Mäkelä en Batiashvili inspirerend duo in Tweede vioolconcert van Prokofiev

Gehoord: 14 november 2024, Concertgebouw, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Innerlijke urgentie

Wat maakt Lisa Batiashvili (1979), al jaren een veelgevraagd soliste bij het Koninklijk Concertgebouworkest, tot zo’n bijzondere violiste? Allereerst haar muzikale integriteit en haar oerdegelijke instrumentale beheersing. De uit Georgië afkomstige violiste, die na haar vioolstudie bij Ana Chumachenco in München en Mark Lubotsky in Hamburg op haar 16e als jongste deelnemer ooit de Tweede Prijs won van het Sibelius Concours in Helsinki, groeide op onder de communistische sovjetdictatuur. Haar vader was violist, haar moeder speelde piano. Toen het gezin bij het uiteenvallen van het Oostblok besloot Georgie te ontvluchten, kwam alles in het teken te staan van Batiashvili’s muzikale toekomst. Dat was zwaar voor een meisje van twaalf, de druk was groot en in het afstandelijke Duitsland voelde de violiste zich niet thuis. Haar Georgische ziel snakte naar de warmte en schoonheid die haar in haar vaderland hadden omringd. Zo raakte haar uitgesproken beheerste vioolspel doordrongen van een soort innerlijke urgentie, een verlangen naar menselijkheid, gevoeligheid en diepgang, kleur en schoonheid.

 

 

Kosmopolitsiche geest

Batiashvili vertelt met haar viool over de dromen en verlangens van de componist, wiens noten ze uitdrukt in intelligente en gelaagde structuren waaraan ze nobel, ingetogen en subtiel persoonlijke kleurschakeringen toevoegt, zonder daarbij zich over te geven aan exhibitionisme of effectbejag. Ze staat niet als een gek te zwiepen, speelt niet op blote voeten, zoekt haar heil niet in overdreven vibrato, extreem snelle tempi of hysterische accenten, maar speelt gewoon op het hoogste niveau wat er staat zonder de componist, haar instrument of zichzelf te verloochen.

 

 

Batiashvili’s interpretatie van het Tweede vioolconcert van Prokofiev klonk dan ook ijzersterk en overtuigend, alsof de eigenzinnige componist er vanuit de metafysische wereld persoonlijk op toezag dat alle facetten van zijn grillige persoonlijkheid stijlvol zouden worden belicht. Het stuk ontstond vlak voor Prokofievs terugkeer naar Rusland in 1935, een beslissing die hem artistiek gezien duur zou komen te staan. Maar toen hij het Tweede vioolconcert schreef reisde hij nog vrij rond, al werd hij verteerd door heimwee naar zijn vaderland. Aan de violist Robert Soetens, voor wie hij het werk gecomponeerd heeft, schreef Prokofiev: ‘Het aantal plaatsen waar ik het Concerto schreef, laat zien wat voor nomadisch concerttournee-leven ik toen leidde. Het hoofdthema van het eerste deel werd geschreven in Parijs, het eerste thema van het tweede deel in Voronezh, de orkestratie werd voltooid in Bakoe en de première vond plaats in Madrid.’ Er waait dan ook een kosmopolitische geest door het vioolconcert, die Batiashvili en het Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä virtuoos, energiek, humoristisch, melancholiek en soms demonisch door de Grote Zaal lieten waaien, zonder elkaar ook maar één seconde uit het oog te verliezen. Als toegift speelde ze sereen en toegewijd Bachs Ich ruf zus dir, BWV 639 in een arrangement voor vioolsolo en strijkers van Hillborg. Het klonk prachtig.

 

 

Body Cosmic

Prokofiev werd voorafgegaan door een geanimeerde poging van Klaus Mäkelä en het orkest om iets bijzonders te maken van de wereldpremière van het in opdracht van het KCO geschreven orkestwerk Body Cosmic van Ellen Reid (1982) uit Tenessee, die begin 2024 als ‘Composer in Residence’ van het orkest in Amsterdam verbleef. Zelf omschrijft Reid haar stuk, waarmee ze ‘reflecteert op haar ervaringen met zwangerschap en de geboorte van een kind’, als een ‘meditation on the human body as it creates life and gives birth’. Centraal staat volgens haar de vraag ‘hoe je nieuw leven op een prachtige maar afbrokkelende wereld kunt zetten.’ Daarmee heeft de componiste zich een vrijbrief verschaft voor een heel arsenaal aan fragmentarische orkestrale experimenten, van tumultueuze uitbarstingen in het koper en opzwepende passages in het slagwerk, tot aan de ragfijne warmte en tederheid in de strijkers waarmee het stuk begint. Klonk het door Mäkelä en het KCO vitaal en stoutmoedig uitgevoerde geheel nu overtuigend en samenhangend? Om eerlijk te zijn: nee, in het geheel niet. Reid kwam niet veel verder dan een onsamenhangende opeenvolging van ‘geluiden’, die bij gebrek aan heldere verhaallijnen en wezenlijke inhoud geen betekenis kregen. ‘We moeten nog een beetje aan die moderne muziek wennen’, hoorde ik een mijnheer na afloop tegen zijn buurman zeggen, terwijl het publiek plichtsgetrouw met geklap en bravo’s op het stuk reageerde.

 

 

Rachmaninoff II

Overtuigender klonk na de pauze het tweede reusachtige orkestwerk op het programma: de Tweede symfonie van Rachmaninoff, een muzikale kluif waaraan Mäkelä en het KCO zich met toewijding en overgave te buiten gingen in de wetenschap dat het regelmatig uitgevoerde stuk niet of nauwelijks geheimen voor ze zou gaan opleveren.

 

 

Maar ook al speelde het orkest de schier eindeloze melodieënstroom nog zo mooi en ook al legde Mäkelä nog zo ingenieus en met elegante gebaren nadruk op harmonische en ritmische patronen, het stuk verzandde enigszins in de oeverloze herhalingen en weinig subtiele thematiek, zodat Rachmaninoffs doorwrochte stemmenweefsel in de donkere aarde bleef steken, het coloriet niet ging stralen en de knap gekarakteriseerde vier delen van Rachmaninoffs symfonie wat mij betreft niet werkelijk wisten te raken of ontroeren.

Wenneke Savenije

 

 

Foto Marco Borggreve

 

Info:

www.concertgeboworkest.nl

www.concertgebouw.nl

You May Also Like

Indrukwekkend pianorecital van Aidan Mikdad in de Waalse Kerk in Amsterdam

Commander_n00b met Släpstick en het KCO o.l.v. Yu Lu groot succes bij schoolkinderen

Ultiem Saariaho Festival met Asko|Schönberg

Symfonie Pathétique bij Göttinger Symphonieorchester: hartstochtelijk en meeslepend