Nikola Meeuwsen benadert Mendelssohn als fijnzinnige kamermuziek

Door Willem Boone

Gehoord: Edesche Concertzaal, 12 oktober 2024

 

Fanny & Felix

Dit concert leek als leidmotief ‘Fanny & Felix (Mendelssohn)’ te hebben en zo wordt het ook aangekondigd voor de tournee van het Ars Musica Orkest. In Ede stonden er echter ook werken van Geerten Liefting en Mathilde Wantenaar op het programma, die op het eerste gezicht niet bij eerdergenoemd thema leken te horen. Hoe dan ook, het was interessant om diverse werken van Fanny Mendelssohn te horen, want erg vaak klinken die niet in concertzalen. Als eerste klonk Die Mainacht, gezongen door sopraan Nanette Mans. Zij had een mooie, zij het niet erg krachtige stem, zodat deze soms in de laagte wegviel. Hoewel het podium van deze zaal niet heel groot is, kon er toch een orkest van 23 man plaatsnemen. Na deze eerste compositie betrad een presentatrice het podium met de vraag: ‘Zullen we het decor maar even schilderen?’ Je kan je afvragen wat haar toelichting toevoegde – het had ook in het programmaboekje opgenomen kunnen worden – maar deze bevatte veel wetenswaardigs over de symbiotische relatie tussen broer en zus Mendelssohn. Zij waren in muzikaal opzicht duidelijk aan elkaar gewaagd en wisselden veelvuldig anekdotes, spitsvondigheden, tekeningen uit in hun correspondentie. Fanny vertelde haar broer dat ze de koraal ‘Ein fester Burg ist unser Gott’ in zijn Vijfde symfonie maar ‘een grommende beer’ vond en daarna had dit stuk voor hem ook afgedaan. Interessant was ook de anekdote over de Engelse koningin die tegen Felix Mendelssohn vertelde dat ze het lied l’Italienne het mooist gevonden had, waarna deze moest bekennen dat niet hij maar Fanny het geschreven had. Wat tijdens dit concert enigszins verwarrend werkte, was dat de toelichting, waarna je muziek van Fanny Mendelssohn verwacht had, voor het moderne werk van Geerten Liefting en na de pauze voor de Vijfde symfonie van Schubert kwam.

 

 

Verfijnd pianospel

Van Fanny Mendelssohn klonk vervolgens de Ouverture in C, het enige van haar bekende orkestwerk. Het maakte duidelijk dat ze een eigen stijl had, subtiel en licht romantisch. Het werd enthousiast gespeeld onder aanvoering van dirigent Patrick van der Linden. Daarna soleerde de jonge pianist Nikola Meeusen in het Eerste pianoconcert van Felix Mendelssohn. Hoewel hij zeker het repertoire verrijkte met een aantal pianistische composities (behalve het bekende Rondo capriccioso, de Variations sérieuses en Lieder ohne Worte zijn er bijvoorbeeld de interessante 6 Preludes en fuga’s opus 35), zijn beide pianoconcerten minder virtuoos dan die van zijn tijdgenoten Chopin en Liszt en kunnen ze qua inhoud charmant maar ook wat onbenullig overkomen (Mendelssohn haalt hier niet het niveau van zijn beroemde Vioolconcert in e). Meeuwsen stortte zich niet als een klavierleeuw op de materie, maar benaderde deze eerder als verfijnde kamermuziek. Hij had geen moeite met de solopartij, maar probeerde er niet meer uit te halen dan erin zat. Daarnaast paste hij zich goed aan een niet al te groot orkest en de akoestiek van de zaal aan. Bijzonder aan dit pianoconcert – de componist zou dit procedé ook in zijn beroemde Vioolconcert toepassen – is dat de delen zonder onderbreking in elkaar overgaan. De inzet van Meeuwsen in het Andante was delicaat en door de mooie begeleiding van het orkest vormde het een moment van bezonkenheid. In het laatste deel, Presto-molto allegro e vicace, was het ‘Sturm und Drang’-karakter van de muziek te horen, maar ook de voor Mendelssohn kenmerkende vlinderachtige lichte passages. De pianist speelde zijn partij zeer muzikaal. Later keerde hij terug voor Volterra 1398 (In de toelichting stond helaas niet vermeld waar de titel van zijn werk naar verwijst).

 

 

Wantenaar & Schubert

Ondanks de recente ontstaansdatum klonk het niet zeer modern en als ik mij niet vergis was er een thema van Felix Mendelssohn te horen. Het wekte de indruk van een patchwork met soms abrupte passages. Van Mathilde Wantenaar volgden Wandrers Nachtlied II & I op Duitse teksten. Vooral Nachtlied I kwam over als klassiek in een eigentijds jasje. Ten slotte voerden orkest en sopraan Nanette Mans van Fanny Mendelssohn Dämmrung senkte sich von oben enGondellied. Het eerste werd lieflijk en met veel gevoel voor rust uitgevoerd, het tweede was vrolijk van karakter, maar hier werd de zangeres net als in het eerste lied soms door de blazers overstemd.

 

 

Na de pauze stond de Vijfde symfonie van Schubert, de meest mozartiaanse van de negen. Het is blijmoedige muziek en zo werd ze ook gespeeld. In het Andante con moto waren de blazers te bewonderen, al klonken er een paar onvaste inzetten van de hoorns. Het mozartiaanse karakter was vooral te horen in het derde deel, menuetto – allegro molto. Mooi was het niet te snelle tempo in het afsluitende Allegro vivace, dat onstuimig en enthousiast door het orkest gespeeld werd. Als toegift volgde een lied dat Felix Mendelssohn componeerde ter nagedachtenis aan zijn zus Fanny: Nachtlied, oorspronkelijk voor zang en piano geschreven, maar georkestreerd door hoornist Misha Stork. Het ging om een lied dat – zoals te verwachten – recht uit het hart kwam en dat goed tot zijn recht kwam in deze orkestratie. Dat vond ook de meneer die direct nadat de laatste noot uitgeklonken was ‘Mooi!’ zei. Het vormde een passende afsluiting van dit interessante concert.

Willem Boone

 

Info:

https://www.edescheconcertzaal.nl

http://www.nikolameeuwsen.com

You May Also Like

Meeslepend mooi – Het KCO onder Mäkelä

Stralende Ariadne auf Naxos bij Theater Trier

Invariably fair – Het RFO speelt Love and the fever van Thomas Larcher

Maria Milstein speelt Schönberg sensationeel