Cecilia Bartoli schittert als Sextus in Salzburg
Gehoord: 1 augustus 2024, Haus für Mozart (Salzburger Festspiele), Salzburg
Door Peter Schlamilch
Van huis uit zanger en dirigent, ontwikkelde recensent Peter Schlamilch een grote liefde voor de opera. Tijdens zijn muzikale opleiding assisteerde hij vijf jaar de Italiaanse dirigent Claudio Abbado (1933-2014), waarbij hij o.a. nauw betrokken was bij de uitvoering van de opera Elektra van Richard Strauss in Salzburg. Voor De Nieuwe Muze bezocht Schlamilch deze zomer een aantal belangrijke operafestivals in Europa en schreef daar recensies over. Hier volgt het vierde verslag uit Salzburg (Sextus).
Salzburger Festspiele
De Salzburger Festspiele werden voor de eerste keer gehouden in 1877, maar aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd het festival ‘heropgericht’ door schrijver en dichter Hugo von Hofmannsthal, componist Richard Strauss, filmregisseur en acteur Max Reinhardt, decorontwerper Alfred Roller en dirigent Franz Schalk.
Bruno Walter, Thomas Mann, Arturo Toscanini
Beroemde dirigenten
In de oude stallen van de Aartsbisschop, omgebouwd tot operatheater, centreren de Festspiele zich vooral rond Mozart en Strauss, en hebben beroemde dirigenten als Arturo Toscanini, Bruno Walter, Herbert von Karajan en Claudio Abbado (bij wie ondergetekende nog als muzikaal assistent in Strauss’ Elektra werkzaam was) hun orkesten aangevuurd. Het Große Festspielhaus telt bijna 2200 zitplaatsen, en de ‘kleine zaal’, tegenwoordig ‘Haus für Mozart’geheten, telt altijd nog 1.495 zitplaatsen en 85 staanplaatsen. Er is nog een derde theater, de Felsenreitschule, even kolossaal als de andere, met 1437 plaatsen.
Radeloze verliefdeling
Om in Salzburg, de geboortestad van Mozart, een uitvoering van La clemenza di Tito mee te mogen maken, is op zich al heel bijzonder, zeker als dat in het ‘Haus für Mozart’ plaatsvindt. Nog bijzonderder was dat de wereldberoemde Romeinse mezzosopraan Cecilia Bartoli de rol van Sesto (Sextus) voor haar rekening nam, en hóe! Haar stemgeluid heeft na meer dan 35 jaar zingen nog niets van zijn glans verloren, het is krachtig en, natuurlijk, beeldschoon, indringend en expressief en ook haar spel is een genot om naar te kijken. Ze bracht Sesto als een radeloze verliefdeling, die alles voor zijn beminde, Vitellia, doet, tot verraad van en moord op zijn beste vriend, Titus, aan toe. Bartoli vertolkte de gekwelde ziel indringend, soms met haar hele lijf (zoals bij het verraad), steeds duidelijk makend dat extreme liefde tot extreme daden kan leiden.
Goeiige sufferd
Tito is de goeiige sufferd die iedereen steeds maar weer vergeeft, zelfs zijn gevaarlijkste vijanden. In de regie van Robert Carsen eindigt het verhaal niet gelukkig, zoals bij Mozart, maar wordt Titus, na de eerste moordaanslag te hebben overleefd, alsnog doodgestoken. Een grote inbreuk op het oorspronkelijke verhaal, maar wel één die overtuigt, en ze wordt mimisch zeer mooi verbeeld door figuranten en koor, wiens (overigens prima gezongen) jubelende en vergevingsgezinde slotzang daarmee in een heel ander, cynisch licht komt te staan.
Veeleisende wensen
Het orkest Les Musiciens du Prince maakte op mij al in de ouverture een verpletterende indruk: dat er zoveel kleuren uit een authentiek orkest konden komen was ik, eerlijk gezegd, een heel klein beetje vergeten. De hoorns schetterden waar nodig, soms streng, dan weer dreigend of opgewekt, de strijkers kenden kennelijk vele soorten sul ponticello ensul tasto, en het slagwerk knalde dat het een aard had: dirigent Gianluca Capuano had duidelijk veeleisende wensen, en had ze allemaal weten te realiseren. Het orkest is een initiatief van Cecilia Bartoli zelf, die het in 2016 oprichtte en dat sindsdien in alle grote operahuizen (en daarbuiten) in Europa heeft opgetreden, hoewel het in Nederland misschien wat onzichtbaar bleef. Het is het huisorkest van de Monte Carlo Opera, waar Bartoli artistiek directeur is, en het trad al vaker op in Salzburg: een rijke aanwinst in het Europese orkestpalet. Met bijvoorbeeld maar twee contrabassen als basis voor de strijkers, ook nog eens verdeeld over links en rechts, vulde het de enorme zaal met gemak door de puntige articulatie, de vlotte, maar altijd juiste en mooi-flexibele tempi (hoewel niet al mijn collega’s het daarmee eens waren: ‘te snel’), en het energieke, levendige, soms wilde, maar altijd gedetailleerde en genuanceerde spel, met grote dynamische contrasten: een feest voor het oor (én oog trouwens, voor wie bijvoorbeeld de contrabassist kon waarnemen, zoals ik, op alweer, de eerste rij).
Vloeiend en flitsend
Dirigent Gianluca Capuano had gekozen voor zowel een klavecimbel als een pianoforte voor de recitatieven (en soms meer stukken), en dat werkte fantastisch, zeker in de onverwachte combinatie ervan, die ikzelf nog nooit gehoord had: heerlijk klankrijk, net als trouwens de rest van het orkest, dat de hele avond vol en sonoor speelde, weliswaar op oude instrumenten, maar niet zuinig of karig, en zelfs het vibrato was op vele plekken ruim aanwezig, precies zoals Mozarts vader Leopold dat in zijn boeken beschrijft (al was hij het er niet erg mee eens, waar Mozart zélf zich dan weer weinig van aantrok). Ook de overgangen tussen recitatieven en orkeststukken waren vloeiend en flitsend, zonder ooit onnatuurlijk te worden.
Dol op haar
Naast Bartoli stak Vitellia (Alexandra Mercellier) wat bescheiden af: ze heeft een prachtige sopraan met een warm en donker, bijna mezzo-achtig geluid, waardoor het contrast met Bartoli soms te klein was, en ze mist ook die typische Mozart-schittering. Ook konden wij, als publiek, op geen enkel moment begrijpen waarom Sesto zo nou dol op haar is, maar sommige dingen moet je gewoon aannemen in de opera. Dát het zo was, was evident.
Vreselijk mooi
Tito, gezongen door Daniel Behle, heeft een prachtig Mozart-geluid, en dat terwijl hij in het romantische vak ook overtuigt: hij maakte onlangs nog grote indruk bij DNO Amsterdam in Königskinder, en zingt in heel Europa ook Strauss en Wagner. Scènisch had de regisseur hem van elke mogelijkheid beroofd om de rol meer diepte te geven, bijvoorbeeld door zijn saaie maatpak (dat tegenwoordig standaard lijkt in de opera), en dat was jammer, juist omdat het vocaal zo vreselijk mooi was.
Beeldschoon juweel
Servilia (Mélissa Petit) zong en acteerde prachtig, leuk en fris, en het duet met Bartoli was zeldzaam mooi, hoewel het, door al die broekrollen, even op een lesbisch manifest dreigde te gaan lijken, maar die afslag nam de regisseur goddank niet. De aria van Bartoli was eveneens een beeldschoon juweel van pure muzikale klasse. Soms fluisterzacht en dan nòg zachter… ook haar coloraturen waren nagenoeg perfect, en ze werd dan ook met daverend applaus beloond.
Mozarts wonderwereld
Rare anachronismen stoorden de voorstelling af en toe, maar niet voldoende om het publiek uit Mozarts wonderwereld te verstoten: alles speelt zich af in moderne kantoren, maar het mobieltje is kennelijk nog niet uitgevonden en niemand kan de moordaanslag daarom verhinderen. Zodoende wordt het regieconcept een harnas, en moet de voorstelling de consequenties van die foute keuzen ondergaan, en – erger – het publiek dus ook. Toch waren er ook prachtige beelden, zoals de bestorming van het Capitool door figuranten en het koor, dat overigens uitstekend, maar niet heel gepassioneerd, zong. Het orkest explodeerde en gromde van klank en, hoewel het geheel leek te refereren aan de gebeurtenissen in Amerika, nu drieënhalf jaar geleden, neemt ook hier de regisseur die afslag gelukkig niet: voor politieke pamfletten kopen we wel een krant, is en blijft mijn devies.
Wàt een goede muziek
Ook na de pauze ging het donderen en bliksemen gewoon door in het orkest: soms mocht het ook íets subtieler begeleiden, maar wie van stevig houdt, zoals ikzelf, kon zijn geluk niet op. En: wàt een goede muziek is deze redelijk onbekende Tito eigenlijk. Een verhaal over een machthebber die altijd maar vergeeft, wat helaas steeds meer gaat wringen met zijn managers-uitstraling: wanneer houden regisseurs daar toch eens mee op? Het is regie-armoede, en ontneemt de zangers hun rol-identificatie, en het publiek trouwens ook. Maar muzikaal was deze avond een juweel om in te lijsten. Chapeau!
Peter Schlamilch
Info:
https://www.salzburgerfestspiele.at/en/p/la-clemenza-di-tito-2024#tickets&gid=1&pid=1