Florian Verweij springt op de bres voor onbekend pianowerk van Ducasse
Gehoord: Concertgebouw, Kleine Zaal, 12 november 2024
Door Willem Boone
Lili Boulanger
Pianisten hebben in tegenstelling tot andere instrumentisten het voordeel dat ze uit een repertoire kunnen putten dat zo oneindig groot is dat zelfs de meest nieuwsgierige en veelzijdige musici er maar een fractie van spelen. Er blijft dus altijd wel iets te ontdekken over en zo bracht de pianist Florian Verweij tijdens het releaseconcert van zijn debuutalbum Sonorités de Paris (1) vrijwel alleen werken die zelden of nooit in de concertzaal klinken. De meeste daarvan ontstonden tijdens de ‘belle époque’, de periode in Frankrijk tussen het eind van de 19e eeuw en het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het is interessant om te weten dat de meeste van de gespeelde componisten elkaar gekend hebben. Verweij begon zijn recital met Thème et variations van de jong overleden Lili Boulanger. Het is een apart werk met een thema dat nauwelijks een thema is, maar dat doorwerkt in de daaropvolgende variaties. De stemming is duister en de basakkoorden spelen een prominente rol. Hoewel het om een geserreerd werk gaat dat amper tien minuten duurt, gebeurt er veel in. De pianist liet direct bij het thema horen dat hij beschikt over een gedifferentieerde toonvorming. Hij speelde met een gevoeligheid in zijn toucher die goed paste bij Franse muziek, zeker bij de daaropvolgende Trois romances sans paroles opus 17 van Fauré. Ze stammen uit diens beginperiode, waarin hij een aantal meesterwerken schreef die je alleen maar als ‘beeldschoon’ kunt kwalificeren: de Eerste vioolsonate opus 13, het Eerste pianokwartet opus 15 en de ballade opus 19, alle werken waarin de toon boven alles ‘liefdevol’ en ‘delicaat’ is. Dat gold ook voor deze Romances, de eerste pianowerken die Fauré schreef. Zeker in het tweede liet de pianist zijn toon mooi opbloeien. Het derde was breekbaar, bijna paradijselijk. Dat woord wordt vaak gebruikt bij het Requiem van deze componist, maar het gold net zo goed voor dit korte werkje dat een zeer vredig beeld schetste.
Ducasse
Het is altijd interessant om tijdens een concert muziek te horen van een componist die je niet eerder gehoord hebt: voor mij was dat het geval bij Jean Roger Ducasse. Hij was de favoriete compositie leerling van Fauré en een vriend van de familie Boulanger. In de toelichting stond beschreven dat hij niet ‘fulltime componeerde’ en daarom maar een klein oeuvre naliet. Het is, zoals de pianist terecht stelde in de programmatoelichting, niet zo makkelijk om diens muziek te categoriseren. Ducasse had duidelijk zijn eigen harmonische taal, waarmee hij zich losgemaakt heeft van zijn leermeester Fauré. Deze was niet persé ‘impressionistisch’ van karakter, in elk geval minder dan die van Debussy, maar hij was hoorbaar op zoek naar ‘sonorités’, klanken. Dat was ook letterlijk de titel van een van de stukken die Verweij van hem uitvoerde. Dat deze componist een getalenteerd pianist was, hoor je duidelijk aan zijn muziek, die pianistisch klinkt. Ik meende soms ook Spaanse invloeden te horen, zoals vage verwijzingen naar de Scènes d’enfants van Mompou of Iberia van Albeniz.Na de pauze klonk er opnieuw muziek van deze componist: diens Prélude d’un ballet en six préludes met soms vreemde tempo-aanduidingen: hoe speel je bijvoorbeeld ‘très nonchalant’? Het ging om korte sfeerschilderingen, die Verweij pianistisch geraffineerd speelde. Zijn interpretaties straalden rust uit, wat de kennismaking met de muziek van Ducasse zeer ten goede kwam.
Franck
Het bekendste werk van dit recital was Prélude, air et final en zelfs dat wordt maar mondjesmaat uitgevoerd, minder vaak dan de andere bekende triptiek Prélude, choral et fugue. Het was dus zeker goed om dit relatief weinig uitgevoerde stuk weer eens te horen. Met de inzet van de Prélude werd direct duidelijk dat we met veel ‘aardsere’ muziek te maken hadden dan die van Fauré en Ducasse (en dat terwijl Franck vaak ‘le père angélique’ genoemd werd!). De toon was voller en riep soms het instrument van Franck, het orgel, in herinnering. In Air liet Verweij opnieuw een gevoelig toucher horen, zeker aan het vredige eind ervan. Daarentegen begon Final stormachtig en het klonk bij vlagen majestueus, maar ook in dit geval eindigde het op vredige wijze. Het zorgde voor een passende afsluiting van een interessant recital dat misschien niet louter uit meesterwerken bestond, maar het bood de kans om kennis te maken met grotendeels onbekend repertoire. Het valt toe te juichen dat een jong musicus die kans grijpt voor een concert in de Kleine Zaal en zijn eerste cd. Hij had daarbij ook terug kunnen vallen op ‘krakers’ als Beethovens Appassionata, Schumanns Carnaval of Ravels Gaspard de la nuit (hoe fraai ook). Dat hij dat niet gedaan heeft, maakt dat zijn cd Sonorités de Paris werkelijk iets toevoegt aan de cd-markt en aan onze perceptie van ‘de Franse muziek’.
Willem Boone
- Cd ‘Sonorités de Paris’, werken van Ducasse, Fauré, Lili Boulanger en Franck, Gutman Records CD241, gutmanrecords.com