Ana Carmen Balestra: onthoud die stem!

Ana Carmen Balestra (sopraan), Charlie Bo Meijering (piano), Hadwych van Gent (cello), Simone van der Weerden (bandoneon) en Agostinho Sequiera (percussie). Werken van: Saariaho, Gardel, Bernstein, Purcell, Heggie, Ravel, Lobo, Troilo, Cabral, Ramirez, Vélazquez, Parra en Valenilla

Gehoord: Tivoli Vredenburg, 23 oktober 2025

Door Willem Boone

 

Half Argentijnse roots

‘Goh, ze leek zo’n bedeesd meisje!’ zei een mevrouw na afloop achter mij. Inderdaad, de jonge Nederlands-Argentijnse sopraan Ana Carmen Balestra heeft door haar voorkomen en het jeugdige enthousiasme waarmee ze vertelt wel iets van een ‘meisje’. Maar mede door haar half Argentijnse roots schuilt er ook veel temperament in haar. Ik zag en hoorde haar toevallig in een filmpje op Facebook: een optreden in ‘Podium Klassiek’ waar ze Gracias a la vida zong, een Argentijns volkslied dat iedereen in Zuid-Amerika kent, en werd omver geblazen. Balestra vertelt daarover: ‘De populaire Argentijnse zangeres Mercedes Sosa zong het in 1971 als eerbetoon aan de componist van het lied, Violeta Parra. Die boodschap van dank aan het leven, dat we kunnen zien, horen, voelen en samen zijn, vind ik zo mooi en raakt mij voor de kern van het leven.’ Maar het is niet alleen het temperament dat aanspreekt, het is vooral ook haar schitterende stem. Ze heeft een timbre dat enigszins doet denken aan dat van de fenomenale Spaanse zangeres Teresa Berganza, al was zij een mezzo-sopraan. Net als haar beroemde, overleden collega kan zijn imponeren met vlammend temperament, maar ook met ontroerende, ingetogen zang, waarbij alleen de schoonheid van de stem telt. Balestra maakte in het kader van de Dutch Classical Talent Award een tournee van 14 concerten langs Nederlandse zalen, waarbij dit optreden in Tivoli Vredenburg het laatste was.

 

 

Van Purcell tot Saariaho

Het is begrijpelijk dat je je als jong artiest van je meest veelzijdige kant wilt presenteren als je opgaat voor zo’n belangrijke prijs. Dat is deze jonge zangeres goed gelukt, want zij bracht een programma met uiteenlopende stijlen, variërend van modern (Saariaho) tot oud (Purcell) en volksmuziek, in diverse talen. Dit gebeurde in het tijdsbestek van een uur, waarbij je als publiek veel te zien en horen kreeg. Een ‘risico’ dat hier tegelijk in schuilt is dat je te veel wilt laten zien. In de uitstekende programmatoelichting (het was mij overigens een raadsel waarom hierin alle teksten afgedrukt waren, terwijl de zaal zo verduisterd was dat je daarvan geen woord kon lezen!) beschrijft de jonge zangeres dat ze opera studeerde aan de Guildhall School of Music & Drama in Londen en dat haar ultieme droom is om ‘mooie operarollen te zingen in prachtige operatheaters, naast het geven van recitals.’ Daar heeft ze zeker aanleg voor, ze kan als het ware acterend zingen. In ‘Mujer mio no bebos más vino’ van Nuno Lobo speelde zij een aangeschoten vrouw die over het podium wankelde, met een biertje in haar hand op een pianokruk ging staan, lalde en uiteindelijk door de percussionist werd weggesleept. Het was vermakelijk, maar wat mij betreft iets te veel van het goede. Deze ‘acting out’ heeft ze denk ik niet nodig, te meer daar ze evengoed imponeert als ze bij wijze van spreken alleen op de rand van de podium zit om – zoals zij deed – ‘I feel pretty’ van Bernstein te zingen. Een ander sterk moment was het overbekende ‘Music for a while’ van Purcell dat treffend in zijn eenvoud was. Ze maakte daarbij duidelijk eveneens affiniteit met oude muziek te hebben.

 

 

Dolor

Balestra werd gedurende het hele optreden uitstekend begeleid door pianist Charlie Bo Meijering, celliste Hadewych van Gent, bandeoniste Simone van der Weerden en percussionist Agostinho Sequiera. Zeker het badeneon zorgde voor de ‘couleur locale’ in de Argentijnse volksmuziek. Daarbij liet de zangeres goed horen dat ze de typisch Argentijnse ‘dolor’ (pijn) die in deze volksmuziek besloten ligt – een tegenhanger van de Portugese fado – mooi vorm kan geven. Aan het eind van ‘Alfonsino y el mer’ van Ariel Ramirez bleef zij op het podium liggen. Daarna volgde het bekende ´Bésame mucho’ van Consuela Vélazquez, waarbij het publiek mee mocht zingen (‘Ik krijg daar kippenvel van’, aldus de zangeres). Tegen de aanwezigen zei ze: ‘Als ik zing en muziek maak met anderen, voel ik dat ik leef’ en dat was duidelijk te horen in het al genoemde ‘Gracias à la vida’ en het afsluitende ‘Pajarillo verde’ van Cecilia Todd Valenilla, waarbij alle musici collectief losgingen.

Het optreden duurde helaas maar een uur en had zeker langer mogen duren. Als er een pauze in het programma gezeten had, had ze langer stil kunnen staan bij bepaalde stijlperiodes of talen. Maar misschien wilde zij dat wel helemaal niet en was haar opzet om binnen een uur een staalkaart van haar kunnen af te geven en daarin is zij uitstekend geslaagd. Ik kijk met veel plezier uit naar haar volgende optredens!

Willem Boone

Info:

https://www.anacarmenbalestra.com/

You May Also Like

Michael Kelly’s Nozze di Figaro in kamermuziekformaat

Orchestra Sinfonica di Milano – Tjeknavorian analytisch en meeslepend

Opernhaus Zürich – Terfel en Kaufmann laten wanhoop en bloed rijkelijk vloeien in Tosca

Nikola Meeuwsen zet desolate sfeer in Sjostakovitsj treffend neer