YPF Concours 2025 gewonnen door de 17-jarige Franse pianist Paul Salard

Gehoord: Finale YPF European Piano Competition 2025, 9 maart 2025, Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam

Door Willem Boone & Wenneke Savenije

 

Het begon allemaal met de Bohemian Rhapsody van Queen, die het tienjarige Franse jongetje Paul Salard (2007) uit zijn hoofd op de piano wilde leren spelen. Zo ontdekte hij zijn passie voor muziek en pianospelen. Twee jaar later werd hij toegelaten op het Conservatoire National à Rayonnement Régional (CNRR) in Nice, waar hij op dit moment studeert bij Amédée Briggen. Het afgelopen jaar won hij al de Globe International Piano Competiton en de Arte Piano Competition en een 2e prijs op de Samson François Competitie. En nu is hij unaniem uitgeroepen tot de winnaar van de 9e editie van de YPF European Piano Competition 2025, de in 2013 in het leven geroepen Grand Prix Youri Egorov voor exceptioneel muzikaal, artistiek en pianistiek talent die tijdens de laatste vijf edities slechts één keer eerder werd uitgereikt aan Ramon van Engelenhoven in 2015, de Publieksprijs, de Jan-Peter de Graaff Prijs voor de beste uitvoering van het verplichte werk én de Prijs voor de Beste Uitvoering van Kamermuziek. De Tweede prijs ging naar de Duitse Viviana-Zarah Baudis (1999) en de Belgische Brecht Valckenaers (2000) won de Derde Prijs.

 

Salard met zijn lerares Amédée Briggen

 

Very human

Wie nu denkt dat de 17-jarige winnaar een typische pianonerd is, die zijn zegetocht te danken heeft aan fanatieke studie en grenzeloze ambitie komt bedrogen uit. In zijn introductiefilmpje maakte Salard iedereen aan het lachten met zijn grappige antwoorden, die er op neerkwamen dat het hem niet veel uitmaakte of hij nu wel of niet zou winnen. Hij zag het YPF concours als een spannend avontuur, was van plan ‘very human’ en niet als een robot te spelen, wilde niet te veel verwachten want dan valt het in het leven altijd mee, had geen idee hoe het zou zijn om met een professioneel orkest te spelen en verheugde zich erop om na afloop van concours pizza te gaan eten met zijn vrienden. De ware drijfveer van de innemende Salard is zijn onstilbare liefde voor muziek. Die maakt dat hij lachend het podium oploopt als hij in de finale is beland, ongedwongen en slungelig gaat zitten achter de vleugel, even naar binnen keert en dan spontaan van wal steekt met het ‘plichtwerk’ Lock, Stock and Barrel van Jan-Peter de Graaff, vrijgevochten en onstuitbaar, alsof hij de avontuurlijke hoofdpersoon uit een opwindende jungletocht is, die over zijn spannende avonturen ‘verhaalt’ in filmische klanken.

 

 

Dillema’s en consequenties

Het stuk van De Graaff bestaat uit twee delen: Between the Devil and the Deep Blue See, handelend over onmogelijke dilemma’s waarvan beide uitkomsten slecht zijn, en Sour Grapes, dat inzoomt op de consequenties van die dilemma’s. Willem Boone: ‘De muziek deed door het obstinate karakter aan Prokofiev denken en klonk minder eigentijds dan je van een opdrachtcompositie uit 2025 zou verwachten. Opvallend was het abrupte eind van het tweede deel. Als eerste trad de Belgische pianist Brecht Valkenaers aan die het eerste deel fel en soms met veel pedaal speelde. Zijn spel was technisch uitstekend. Salard pakte het opdrachtwerk van De Graaff steviger aan dan zijn Belgische collega, met een ‘jazzy’ klinkende linkerhand. Ook de Fransman speelde technisch uitstekend. Het tweede deel deed aan Messiaen denken met schelle klanken, die echter wel spannend waren om naar te luisteren.’ Hier droomde Salard weg in zijn eigen suggestieve wereld, waarvoor hij alle tijd nam zodat het iets kreeg van een ruimtereis. Ook Viviana—Zarah Baudis sloeg zich met opmerkelijke instrumentale degelijkheid en muzikale flair door De Graaffs beste lastige stuk, maar slaagde er niet in om alle dilemma’s en de consequenties daarvan werkelijk tot de verbeelding te laten spreken.

 

 

Beethoven IV

Brecht Valkenaers (2000) voerde met Phion onder leiding van Benjamin Levy als eerste finalist het Vierde pianoconcertvan Beethoven uit. Willem Boone: ‘Zijn inzet van het eerste deel was sonoor en ook daarna toonde hij zich een poëtisch solist, die zich soms wat onwennig leek te voelen. Daardoor kwam hij af en toe ook wat zakelijk over. In het Andante con moto vormden zijn solo’s een mooi contrast met het ‘bars’ spelende orkest. Solist, orkest en dirigent namen het laatste deel in een levendig tempo. Aardig waren de omspelende figuraties in kleine cadensen van de solist. In het eerste deel speelde hij overigens niet een van de cadensen van Beethoven, maar een cadens die romantisch aandeed.’ Vermoedelijk had Valkenaers deze cadens zelf gecomponeerd, want hij houdt van componeren en improviseren en in zijn introductiefilmpje noemde hij als een van de leuke dingen aan het YPF Concours ‘dat je je eigen muziek mag spelen.’ Vermoedelijk speelde nervositeit hem enigszins parten, want vergeleken bij de beide andere finalisten klonk zijn spel weliswaar sympathiek en veelbelovend, maar hier en daar ook een beetje slordig. Dat nam niet weg dat iemand van achteruit de zaal ‘Bravo!’ riep na het openingsdeel van Beethovens Vierde.  

 

 

Beethoven I

Salard had gekozen voor het Eerste pianoconcert van Beethoven en wist daarmee te boeien, te verrassen en te ontroeren vanaf de eerste noot na de lange orkestinleiding tot aan de allerlaatste. Willem Boone: ‘Het concert werd door Phion energiek ingezet met brutaal klinkende trompetten. Daar kon de jonge Fransman goed bij aansluiten met een mooie toon en een guitigheid die goed paste bij het opgeruimde karakter van dit stuk. Hij deed denken aan een jonge hond, waarschijnlijk was Beethoven al net zo toen hij dit stuk in Wenen ten doop hield. Na de rustige episode in het midden van het eerste deel maakt Beethoven ineens een eind aan de rust met een passage die als octaafglissando gespeeld moet worden. Deze zijn niet altijd makkelijk op een moderne vleugel uit te voeren (minder makkelijk dan op fortepiano’s!). Veel pianisten spelen deze als snelle loopjes, maar Salard speelde het als voorgeschreven en dat zorgde voor een verrassingseffect. Die waren er meer, soms door loopjes in de rechterhand anders te spelen en zeker ook in de cadens. Beethoven schreef er drie, waarvan een lange (die finaliste Viviana-Zarah Baudis na de pauze speelde). Even leek het erop dat Salard deze speelde, maar al snel bleek dat hij zijn eigen cadens speelde. Deze viel lang en fantasierijk, maar soms ook wat onsamenhangend uit. Maar de lach die je op je gezicht kreeg bij zijn inleiding verscheen ook hier door de speelse manier waarop hij korte motiefjes uit de Pathetique en Appassionata verwerkt had. Die lach was er ook in de snelle hoekdelen.

 

 

 

Het largo was een toonbeeld van rust en werd gelukkig in een niet al te traag tempo gespeeld. Hier viel op hoe stralend zijn toon is. Kennelijk vond iemand uit het publiek dat ook door ‘Mooi!’ te roepen aan het eind. Solist, orkest en dirigent namen het laatste deel, Rondo allegro scherzando in een erg snel tempo, maar zo te horen was het een gezamenlijke opvatting. Het was zeker opwindend en een beetje ondeugend, maar dit was eerder een presto. Aan het eind speelde de hobo overigens een melodie die afweek van de partituur en die je even deed opkijken. Als geheel was dit een buitengewoon sprankelende uitvoering die ervoor zorgde dat overbekende noten weer als nieuw klonken!  Het publiek reageerde ovationeel en was duidelijk gecharmeerd van deze uitvoering!’ Muzikale geestdrift, onstuitbare vaart, durf en originaliteit kleurden het Beethovenspel van Salard, die erin slaagde het bekende concert te laten klinken alsof de muziek hem ter plekke werd ingefluisterd door Beethoven, die hij op zijn beurt met een stralende klank en vrijmoedige dansachtige bewegingen een beetje op stang jaagde met een ontwapenend arsenaal aan onverwachtse wendingen, grappige accenten, verrassende details en betoverende fraseringen. Bij de prijsuitreiking zou de jury, die unaniem mee zat te deinen en regelmatig van verwondering in de lach schoot tijdens het aanstekelijke en communicatieve optreden van Salard, met alle recht en reden de loftrompet steken over de ‘open mind’ en de ‘buitengewone muzikaliteit en gevoeligheid’ waarmee de jonge pianist zowel het orkest, als de jury en het publiek wist te beroeren.

 

 

Werkelijk muziekmaken

Voor de derde kandidaat, Viviana-Zarah Baudis (1999), die al op haar vijfde haar eerste pianoconcert speelde, de nodige prijzen won en samenwerkte met o.a. Lang Lang, Herbie Hancock, Igudesman & Joo, Gabriel Prokofiev en Arabella Steinbacher, was het allesbehalve eenvoudig om nog iets bijzonders toe te voegen aan het in alle opzichten unieke optreden van Salard. In haar introductiefilmpje had ze aangegeven te hopen op veel nieuwe contacten en wellicht invitaties voor concerten en optredens met orkest. En zoveel is zeker, die verdient ze ook, want Baudis is een uitstekende, zeer betrouwbare, all round pianiste met een gezonde no nonsense muzikaliteit, een vurige drive en een oerdegelijke techniek. Na een wat plichtmatige maar wel soliede uitvoering van De Graaffs Lock, Stock and Barrel, speelde ze het Eerste pianoconcert van Beethoven met ambitieuze gedrevenheid en muzikale professionaliteit, in stijl en met smaak, energiek en gedreven, maar soms ook een beetje etudematig. Op andere concoursen had ze met haar gave vertolkingen vast een hoofdprijs gewonnen, maar het leuke van de YPF European Piano Competition is dat de vakjury, niet in de laatste plaats doordat de geest van oprichter en artistiek directeur Marcel Baudet en zijn opvolger Thomas Beijer door de opzet en artistieke waarden van het concours waaien, geneigd de meeste waarde te hechten aan de kandidaten die niet alleen heel goed piano spelen, maar bovenal werkelijk muziek maken. Zo werd Paul Salard de gedroomde winnaar van de 9e editie van het YPF-concours.

Willem Boone & Wenneke Savenije

Foto’s: Foppe Schut e.a.

 

Info:

https://www.ypf.nl

Beluister de hele YPF-finale 2025 op:

https://www.youtube.com/live/O42kU4ytIhQ?si=B0Va5J2bX1QZUTKa

You May Also Like

Openingsconcert Saariaho-festival gedragen door topsolisten Puglia en Pohjola

Julian Libeer viert 150e verjaardag van Maurice Ravel in het Muziekgebouw aan ‘t IJ

Viotti’s Verdi-requiem warmbloedig en hartverscheurend bij NedPhO

Bij pianoduo Pires-Cambra blijft Pires de grote meester