Lozakovich betoverend in Saint-Saëns, orkest en dirigent indrukwekkend in edelkitsch van Strauss

Hilary Hahn & Daniel Lozakovich

Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, Grote Zaal, 21 augustus 2024

Door Willem Boone

 

Het moet een schrikbeeld voor iedere impresario of concertzaal zijn: een beroemd solist die afzegt en voor wie je vaak op korte termijn een waardige vervanger moet zien te vinden. Zo ging dat bij het concert van het Orquestra Sinfonia do Estado de Sἅo Paulo dat aanvankelijk violiste Hilary Hahn gecontracteerd had, maar zij moest om gezondheidsredenen afzeggen. Men zag echter kans om de jonge, zeer getalenteerde Zweedse violist Daniel Lozakovich te strikken, wat in dit geval voor een gelijkwaardige vervanger zorgde (Vreemd genoeg verkocht de winkel geen enkele cd van Lozakovich en alleen maar cd’s van Hahn, die dus schitterde door afwezigheid!). Het orkest onder leiding van Thierry Fischer begon met muziek van Braziliaanse bodem: het speelde in grote bezetting een aantal delen uit de Suite Vila Rica. Het had een onmiskenbaar Braziliaans karakter, maar het was in een vrij strak jasje gegoten. De Entrada vormde een plechtig begin van dit concert en was net als het daaropvolgende Scherzandovoorbij voor men er erg in had. De Valsa ademde een nostalgische sfeer. Ook Baiἅo riep direct een hele andere wereld op, mede door het geluid van ‘sambaballen’. In het programmaboekje stonden vier delen genoemd, maar volgens mij speelde het orkest daarna nog een kort vijfde deel, waarvan ik niet weet wat de titel was.

 

 

Saint-Saëns 

Daarna was het de beurt aan de jonge violist Daniel Lozakovich die in de afgelopen maanden een paar keer in Amsterdam optrad. Hij soleerde ditmaal in het Derde vioolconcert van Saint-Saëns en alleen zijn inzet al was memorabel door de sensuele, diepe toon die hij aan zijn instrument ontlokte. Dat paste overigens heel goed bij het karakter van dit vioolconcert, dat als zo vaak bij deze Franse componist niet vooruitstrevend, maar wel uitstekend voor het instrument geschreven is. Daarbij is het in een elegante stijl gecomponeerd die het spel van de Spaanse virtuoos Pablo de Sarasate, aan wie het opgedragen is, goed uit liet komen. Vooral het pianissimo spel van de violist was beeldschoon: het deed denken aan iemand die fluistert. Lozakovich is zo’n musicus die midden in een deel iets kan doen waarbij je je oren spitst: van die unieke momenten in frasering of dynamiek die je niet kunt herhalen, maar die je op het moment zelf de adem benemen. Hij werd mooi begeleid door orkest en dirigent. Overigens kan deze violist als het nodig is ook hartstochtelijk uitpakken, waarbij hij zijn hele ziel blootlegt. Het blijft bijzonder dat zo’n jonge artiest muziek al zo kan doorgronden. Zijn inzet van het Andante quasi allegretto was betoverend, met opnieuw adembenemende pianissimo’s. Vaak staat hij fier met zijn viool omhoog gericht en kijkt hij naar de dirigent, met ineens een wat verlegen lachje op zijn gezicht. Zijn techniek ziet er moeiteloos uit en zijn spel wordt gelukkig niet ontsierd door drukke gebaren. Het recitatief waarmee het Molto moderato e maestoso begint, klonk gepassioneerd. In de begeleiding van het gehele concert viel de affiniteit van het orkest met Frans repertoire op. Na een vurig slot gaf Lozakovich een spectaculaire toegift, Recitativo en scherzo van Kreisler, waarbij al zijn kwaliteiten nog eens tot uitdrukking kwamen: toon, frasering, techniek (onder ander met briljante pizzicati!). Het deed duidelijk naar meer verlangen en van mij had hij na de pauze een ander vioolconcert mogen spelen.

 

 

Richard Strauss

Dat zou me liever geweest zijn dan Eine Alpensinfonie van Richard Strauss, een enorme orkestrale kluif van bijna een uur, die nu op het programma stond. Ik heb het stuk één keer eerder gehoord, in 1987, door het Orkest van de Europese Unie onder leiding van Vladimir Ashkenazy. Laat ik het er maar op houden dat het niet mijn muziek is en ik heb mezelf toen voorgenomen dat ik het niet opnieuw zou gaan beluisteren. Daar ben ik na bijna veertig jaar toch op teruggekomen, maar dat was vooral omdat ik Lozakovich graag weer wilde horen. Tijdens de pauze weggaan doe ik bijna nooit, dus ik besloot om te blijven. Toch is het me ook dit keer niet meegevallen. In een recent interview met Thierry Fischer haalt deze dirigent Richard Strauss aan: ‘Ik mag dan geen eersterangs componist zijn, ik ben wel een eerste tweederangs componist.’ Die uitspraak is niet vrij van zelfspot en gevoel voor humor. Ik zou het niet over de gehele linie willen stellen, maar wat deze Alpensymfonie betreft, vind ik Strauss zelfs een derderangs componist. Voor mij is het slechts een naïeve verklanking van een natuurwandeling in de bergen, die vrijwel zonder onderbreking voortduurt. In het programmaboekje stonden de diverse onderdelen vermeld, maar bij beluistering is het vrijwel onmogelijk om te volgen waar je je precies bevindt. De monsterbezetting van 130 man met effecten als hoornisten die op de gang achter gesloten podiumdeuren spelen, koeienbellen, een windmachine en een orgel verlenen het stuk een uitstraling van edelkitsch waar je van moet houden. Soms spelen met name de blazers zeer luid en produceren ze schrille klanken. In het gedeelte Gewitter und Sturm ontaardt de muziek in een ware kakofonie. Smaken verschillen, want Fischer zei in bovengenoemd interview dat Strauss ‘overdrijving weet te gebruiken met een ongelooflijk gevoel voor esthetiek. Het is pure extravagantie, maar dan gecontroleerd.’

 

 

Guilty pleasure

Tsja, dat hoorde ik er helaas niet aan af. Ondanks mijn bedenkingen bij deze compositie, begrijp ik wel waarom veel orkesten en dirigenten het uit willen voeren: het biedt namelijk de gelegenheid om alle registers open te trekken en op een inderdaad extravagante wijze te laten zien wat er qua orkestspel mogelijk is. Er past groot respect voor de interpretatie van Fisher en het Braziliaanse orkest. Ook hier toonden zij duidelijke affiniteit met het weelderige idioom van Strauss. Je moet er maar niet aan denken hoeveel uren studie het gekost heeft om tot zo’n geconcentreerde, overtuigende uitvoering te komen.  De dirigent leidde het orkest met vaste hand en wist de spanning van het begin met plechtige koperblazers en een soort vibraties van gonzende strijkers tot het extatische, lang uitgesponnen eind met wederom plechtige blazers vast te houden. Volgens eerdergenoemd interview zeiden de orkestleden herhaaldelijk tegen de dirigent dat ‘de muziek van Strauss een ‘guilty pleasure’ was’, waarbij de dirigent antwoordde: ‘Laat dat ‘guilty’ maar weg, het is gewoon fantastische muziek.’ Met die wetenschap in gedachten moeten dirigent en orkest in elk geval een bijzondere avond gehad hebben, want zij speelden op indrukwekkende wijze in de bijkans ideale akoestiek van de Grote Zaal van het Concertgebouw.

Willem Boone

 

Info:

https://www.concertgebouw.nl/vriendenloterij-zomerconcerten

http://lozakovich.com

 

You May Also Like

Erik Bosgraaf schittert in Willem Jeths’ blokfluitconcert met De Philharmonie

Mathilde Wantenaar betovert op de Cello Biënnale

Symfonieorkest Bellitoni en pianist Meeuwsen brengen avond op hoog niveau

Allerzielen bij Bachvereniging vooral ingetogen en beschaafd