Felix en Fanny Mendelssohn Bartholdy
Boekbespreking: Emanuel Overbeeke
Nederlandstalige biografieën over componisten geschreven door Nederlanders zijn vrij zeldzaam. Bach doet het nog redelijk, maar de rest komt meestal slechts eens in de zoveel jaar aan bod. Alleen al om die reden is dit populariserende boek welkom. Niet iedereen heeft de vakliteratuur over broer en zus Fanny en Felix in de kast staan en beiden schreven boeiende muziek.
Biografische pikanterieën
De auteur heeft ruime ervaring met populariseren. Eerder schreef zij boeken over Mahler in relatie tot andere personen (Mengelberg, Freud, Strauss, Wagner, Bruckner en Beethoven) en ze schrijft wetenschappelijke teksten (ze promoveerde op een proefschrift over Mahler en Nietzsche). Ze is onder meer voorzitter van de Gustav Mahler Stichting Nederland en geeft lezingen (wie haar kent, hoort haar praten in dit boek). Ook in andere opzichten is het een boek van haar en van haar tijd. Ze houdt van biografische pikanterieën, psychologiseren en schuwt het oordelen niet. Dat Fanny, die minstens zo begaafd was als haar broer Felix maar van hun vader zich niet helemaal mocht ontplooien zoals haar broer dat kon omdat volgens papa haar taak meer lag bij het gezin en de huiskamer, is sinds het feminisme een verwerpelijk idee, maar was in vader Mendelssohns tijd geheel vanzelfsprekend. Dat Felix muziek van Fanny uitgaf onder zijn naam (later bedacht hij zich), vinden wij nu kwalijk van Felix, maar werd hem in zijn tijd niet nagedragen.
Van onze tijd en waarschijnlijk ook ingegeven door de wil tot populariseren is ook de enorme aandacht voor de kunstenaars en de vrijwel volledige afwezigheid van hun kunst, ook al lezen we op de achterflap dat de twee ‘zowel gezamenlijk als afzonderlijk hun voetsporen wereldwijd hebben nagelaten.’ Als Nikkels al schrijft over de muziek, dan vooral over de vocale muziek (waarbij zij zich beperkt tot de tekst) of over de biografische achtergronden. We lezen niet dat Felix Mendelssohn zo populair was omdat hij erin slaagde de klassieke en barokke stijl te romantiseren, grotendeels te ontdoen van zijn dramatische inhoud en die te verrijken met een flinke dosis sentiment om niet te zeggen sentimentaliteit. Het is toegegeven een soort rebellie, maar van een geheel andere orde dan bij generatiegenoten die veel overtuigender meer zaagden aan de poten van de voorbije stijlen.
Bachs Matthäus-Passion
Uiteraard komt Mendelssohns beroemdste daad ter sprake (de eerste uitvoering in bijna een eeuw van Bachs Matthäus-Passion), maar dit boek was een uitstekende gelegenheid geweest om af te rekenen met de veelgehoorde misvatting dat Bach tussen zijn dood in 1750 en Mendelssohns uitvoering in 1829 een vergeten en miskende componist was. In de tussenliggende jaren kende men van Bach weliswaar niet veel, maar dat weinige (vooral klavierwerken) was voldoende voor een duidelijk beeld van Bach: de meester van het contrapunt en de superieure vakman. (Mozart en Beethoven waren vertrouwd met Das wohltemperierte Klavier, nog voordat het werk in druk verscheen.) Niettemin is de betekenis van Mendelssohn voor de Bach-receptie diepgaand, maar dan omdat door de aandacht voor de Matthäus-Passion en andere religieuze werken gaandeweg het dominante beeld van Bach veranderde van Bach de vakman in Bach de gelovige. Vervolgens zou het tot de twintigste eeuw duren voordat deze twee eigenschappen in balans werden gebracht. Bach toonde zijn geloof via zijn ambacht waarmee hij zich onderscheidde van tijd- en landgenoten die in hun muziek anders met hun geloof omgingen. Trouwens, de afbeelding bij het hoofdstuk over Mendelssohn en Bach is niet zoals vermeld een pagina uit het manuscript van de Matthäus-Passion maar van de eerste fuga uit Bach Kunst der Fuge. Dat de muziek van Fanny enigszins anders is dan die van haar broer, weet alleen de luisteraar, niet de lezer.
Hechte band tussen broer en zus
Blijft de muziek dus vrijwel onbesproken, veel aandacht is er voor het leven van broer en zus, vooral hun persoonlijke en artistieke band. Hun achtergrond in de joodse emancipatie rond 1800 komt aan bod, evenals het besluit zich te laten dopen tot protestanten in de hoop daarmee minder last te hebben van antisemitisme. De band tussen broer en zus blijft hecht, ook als beiden een levenspartner vinden en Felix met zijn muziek meer succes heeft dan zij. Ook al had hij soms kritiek op haar muziek, hij was zeer aangedaan bij haar dood en overleed kort daarop. Na haar dood en vlak voor zijn dood schreef hij een Requiem voor strijkkwartet dat enerzijds duidelijk een In memoriam karakter heeft en anderzijds zeer lijkt op veel van zijn overige werken. Aan het slot van het boek lezen we hoe populair zijn muziek was bij zijn dood (wat een interessant licht werpt op het idee van de romantiek als een revolutionaire tijd) en dat de nazi’s in Leipzig het standbeeld voor Felix verwijderden. Mendelssohns grote revival begon trouwens niet in 1945, maar pas in de jaren tachtig.
Roerende familiegeschiedenis
Net als eerdere boeken van dezelfde uitgeverij over vergelijkbare onderwerpen is ook dit rijk geïllustreerd. De toon is onderhoudend en bondig, de uitleg niet diepgravend, de opmaak duidelijk en de prijs vriendelijk. We lezen niet dat Felix zijn huidige populariteit dankt aan de liefde voor het niet-revolutionaire aspect van de romantiek en dat Fanny haar faam thans mede dankt aan het feminisme, maar hopelijk wordt de lezer door de roerende en roerend beschreven familiegeschiedenis ook naar deze inzichten geleid.
Emanuel Overbeeke
Boek:
Eveline Nikkels: Felix en Fanny Mendelssohn Bartholdy
Uitgeverij Bekking & Blitz. ISBN 9789061096405 (paperback)