Carmen in Verona: een lust voor het oog

Gehoord: 20 juli 2024, Arena di Verona, Verona

Door Peter Schlamilch

 

Kern van de liefde

Zelf heb ik niets met de opera Carmen van Bizet, in tegenstelling tot mijn leermeester Claudio Abbado, wat me altijd heeft verbaasd: het was zijn lievelingsopera, en registreerde haar op cd met onder anderen Plácido Domingo. Ik vind vrijwel alle muziek saai tot uitgesproken lelijk (het hoofdthema uit de Ouverture vind ik bijvoorbeeld gruwelijk) en het verhaaltje erg slap: waarom Don José alles opgeeft voor de ongrijpbare Carmen wordt mij nergens duidelijk, en in zijn aria La fleur que tu m’avais jetée (die ik overigens wél hoogstaande muziek acht) laat hij er niet meer over los dan dat ze hem eenmaal heeft aangekeken, kennelijk zo diep dat hij zich volledig gezien voelde, hetgeen uiteindelijk voor velen de kern is van liefde.

 

 

Authentiek Spaans

Hoe dan ook, in Verona was de 163e uitvoering van de regie van de Italiaanse film- en toneelregisseur Franco Zeffirelli een absoluut feest voor het oog: niet alleen de fenomenale decors maakten indruk, maar ook de flitsend-intense authentiek-Spaanse choreografieën van El Camborio, uitgevoerd door de dansers van Compañía Gades, zijn zó goed, dat ze een volledige voorstelling op zichzelf zouden kunnen vormen. Adembenemend!

Totaal niet flitsend daarentegen was de ouverture die dirigent Leonardo Sini het orkest liet spelen: wat langzaam en stug kwam de zaak op gang, terwijl Bizet toch écht het omgekeerde bedoelde. De wat matte sfeer sloeg ook over naar het toneel, waar de verwachte uitbundigheid maar moeizaam begon: het kinderkoor was echter fris en zong geweldig. Ook de Spaanse dansers waren prachtig, hoewel ze het orkest met hun gestamp bijna overstemden.

 

 

Ouwelijk

Carmens eerste aria, de Habanera, klonk niet zo mooi: de Franse mezzo Clémentine Margaine moest duidelijk inkomen, want ze klonk niet jong maar ouwelijk, ze ademde op rare plekken en had bovendien moeite met de intonatie. Haar tweede aria, Près des remparts de Séville, was overigens wél heel mooi.

Don José (Francesco Meli) beviel ons echter uitstekend: helder, energiek en mooi-penetrant zong hij in een fraai Frans de povere melodieën die Bizet hem heeft toebedacht, maar daar kon hij ook niets aan doen. Ook Michaela (de Zwitserse sopraan Daria Rybak) beviel: ze heeft een prachtige hoogte, soms wat scherp, maar goed hoorbaar en mooi van uitdrukking, net als haar acteerprestaties, trouwens.

 

 

Zeffirelli

Zeffirelli’s regie is druk en beweeglijk, maar prachtig en kleurrijk, goed afgewerkt en zeer geschikt voor de Arena: men zegt dat er meer dan 500 mensen op het toneel staan, en ik geloof het direct. De personenregie is in de bijna 30 jaar dat deze voorstelling nu gespeeld wordt wel wat afgesleten, en soms lijken de solisten een beetje te improviseren, wat overigens helemaal niet zo erg is.

En toen dirigent Sini eenmaal op dreef kwam werd ook zijn kwaliteit duidelijk: geen bijzondere interpretaties of moderne lezingen van de partituur, zoals collega’s dat tegenwoordig steeds vaker doen bij bekende opera’s: Sini heeft een prima, traditionele opvatting van de muziek, en onthoudt zich van onnodige experimenten.

 

 

Hoogtepunt 

Ook de tweede akte had een fascinerend decor en er was weer veel beweging op het toneel. Escamillo (Luca Micheletti) zong voluit, met grote, mooie stem en bracht, heel slim, enige variatie in zijn beroemde aria aan door de hoge noot eerst af te breken, maar in de reprise ervan die aan de volgende vast te lijmen: zo maken intelligente musici de eenvoudige deuntjes toch nog afwisselend.

La fleur que tu m’avais jetée, toch het absolute muzikale hoogtepunt van Bizets compositie, werd door Francesco Meli tergend langzaam, maar wel erg mooi gezongen, maar het ontbrak, vooral door de langzame tempi van de dirigent, helaas aan stuwing en climaxwerking, hoewel hij wel steeds een mooi en heel direct visueel contact onderhoudt met zijn zangers.

 

 

Volle maan 

De derde akte opende met een beeldschoon gespeeld voorspel, waarin vele prachtige solo’s, vooral van fluit en klarinet, uit het orkest opklonken. De regie is weer prachtig, net als de decors, de kleding en de belichting: ezels en paarden verlevendigden het geheel, hoewel ook hier wat meer vaart en stuwing in het orkest niet onwelkom waren geweest.

Daria Rybak zong Je dis que rien ne m’épouvante aangrijpend en doorleefd, voor zover de trage tempi het haar toelieten: werkelijk heel mooi. Escamillo was weer perfect en vulde de hele Arena. Toen ook nog de volle maan boven de arena opkwam en de smokkelaars in dat licht verschenen, was het sprookje compleet.

 

 

Lust voor oog en oor

De meeste emotie van de avond zat in de Spaanse dansen voor en in de vierde akte: wát een dansers en wát een kracht en passie! Wie er dicht op zat, zoals wij, voelde de emotie van het toneel af kolken. Het applaus was gigantisch. De daaropvolgende massascènes waren perfect, het koor zong geweldig en ook de tempi in deze akte waren vloeiend en dramatisch. Don José transformeerde zichzelf tot een blinde passiemoordenaar, en sleepte het publiek grandioos mee in zijn wanhoop en miserie: groots! Een schitterende avond die een lust voor oog en oor was.

Peter Schlamilch*

 

Info:

https://www.arena.it/arena-opera-festival/carmen/

 

 

* Van huis uit zanger en dirigent, ontwikkelde recensent Peter Schlamilch een grote liefde voor de opera. Tijdens zijn muzikale opleiding assisteerde hij vijf jaar de Italiaanse dirigent Claudio Abbado (1933-2014), waarbij hij o.a. nauw betrokken was bij de uitvoering van de opera Elektra van Richard Strauss in Salzburg. Voor De Nieuwe Muze bezocht Schlamilch deze zomer een aantal belangrijke operafestivals in Europa en schreef daar recensies over. Dit is het dertiende verslag vanuit Rome (Carmen)

 

 

You May Also Like

Muze van Zuid doorbreekt verwachtingspatronen

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Twee versterkte concerten tartten het sensitieve gehoor