Bayreuth – Siegfried en Götterdämmerung muzikaal en scènisch statisch
![]()
Richard Wagner: Siegfried. Festspielkoor en -orkest van de Bayreuther Festspiele o.l.v. Simone Young. Klaus Florian Vogt (Siegfried), Ya-Chung Huang (Mime), Tomasz Konieczny (Der Wanderer), Olafur Sigurdarson (Alberich), Catherine Foster (Brünnhilde) e.a. Regie: Valentin Schwarz.Gehoord: 29 juli 2025, Grosses Festspielhaus, Bayreuth
Richard Wagner: Götterdämmerung. Festspielkoor en -orkest van de Bayreuther Festspiele o.l.v. Simone Young. Met Klaus Florian Vogt (Siegfried), Ya-Chung Huang (Mime), Michael Kupfer-Radecky (Gunther), Olafur Sigurdarson (Alberich), Mika Kares (Hagen), Catherine Foster (Brünnhilde), Christa Mayer (Waltraute) e.a. Regie: Valentin Schwarz. Gehoord: 31 juli 2025, Grosses Festspielhaus, Bayreuth
Door Peter Schlamilch

Nadat De Nieuwe Muze vorig jaar al de eerste twee delen van Wagners Ring des Nibelungen bezocht, Das Rheingolden Die Walküre, was het dit jaar de beurt van beide, wat taaiere, slotdelen, Siegfried en Götterdämmerung, nog steeds in dezelfde, moeizame regie van Valentin Schwarz. Moeizaam, omdat het concept van deze Ring veel kritiek heeft gekregen en naar verluidt volgend jaar, dus al na een paar jaar na de première, zal worden vervangen door een nieuwe enscenering. Zelf kijk ik daar zeer naar uit, want inderdaad: de modernistische, avantgardistische decors van Andrea Cozzi zien er weliswaar prachtig en goed afgewerkt uit, maar staan zo ver af van alles waar Wagner voor staat, dat je eerder aan een Brechtiaans ‘Verfremdungseffekt’ denkt, waarbij het de toeschouwer werd verhinderd zich emotioneel te identificeren met de personages of gebeurtenissen op het toneel, dan aan de geest van het ‘Gesamtkustwerk’ waar Wagner zich zo voor inzette. Het magische zwaard Nothung, dat in de magnetron wordt gesmeed? Kom op, dat werkt gewoon niet, al vind je je ingeving nog zo briljant.
![]()
SIEGFRIED
Hoe het ook zij, in beide opera’s werd behoorlijk goed gezongen en gespeeld door het orkest, dat onder leiding van de Australische Simone Young stond. In Siegfried bracht Mime, gezongen door de Taiwanese tenor Ya-Chung Huang, net als vorig jaar meteen vaart en een onmiskenbare gemene valsheid, hoewel hij soms wel van érg veel parlando gebruikmaakte. Dat hij met poppen moet spelen is niet zijn fout maar vervreemdend is het wel – gelukkig is hij een rasacteur. Klaus Florian Vogt, die Siegfried vertolkte, is in Bayreuth zeer geliefd en bij zijn eerste opkomst wordt meteen duidelijk waarom: zijn presentie en uitstraling zijn die van de klassieke Wagnerheld, en zijn stem is edel en uitgebalanceerd, ze glanst en vult ruimschoots de enorme zaal – soms mag hij nét iets dramatischer acteren en uithalen. In zijn grote aria werd hij ook niet helemaal begrepen door dirigent Young: soms vroeg hij om meer vaart en vuur dan de dirigente kon leveren. Tomasz Konieczny (Der Wanderer) is met zijn stem als een kanon de gedroomde Wotan: hij blaast niet alleen, als een echte god, zijn tegenstanders vocaal omver, maar acteert ook nog als… een god.
![]()
Logisch en navolgbaar
De kleding en de belichting zijn allemaal prima in orde, maar dat kan allemaal niet verhinderen dat we mijlenver van Wagners idealen verwijderd zijn. Het orkest speelde prima, maar niet zo vol en rijk als, een kleine week eerder, bij Daniele Gatti in de Meisersinger terwijl Siegfried een toch véél zwaardere orkestbezetting heeft. Rara, hoe kan dat? Ook Youngs tempi zijn over het algemeen erg statisch, wat de handeling niet ten goede komt.
In de tweede akte zijn we niet ‘diep in het bos’, vlak bij een griezelige grot (zoals Wagner wilde), maar in de mondaine Jan des Bouvrie-huiskamer van… ja, van wie eigenlijk? Alles loopt er af en aan, en zelfs de reus Fafner is niet als zodanig herkenbaar. Gelukkig laat Alberich (Olafur Sigurdarson) zich er allemaal niet door van de wijs brengen: hij zingt geweldig, penetrant en verraderlijk, en dwingt vocaal respect af. Fafner ligt in een ziekenhuisbed, eerder crematorium- dan sprookjesachtig, maar zingt fenomenaal, met een laagte waar de meeste bassen alleen maar van kunnen dromen. De scène met de Woudvogel is door de regie onbegrijpelijk geworden, zeker voor wie het verhaal niet goed kent; je mag als regisseur best wat zaken veranderen, maar ook de nieuwe beelden moeten logisch en navolgbaar blijven.
![]()
Traag en statisch
Brünnhilde (Catherine Foster) overtuigde mij minder, maar de trage tempi van Simone Young hielpen hierbij bepaald niet mee, net als de schaduwfiguren die het toneelbeeld bevolken, maar van wie we ons afvragen wie ze eigenlijk zijn. Dat ze met een soort stofzuiger loopt te slepen en uiteindelijk een brandblusser naar beneden wil gooien – het zal allemaal wel, maar de toneelbeelden worden nergens ooit interessant. Ook Siegfried heeft uiteindelijk last van de trage tempi. Als Brünnhilde zich dan ook nog als Wotan verkleedt (althans, dat denk ik) en Siegfrieds mythische zwaard van de speelgoedafdeling van de Bijenkorf blijkt te komen (het geeft licht), geven we het op. Wagners muziek is niet kapot te krijgen, maar zo traag en statisch hoorden we haar niet vaak.
![]()
GÖTTERDÄMMERUNG
Het orkestspel in Götterdämmerung, twee dagen later, beviel me op de een of andere manier veel beter, terwijl het toch dezelfde musici en dirigente waren: vlottere tempi en betere climaxen. De vaak spierwitte decors zijn weer schitterend, maar, net als in Siegfried, volledig onbegrijpelijk in de context van Wagners visioenen.
Mika Kares zingt zijn Hagen uitstekend, maar soms met een iets te breed geluid, waardoor hij niet altijd over het orkest heen komt. In de lange scène met Brünnhilde (Catherine Foster) en Waltraute (Christa Mayer, die prachtig en beeldend zingt) speelt het orkest subliem: fijnzinnig, vloeiend en dan weer heftig… heerlijk!
In de tweede akte zien we niet meer dan een leeg toneel met een boksbal, maar het mannenkoor, met meer dan 80 zangers, is indrukwekkend en het orkest heeft weer veel vaart en energie. De moderne kleding is overal volstrekt inwisselbaar en nietszeggend.
![]()
Fantastische zangers
De Rijndochters in de derde akte zijn prachtig: goed samen, in balans en individueel heel rond en sterk. Niet dat de Rijn ook maar ergens overstroomt of wat dan ook: we zitten in een leeg zwembad en veel actie is er helaas ook hier niet te bekennen. Bovendien is de belichting, met al die tl-balken, niet zo mooi en had het opgeknoopte lijk van Wotan voor mij ook niet zo gehoeven: een sterk, maar goedkoop effect in een verder doodsaaie regie, die gelukkig gered wordt door een sterk spelend orkest en fantastische zangers.
![]()
Peter Schlamilch
Info:
https://www.bayreuther-festspiele.de