aan de andere kant verfijning. Dat was vooral hoorbaar in het pianissimo; in het Adagio klonk dit wat kaal. Daarnaast had het beroemde recitatief waarmee het Largo opent mysterieuzer kunnen klinken, hier was zijn toon al direct vrij luid. Ik had vooral in het pianissimo, piano en mezzoforte meer nuances willen horen. Zijn tempi voor het Adagio en het Allegretto waren mooi, zeker in het laatste deel dat een lang perpetuum mobile is. Bij de Sonate nr 31 in as opus 110 was het tempo van het eerste deel, Moderato cantabile molto espressivo, goed gekozen, maar ook hier viel op dat de topnoten er vaak hard uitkwamen. Vooral het ‘cantabile’ en ‘espressivo’ hoorde ik niet in zijn toonvorming terug. Het tweede deel (naar men zegt een van de moeilijkste delen in technisch opzicht), Allegro molto, kwam er niet helemaal vlekkeloos uit. Het langzame deel, Adagio ma non troppo, ontroerde niet echt. Dit is een van de meest ontroerende bladzijden die Beethoven ooit geschreven heeft, de pianist Stephen Kovacevich zei hierover ooit dat je hier muziek hoort van een man die wist dat hij ging sterven. Het gevoel van iemand die de dood voorvoelt of van iemand die als het ware stamelt, hoorde ik niet terug in deze uitvoering. De afsluitende Fuga was indrukwekkend, maar soms te hardhandig. Gelukkig versnelde Fomin niet in de laatste bladzijden (wat veel collega’s van hem doen, maar wat niet in de partituur voorgeschreven staat), maar zijn linkerhand klonk niet helder en hij realiseerde niet helemaal de geweldige spanningsboog die de componist in slechts een paar bladzijden opbouwt.

Chopins Etudes
De Etudes van Chopin zijn – zoals de programmatoelichting stelde – gevreesd om hun moeilijkheidsgraad en klinken daarom maar zelden in concertzalen. Er past dus veel bewondering voor pianisten die een of twee van de complete reeksen live uitvoeren. Ik vond het jammer dat Fomin de oorspronkelijk aangekondigde Etudes opus 25 had vervangen door de Etudes opus 10. Deze zijn ten minste even geniaal, maar ik had heel graag gehoord hoe hij de laatste drie etudes van opus 25 gespeeld had. Toevallig hoorde ik opus 10 een aantal jaar geleden ook in de Kleine Zaal, tijdens een zomerconcert van de jonge pianist Yuncham Lim. De opname hiervan is nog steeds te beluisteren op YouTube (https://www.youtube.com/watch?v=LlA-y4m3Qhw&t=397s). Deze jonge, geniale pianist had kort daarvoor het Van Cliburn Concours gewonnen en imponeerde met zijn interpretatie, die niet alleen vurig en technisch indrukwekkend, maar ook zeer persoonlijk was. Dat laatste zat hem vooral in de wijze waarop hij tussenstemmen die je bij veel anderen niet hoort liet uitkomen. Het deed denken aan oude meesters als Cherkassky, die ook een heel eigen visie op deze stukken hadden. Bij de uitvoering van Fomin dwaalden mijn gedachten onbewust af naar het concert van Lim.

Respect
De dynamiek was bij de Russisiche pianist in nr 1 anders dan bij zijn jonge collega: minder hemelbestormend, maar in een constant tempo gespeeld. Ook de beruchte nr 2 klonk vloeiend en Fomin liet hier op zijn beurt in de linkerhand harmonieën horen die vaak onderbelicht blijven. Nr 3 (die ten onrechte ‘Tristesse’ genoemd wordt, een titel die niet van Chopin afkomstig is!) klonk in een vrij vlot tempo. Hier bleek net als bij Beethoven dat Fomin niet de meest verfijnde pianist is. In nr 4 was een bepaalde stijfheid hoorbaar in het soms hortende tempo, maar het publiek barstte in applaus uit, net als na nr 5, waarvoor de pianist tussendoor twee keer opstond. Nr 6 begon poëtisch, maar hij liet net als bij Beethoven soms noten eruit knallen. Bij nr 8 klonk zijn spel wederom enigszins stijf, het was jammer dat deze etude niet meer ‘leggiero’ gespeeld werd. De afsluitende Revolutie-etude (een naam die evenmin van Chopin afkomstig is) miste helderheid in de linkerhand en had nog dramatischer kunnen klinken. Ondanks bovengenoemde opmerkingen past er groot respect voor het feit dat iemand deze moeilijke stukken live durft te spelen. Het ovationele applaus werd beloond met twee etudes uit opus 25: nr 1 werd in een mooi tempo gespeeld, waarbij de muziek stroomde. Nr 2 klonk daarentegen nogal gehaast. Het zou interessant zijn om nog eens de uitvoering van het complete opus 25 te horen!
Willem Boone

Info: