Terugblik op het Festival Oude Muziek 2025
Part I:
Tijdens het laatste weekend werd er muziek uitgevoerd over de Tijd, die ook werd verbeeld in zandkunst
A Nocte Temporis o.l.v. Reinoud van Mechelen met medewerking van Natalia Moro, zandkunstenares. Muziek van Georg Philipp Telemann en Jean-Philippe Rameau. Olga Pashchenko, fortepiano met medewerking van Jed Wentz, stem. Das Jahr van Fanny Hensel. Gehoord in TivioliVredenburg op 6 september 2025 i.s.m. Festival Oude Muziek.
Door Suus Blanke
De Morgen, de Middag, de Avond, de Nacht
De gehele laatste zaterdag van het Festival Oude Muziek (FOM) was de grote zaal in Vredenburg afgehuurd om Die Tageszeiten van de Duitse componist Georg Philipp Telemann (1681-1767) te laten horen en zien, terwijl dit nauwelijks een uur muziek is. Telemann schreef deze muziek op 76-jarige leeftijd, toen hij al vijfendertig jaar actief was als kapelmeester in Hamburg. De vierdelige cantate cyclus, of oratorium, beleefde zijn première in deze stad op 20 oktober 1757 o.l.v. de componist zelf, in het jaar waarin W.A. Mozart zijn eerste stapjes zette. Telemann heeft altijd op de invloeden van zijn tijd gereageerd en daardoor is de muziek van de beginnende klassieke periode soms terug te horen in de barokke Die Tageszeiten, waarin elk deel van de dag een andere bezetting met het stijkorkest als basis heeft. FOM had ervoor gekozen elk deel min of meer op de juiste tijd van de dag te laten klinken, dus De Morgen om 9.30 uur, De Middag om 12.15 uur, De Avond om 18.45 uur en De Nacht om 22.00 uur, wat een geweldige puzzel voor de organisatie moet zijn geweest, want je kon rond deze concertjes ook alle andere concerten op deze dag bezoeken. Omdat elk deel van de dag ongeveer een kwartier muziek was, werd het kwartier erna gevuld met muziek van de Franse tijdgenoot van Telemann, Jean-Philippe Rameau (1683-1764). Uit zijn opera’s waren deeltjes gekozen die over de mens en natuur gingen zoals scènes over de slaap en de zon, die als een mooie aanvulling naadloos de muziek van Telemann overnamen.
Zand als vluchtige (museum)kunst
Deze concertjes verspreid over de dag waren niet de enige reden waarom de grote zaal in Vredenburg de rest van de dag niet kon worden gebruikt, want de uit de Oekraïne afkomstige, maar in Duitsland woonachtige zandkunstenares Natalia Moro, illustreerde de gespeelde muziek met haar zandkunst. Daarvoor hing een groot scherm als een schilderij boven het ensemble A Nocte Temporis in de zaal en terwijl Moro haar zandkunst op een glazenplaat in een grote lichtbak in het zand tekende, stippelde, blies, strooide met zand of het verspreidde het met een kwastje, terwijl haar werk direct voor het oog van het publiek op het grote scherm werd geprojecteerd. Als eerste creëerde Moro het geopende doek voor het podium met aan de rechterkant het portret van G. Ph. Telemann. Tot mijn grote schrik veegde ze opeens het hoofd van de componist weer weg (terwijl zijn muziek werd gespeeld) om vervolgens een engel op een bazuin te creëeren, die ons in De Morgen allemaal wakker blies, muzikaal begeleid door een trompet, een rol die in mijn herinnering op twee piccolo’s werd gespeeld, maar misschien was ikzelf nog niet helemaal wakker deze op deze vroege zaterdagochtend……
Daarna ontstond een rondedans voor de opkomende zon, die werd bezongen in de muziek van Rameau. Opeens begreep ik dit fantastische concept in het kader van Museumkunst, het thema van FOM. Want je kunt de partituur van de geschreven muziek als museumkunst zien, maar de muzikale uitvoering daarvan misschien niet. De notatie van muziek ligt vast in een partituur en deze zal per definitie altijd anders worden uitgevoerd, door verschillende musici op verschillende plaatsen op een bepaald moment in de tijd, zoals dit keer verspreid over de dag. Uitgevoerde muziek is een vluchtige kunst, die je samen met musici en publiek kunt beleven en daarna onmiddelijk weer is verdwenen. Schilderijen zijn te vergelijken met partituren die je in de wereld kunt verplaatsen en op veschillende wijze kunt tentoonstellen, steeds in een andere context. Maar zandkunst is net als muziek ook van het moment, vluchtig, en dan verdwijnt het weer. Ik vond het een prachtige vondst van FOM dit concert op deze manier te programmeren, in het kader van het vraagstuk of muziek Museumkunst is. En al het publiek dat het heeft laten afweten, moet enorme spijt hebben deze geillustreerde vier concertjes door de tijd van de dag te hebben gemist, al zijn deze alsnog op EMTV terug te kijken, wat ik u zeker zal aanraden.
Sinds mensenheugenis
Het enige nadeel van dit concept was dat de beeldende zandkunst enorm afleidde van de gespeelde livemuziek, omdat de zandkunst zo ontzettend fascineerde. Wanneer er een beetje flauwe barokmuziek, of een opera was geillustreerd, hadden de als stripverhaal of filmisch gecreëerde beelden iets toegevoegd aan de muziek, maar dat was in het geval van de klanken van Telemann en Rameau helemaal niet nodig. Het voelde of het uit België afkomstige ensemble A Nocte Temporis (depuis la nuit de temps/ sinds mensenheugenis) er een beetje voor spek en bonen bij stond en zat. Dirigent en tenor (met een prachtige stem) Reinoud van Mechelen, die in vele grote barokopera’s heeft gezongen, nam stevig de leiding over het door hemzelf opgerichte ensemble, maar zong ook zelf graag een nootje mee. Daatoe draaide hij zich om en dan bleek onmiddelijk dat zijn ensembleleden hem mistten, waardoor er soms ritmisch onzekere ongelijkheden en wat valse inzetten ontstonden. Behalve in De Avond, waarin op het grote doek de zon goudgeel onderging en voor tenor van Mechelen een grote rol was weggelegd, waar de ensemble leden kennelijk op waren ingesteld. De bas Damien Pass liet in De Ochtend de zon in Adortion du Soleil van Rameau met een prachtig diepe stem opkomen, maar is kennelijk geen nachtmens, want in De Nacht kwam zijn stem wat minder uit de verf. Voor mij detoneerde de stem van sopraan Anne Sophie Petit in alle vier de concerten, met soms slechte intonaties en schelle klank, terwijl zij juist in De Nacht soms beter met het ensemble en de andere zangers mengde. Naast haar klonk mezzosopraan Emilie Renard, die met een prachtige fluwelen donkere kleur in haar stem, muzikaal gezien wat minder indruk achterliet. Zij zongen, behalve de deeltjes uit de opera’s van Rameau, in Die Tageszeiten op een tekst van Friedrich Wilhelm Zacharä, waarin de schoonheid van de natuur wordt beschreven, die Telemann steeds op andere wijze en door middel van andere instrumentatie heeft verklankt, net zoals de natuur (van kleur) verandert in de tijd van de dag en door de stand van de zon.
Augustus, Fanny Mendelssohn
De maanden van het jaar op fortepiano
Tussen De Middag en De Avond van Telemann vonden uiteraard nog veel meer concerten tijdens FOM plaats en één daarvan was het monumentale werk Das Jahr, geschreven door Fanny Hensel (1804-1847) en gespeeld op fortepiano door Olga Pashchenko, een musicus die elk jaar weer terugkeert op het Festival en daar in 2016 Artist in residence was. Das Jahr is geschreven door de vier jaar oudere zus van Felix Mendelssohn (1809-1847) en was de enige muziek geschreven door een vrouw die (zover ik weet) werd uitgevoerd tijdens het gehele (!) FOM. Fanny Mendelssohn was in 1829 getrouwd met de schilder Wilhelm Hensel, die haar steunde door een aantal van haar composities te laten uitgeven. Als dank schreef Fanny voor haar man als kerstgeschenk Das Jahr: een pianocyclus met als thema de maanden van het jaar die Hensel door elke maand een sfeer mee te geven associatief heeft verklankt, zonder vogelgezang en herfststormen, maar toch kon je in de maand juli het onweer na een warme zomerdag horen aankomen in de bassen van het klavier. Zoals Natalia Moro Die Tagezeiten met zand schilderde, zo heeft Wilhelm Hensel later Das Jahr van zijn vrouw geïllustreerd door elke maand op een ander pastelkleurig papier de inhoud van de muziek weer te geven in zogenaamde vignetten. In 1986 werd een muziekbron van Das Jahr door de Duitse Uitgeverij Furore teruggevonden en nadat zij hun uitgave in 1989 hadden voltooid, werd het handschrift met de tekeningen van Wilhelm Hensel ondekt, met een iets andere muzikale inhoud. Dit handschrift is aangekocht door het Mendelssoh-Archiv van de Staatsbibliotheek Berlijn – Preussischer Kulturbesitz en deze heeft uitgeverij Furore naast hun eerste uitgave gelegd. Zo werd op 20 november 1997, 150 jaar na de dood van Fanny Hensel, in de buurt van haar woonhuis in Berlijn opnieuw Das Jahr in première gebracht, met als doel deze teruggevonden muziek verder te verspreiden. Uitgeverij Furore heeft zowel een nieuwe herziene versie van Das Jahr uitgegeven, als een facsimile uitgave van het handschrift, (zie voor verdere details onder Info) en zo heeft FOM weer op andere wijze Museumkunst aan de muziek gekoppeld.
De stem als verbinding in Das Jahr
Voor haar vertolking van Das Jahr had Olga Pashchenko de artistiek adviseur van FOM Jed Wentz uitgenodigd, met wie zij in meerdere projekten samenwerkt. Wentz sprak voor iedere maand een korte tekst van twee of drie zinnen uit op declamtische wijze, waarbij ik niet heb begrepen waar de teksten vandaan kwamen. Thuis vond ik korte teksten in de muziekuitgave van Das Jahr, die elk de sfeer van elke maand inleiden, maar helaas staat er niet bij vermeld wie de teksten heeft geschreven, Ik vermoed dat Jed Wentz deze Duitse teksten naar het Nederlands heeft vertaald en sprak deze duidelijk, melodieus en verbindend uit, zodat de uitvoering van Das Jahr één groot monument werd. De muziek van Fanny Hensel klonk verwant aan die van haar broer Felix Mendelssohn, en sommige mensen delen met mij de gedachte dat de muziek van Fanny Hensel zelfs beter is dan die van haar veel beroemdere broer.
De Mattheus Passion als Museumkunst
Dat broer en zus een enorme verwantschap hadden was o.a. in de maand december te horen, die afsloot met het kerstkoraal Vom Himmel hoch, da komm ich her. Als Naspel op de maand december volgde de openingsmaat uit de Matthäus-Passion (1727) van J.S. Bach, het monumentale werk dat Felix Mendelssohn op 20-jarige leeftijd in 1829 als eerste na de dood van de grote componist heeft afgestoft, bewerkt en gedirigeerd. Dat is een mijlpaal in de muziekgeschiedenis, omdat Bach opnieuw op de kaart werd gezet en voor het eerst een honderd jaar oud werk van de plank werd gehaald en uitgevoerd. Het repertoire dat tijdens FOM klinkt is nooit voor een museum of collectie geschreven, maar bedoeld als eenmalige uitvoering voor het actuele moment. Misschien heeft Fanny Hensel dit korte werkje als ode aan haar broer bedoeld, want op die éne bladzijde parafraseert ze vrijelijk tijdens het naspel van Das Jahr op het openingsakkoord van de Matthäus-Passion en dat klonk door de muzikale stijl als los zand aan de cyclus vastgeplakt.
Twee keer de maand juni
De muzikale uitvoering van Pashchenko was meesterlijk, helder en muzikaal op een fortepiano uit de collectie van Edwin Beunk, wat leidde tot een ovationeel applaus in een tot de laatste stoel bezette Cloud Nine. Hierop wilde Pashchenko een toegift geven door nogmaals het deel Juni te spelen, maar dan de versie uit de eerste uitgave, die totaal anders is. Opvallend genoeg heeft Hensel allebei de versies van de maand juni de aanduiding Serenade meegegeven, waaruit Pashchenko concludeerde dat Fanny Hensel waarschijnlijk heel erg van deze maand heeft gehouden. Ondertussen was het zoontje van de pianiste het podium opgeklommen en ging naast Pashchenko op de pianokruk zitten en hield haar handen zo stijf vast dat ze niet meer kon beginnen met pianospelen. Waarschijnlijk vond hij dat Das Jahr lang genoeg had geduurd en wilde zijn moeder niet meer loslaten totdat hij door zijn vader werd opgehaald. Pianiste Pashchenko excuseerde zich, maar wij als publiek vonden dit het meest hartverwarmende toegift ooit!
Suus Blanke
Info:
Website A Nocte Temporis:
https://www.anoctetemporis.org/nl
Website Natalia Moro
Korte opname met de zandkunst van Natalia Moro:
https://www.youtube.com/watch?v=SrZ4M2TIDsY
Korte opname Die Tageszeiten door Natalia Moro
https://www.youtube.com/shorts/4pxBc_ZmQT4
Kijk Die Tageszeiten terug via EMTV:
Website Olga Paschenko:
Website uitgeverij Furore waarop zowel de moderne uitgave als de Facsimile van Das Jahr te vinden zijn.
Deze kunt u (ook) bestellen bij Broekmans en van Poppel.
https://furore-verlag.de/en/start/
Een opname van Das Jahr op een fortepiano
https://www.youtube.com/watch?v=hCy1CDrUtes
Een opname van das Jahr op een vleugel:
https://www.youtube.com/watch?v=MxlMuaO5hng
Een cd-opname van Das Jahr op Piano Classics:
https://www.piano-classics.com/articles/f/fanny-mendelssohn-das-jahr/
Part II:
Het Festival Oude Muziek sluit af met opera Dido and Aeneas als muzikaal monument
Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre. Purcell: Dido and Aeneas. Gehoord: Grote zaal Vredenburg te Utrecht op 7 september 2025 i.s.m. Het Festival Oude Muziek.
Door Suus Blanke
Het afscheid
Voor aanvang van het slotconcert klonk er een uitbundig en daverend applaus voor de directeur van het Festival Oude Muziek (FOM) Xavier Vandamme. Hij is de hoofdverantwoordelijke figuur die samenwerkt met een vaste kern mensen door het jaar heen, en daarnaast rond het festival meerdere medewerkers aan te trekken, waarvan ik het meest illustre team tijdens het FOM de stemmers vind, die steeds tussen locaties moeten fietsen om klavecimbels, orgels, virginalen en soms fortepiano’s te stemmen onder zeer hoge druk. Verder is FOM afhankelijk van vele vrijwilligers die door de stad Utrecht fietsen of rennen en vaak veel fysiek werk moeten verrichten door steeds stoelen en banken te tillen en verschuiven, podia te regelen, de oude muziekmarkt te helpen opbouwen en afbreken en soms door spannende situaties op de concertlocaties op te vangen. Er zijn mensen die speciaal heen en weer rijden om musici van de trein of het vliegtuig op te halen/ of weg te brengen en dan zomaar een beroemdheid uit de oude muziekwereld naast zich op de bank hebben zitten. Het is heel leuk vrijwilligerswerk, waardoor een vaste kern mensen jaarlijks terugkeert om na tien dagen Festival moe maar voldaan een week lang bij te moeten komen. Al deze mensen dankte Vandamme uitbundig tijdens de laatste avond van het FOM. Daarbij vergat hij niet (heel diplomatiek) het publiek te danken, dat tijdens dit Festival met 15% is gegroeid, want zonder publiek zou het FOM niet bestaan. Eén van de nieuwe concepten tijdens het festival van 2025 was de eerder besproken Concert Camper, die volgens Vandamme tijdens het Festival maar liefst 9000 luisteraars zou hebben getrokken, waarbij ik mij afvroeg welke vrijwilligers deze mensen hadden geteld.
Het laatste Museumstuk
Het laatste woord tijdens het FOM was voor het Franse ensemble Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre. Deze Fransman heeft klassiek gitaar gestudeerd en zich daarna gespecialiseerd in de luit en theorbespel, om daarmee vervolgens in vele grote barokensembles mee te werken. In 1998 richtte hij zijn Le Poème Harmonique op, waarvan hij de leider en dirigent is om steeds voor een nieuw project rond hem andere musici aan te trekken, wat hij met veel succes doet. Vincent Dumestre is een graag geziene gast op Festival Oude Muziek en heeft in 2014 de opera Dido and Aeneas van Purcell vastgelegd op DVD, waarbij hij ook samenwerkt met mime en circusartiesten. Als slotconcert van het FOM 2025 Musemkunst (?) sloot Le Poème Harmonique monumentaal af met een strak, vlot en fris gespeelde concertante uitvoering van Dido and Aeneas. In het festivalboek schreef het ensemble dat ze hoopten dat zij het publiek de kans konden bieden Dido and Aeneas opnieuw te ontdekken: ´niet als stoffig museumstuk, maar als springlevende opera die barst van emotie, magie en muzikale rijkdom.’
Griekse mythologie
Het verhaal komt uit de Griekse mythologie, waaruit het FOM tijdens deze editie van het festival putte door vier Griekse verhalen die door verschillende componisten op muziek zijn gezet als opera over het voetlicht te brengen. Het verhaal van Dido and Aeneas handelt over de Carthaagse koningin Dido, die verliefd wordt op de Trojaanse held Aeneas. Hun liefde is wederzijds, maar duistere krachten in de vorm van heksen en geesten misleiden Aeneas met een valse Goddelijke boodschap die Aeneas ertoe aanzet Dido te verlaten. Haar wanhoop mondt uit in de beroemde slotaria ‘When I am laid in earth’, waarna zij sterft van verdriet. De Engelse componist Henry Purcell (1659-1695) heeft het verhaal, door Nahu Tate op libretto gezet en van muziek voorzien die deels verloren is gegaan, wat muzikale leiders de mogelijkheid geeft vrijelijk te improviseren. Dumestre had gekozen voor een zeer kleurrijke en verfijnde begeleiding, waarbij hij zijn liefde voor tokkelinstrumenten als de luit, barokgitaar, theorbe en zelfs een op de snaren tokkelende cellist niet onder stoelen of banken stak, door ze vooraan op het odium staand een improvisatie te laten uitvoeren. Behalve strijkers had Dumestre drie blokflutisten aan zijn ensemble toegevoegd, waarvan één ook de fagot bespeelde. Verder was er kleurrijke, maar soms heel erg luide percussie die bij het weergeven van het onweer zelfs pijn aan je oren deed, terwijl de rest van de begeleiding zeer fijzinnig werd gespeeld door een harpiste en een vrouw achter een zeer zacht klinkend virginaal. Het helder zingende koor van deze productie had een eigen dirigent, Jean-Sébastian Beauvais, en zij hadden een kleine maar eenvoudige en spektaculaire choreografie uitgewerkt door als zwarte monsters in een soort rijdans over het podium te bewegen. De geest, gezongen door Fernando Escalona Melendez, stond hoog in de zaal op een van de bovenste rijen zijn gemene rol te zingen, terwijl de korte maar lastige hoofdrol van Aeneas, gezongen door Jean-Christophe Lanièce, er in de regie een beetje bekaaid van afkwam. Alle rollen werden uitstekend gezongen, waarbij de magicus en de zeeman (Igor Bouin) en de tovenaressen (Caroline Meng, Anouk Defonteney) door de leuke muziek en Belinda (Ana Quintas) door de indrukwekkende noten altijd weer opvallen. De zwaarste rol is weggelegd voor koningin Dido zelf, hier heel goed gezongen door Adèle Chavet, die de spannende taak had om haar beroemde aria goed neer te zetten. Dumestre had gekozen voor een inleidende harpsolo, waardoor de aandacht en oren van het publiek helemaal naar het podium en koningin Dido werd getrokken, waarna zij op zeer verfijnde en dunne, naar benenden bewegende baslijnen vol tragiek haar laatste aria heel mooi zong. Het werd een treurig maar wel heel indrukwekkend afscheid van het FOM 2025.
Stemmen
Voor velen wordt het weer een jaar wachten en geld sparen, maar niet getreurd: op de website van Oude Muziek staan de concerten van komend seizoen 25/ 26 voor het publiek alweer klaar. Tijdens de volgende editie van het festival ligt de nadruk op de menselijke stem. Behalve in de monodie van het gregoriaans en de polyfone renaissance muziek, klinkt de stem ook in de lang gerekte Cantus Firmus, Cantates en semi opera’s. Natuurlijk is er nog steeds discussie over de jongenssopranen en castraten, die zo’n belangrijke rol speelden omdat vrouwen in het verleden niet mochten zingen. En de stem kan ook instrumentaal worden uitgevoerd, zoals in ‘ Les voix Humaines’ dat door Marin Marais voor de Viola da Gamba is geschreven, Bezoekers die niet alleen als luisterend publiek tijdens het komend festival willen participeren worden nu al uitgenodigd om te komen meezingen in een groot koor. Dit zal allemaal plaatsvinden rond de klokken van de Utrechtse Domtoren, die ook zeker op bijzondere wijze zijn beierende stem zal laten horen van 28 augustus t/m 6 september 2026.
Suus Blanke
Info:
Wie een concertkaart heeft bewaard van het afgelopen Festival Oude Muziek kan deze in het kader van Museumkunst (?) gebruiken als entreebewijs in het Museum Catharijneconvent te Utrecht tot 1 dec.2025.
Website Festival Oude Muziek:
Wie dezelfde uitvoering van Dido and Aeneas wil horen en meemaken kan daarvoor op 16 (matinee) of 19 november naar Frankrijk gaan. Alle gegevens zijn te vinden op de website van Le Poème Harmonique:
DVD opname Dido and Aeneas door La Poème Harmonique met andere solisten:
https://outhere-music.com/en/albums/purcell-dido-aeneas-0