Arena di Verona – Indrukwekkende en aangrijpende Traviata

Giuseppe Verdi: La traviata. Koor en orkest van de Arena di Verona o.l.v. Francesco Ommasini. Met Gilda Fiume (Violetta Valéry), Sofia Koberidze (Flora Bervoix), Galeano Salas (Alfredo Germont), Ludovic Tézier (Giorgio Germont) e.a. Regie: Hugo De Ana. Gehoord: 2 augustus 2025, Arena, Verona

Door Peter Schlamilch

 

 

Ik had een gelukje, toen ik vorige maand Traviata hoorde in Verona: geheel onverwacht viel de Salernese sopraan Gilda Fiume in en zong de rol van Violetta Valery – dat is natuurlijk altijd lastig en geeft niet zelden een onbevredigend resultaat, maar Fiume, die de rol al eerder in Verona zong, deed dat zo overtuigend, zo prachtig en vooral zó intiem dat ze van de immense arena (tienduizend plekken, uitverkocht!) een intieme Parijse salon wist te maken en het publiek betoverde met haar soms fluweelzachte, kwetsbare geluid, op andere momenten weer fel en groots. Daarbij kwamen haar indringende acteerprestaties en haar volkomen natuurlijke toneelpresentie – wie zich had opgemaakt voor slechts een ‘toeristenvoorstelling’, zoals zeer ten onrechte wel eens wordt beweerd, vergiste zich: in Verona worden vaak hoge artistieke prestaties geleverd, en zeker in deze bijzondere Traviata.

 

 

Catacomben

Bijzonder, niet alleen vanwege Gilda Fiuma, maar ook door de regie, die, zoals gelukkig wel vaker in Verona, respect heeft voor het verhaal en de context waarin het speelt. Zo zagen we prachtige 19e-eeuwse kostuums en een fascinerend decor dat hoofdzakelijk bestond uit gigantische schilderijlijsten, de meeste kapot en uiteengevallen, net als de levens van de hoofdpersonen – allemaal erg open, dus nog lastiger zingen voor de solisten dan het daar toch al is.

Bijzonder ook door de voor mij onbekende dirigent Francesco Ommasini, die maar twee van de zes voorstellingen dirigeerde, maar dat meestal gevoelvol en in uitstekende tempi deed, en de zangers uiterst fijnzinnig en genereus begeleidde, waarbij hij het orkest altijd in toom hield om ze niet te overstemmen. Ook bijzonder door het romantische regenbuitje in de tweede akte, kort en zachtjes, waar een klein uurtje op werd gewacht, maar dat het publiek verbroederde in de catacomben van de arena.

 

Breekbaar mooi

Na een prachtige en dromerige Ouverture begon het koor krachtig en uitbundig aan de eerste akte, waarop het bekende Brindisi fijnbesnaard en genuanceerd werd ingezet door Galeano Salas (Alfredo), die prachtig zong en een ideale bezetting is voor de rol: vurig en romantisch, en een prima acteur. Soms ragfijn en zacht zingend, maar altijd goed hoorbaar in de enorme arena, waarin de zangers – uiteraard – onversterkt zingen. Kleding en belichting waren schitterend, en Violetta’s daarop volgende È strano was kwetsbaar en breekbaar mooi.

 

 

Groot applaus

Salas begon de tweede akte wel wat érg slank in zijn De miei bollenti spiriti, maar in het tweede deel ervan kwam hij goed los en ging zijn bloed inderdaad koken. De opkomst van Ludovic Tézier (Giorgio Germont) was een ware bevrijding: zijn geweldige, volop dragende stem deed me even vergeten dat we in de open lucht zaten, zo indringend en expressief kwamen zijn woorden aan. Hij zong vol en dramatisch, en dirigent Francesco Ommasini gaf het orkest voor het eerst de vrijheid om wat voller te spelen: Tézier kon het namelijk hebben. Voor het overige dirigeert Ommasini uiterst relaxed en soepel, zodat de zaak uitstekend bij elkaar blijft (altijd een uitdaging in deze immense arena), maar waardoor soms het drama wat onderbelicht is, zoals in het hartverscheurende duet tussen Violetta en Germont, waarin zij haar grote liefde moet opgeven. Germonts Di Provenza is mooi, droevig en statig, maar in een echt veel te langzaam tempo. Als midden in zijn aria de eerste druppels vallen en het orkest de kostbare instrumenten hollend in veiligheid brengt, zingt hij zelf nog even, a capella, door, tot groot genoegen van het publiek, dat hem met groot applaus bedankt.

 

Huiveringwekkend moment

Het Zigeunerinnenkoor is een beetje mat maar ziet er goddelijk uit, met veel pruiken, die alles zoveel mooier maken, zeker in de dimensies van de arena. Het Matadorenkoor is vurig, maar de confrontatie tussen Alfredo en zijn ex is eigenlijk te zacht en te lief, hoewel Germont de akte redt met de cynische afwijzing van zijn zoon, en het koor, door Ommasini uiterst helder en kundig gedirigeerd, zingt een hartverscheurend troostlied voor de gebroken Violetta, die haar verdriet ragfijn, superzacht maar zeer indringend door de enorme ruimte laat zoemen. Het publiek hield de adem in – een werkelijk schitterend en huiveringwekkend moment. Wat zou ik deze beide zangers, Violetta en Alfredo, graag eens in de zaal willen horen, want hun schitterende stemmen passen niet alleen perfect bij deze rollen, maar ook bij elkaar.

 

Tranen in de ogen

Het voorspel van de derde akte is weer beeldschoon – zacht en innig. De akte komt daarna wat traag op gang en de recitatieven duren allemaal wat lang, maar dan ontvouwt zich een waar wonder: Violetta’s Addio del passato is zo diep-verdrietig, zo innig en bovenal zo wondermooi gezongen dat ik er kippenvel van kreeg, en hoe vaak overkomt je dat in de opera? Het publiek was muisstil, hing aan Fiume’s lippen om geen woord, of noot, te missen – een magisch moment. Fijnzinnig, gevoelig en dramatisch tegelijk, en bovendien schitterend geacteerd, zonder overdreven bewegingen – ze drukt de verslagen kwetsbaarheid van deze verlaten vrouw met minieme gebaren uit. Je stem zo klein te durven maken in de open lucht vereist, naast veel techniek, een enorme moed, en de prachtige hobosolo voelde het allemaal perfect aan. Het daaropvolgende Parigi, o cara vond ik voor het eerst in mijn leven niet larmoyant, maar prachtig, zinvol en menselijk. De sterfscène was hartverscheurend, zó echt, zó diep-emotioneel… nee, zeg mij maar nooit meer dat Verona alleen voor onwetende toeristen speelt. Verona is een operatempel waar je op de beste avonden met tranen in de ogen huiswaarts keert.

Peter Schlamilch

 

 

 

Info:

https://www.arena.it/en/arena-verona-opera-festival/la-traviata/

 

You May Also Like

Ana Carmen Balestra: onthoud die stem!

Michael Kelly’s Nozze di Figaro in kamermuziekformaat

Orchestra Sinfonica di Milano – Tjeknavorian analytisch en meeslepend

Opernhaus Zürich – Terfel en Kaufmann laten wanhoop en bloed rijkelijk vloeien in Tosca