Kissin herdenkt 50e sterfdag Sjostakovitsj in drie sonates met drie grote strijkers
Gehoord: 22 januari 2024, Muziekgebouw Eindhoven.
Door Wenneke Savenije
Verwarde geluidsstroom
Vijftig jaar geleden stierf Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) in een ziekenhuis in Moskou, niet aan de longkanker waarmee hij worstelde, maar aan zijn derde hartinfarct. Daarmee ging een grote Russische symfonicus verloren, die al in 1936 in de problemen raakte met het stalinistische regime door zijn opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk. In de Pravda verscheen het artikel Chaos in plaats van muziek, waarin de opera werd neergesabeld als ‘een verwarde geluidsstroom’, ‘drukke, schreeuwerige, neurotische muziek’ en goedkoop bourgeois sentiment’ in tijden waarin volgens de machthebbers ‘Sovjetkunst geen ander doel kan hebben dan het belang van het publiek en de staat.’ De componist maakte noodgedwongen een knieval, trok zijn omvangrijke Vierde symfonie terug en revancheerde zich met zijn Vijfde symfonie uit 1937, die hij voorzag van de ondertitel: ‘Het antwoord van een Sovjetartiest op gerechtvaardigde kritiek.’ Maar ook al redde hij hiermee zijn positie als weer geaccepteerde en zelfs gewaardeerde componist in het epicentrum van het Stalinistische regime, gelukkig werd hij er niet van.
Naar aanleiding van zijn Vijfde symfonie zei hij bitter: ‘Het moet toch voor iedereen duidelijk zijn wat daar gebeurt. Het is alsof iemand je met een stok slaat en zegt “het is jouw taak om vreugde te brengen, het is jouw taak om vreugde te brengen”, en je staat op, kreunend, en zegt “het is mijn taak om vreugde te brengen, het is mijn taak om vreugde te brengen!’ Met de invoering van het Zjdanovbeleid in 1948, dat voorschreef dat elke kunstenaar moest handelen naar de denkbeelden van de Sovjetunie, kreeg de componist een officiële waarschuwing. Hij verloor zijn baan als leraar aan het Conservatorium van Moskou en daarmee zijn inkomen, zodat hij noodgedwongen veel filmmuziek ging componeren om zijn rekeningen te kunnen betalen. Zijn andere stukken verdwenen vooralsnog in een la, totdat zijn muziek na de dood van Stalin in 1953 weer mondjesmaat terugkeerde op de Russische concertpodia en de componist uiteindelijk zelfs permissie kreeg om naar Engeland en de Verenigde Staten te reizen, waar hij contacten legde met Benjamin Britten en Leonard Bernstein.
Muziek reikt verder dan schilderkunst en beeldhouwkunst
In een klimaat dat ook na de dood van Stalin in 1953 nog altijd geregeerd werd door spionage, onteigeningen, verdachtmakingen, chantage, bedreiging, arrestaties en verbanningen, hield Sjostakovisj zich dapper staande zonder zijn ziel volledig aan de duivel te verkopen. Dat heeft niet alleen vijftien bloedstollende symfonieën opgeleverd, maar ook indringende soloconcerten, opera’s, film- en theatermuziek en vooral ook veelal schitterende kamermuziek, waaronder vijftien strijkkwartetten, een pianokwintet en twee pianotrio’s, liederen, stukken voor piano solo en drie sonates voor cello, viool en altviool. In de muziek kon de getergde Sjostakovitsj tot op zekere hoogte zichzelf zijn: ‘Muziek is een middel dat in staat is om duistere dramatiek en pure vervoering, lijden en extase, vurige en koude woede, melancholie en wilde vrolijkheid uit te drukken – en de subtielste nuances en wisselwerkingen van deze gevoelens die woorden niet kunnen uitdrukken en die onbereikbaar zijn in schilderkunst en beeldhouwkunst.’ Als Sjostakovistj één ding vertwijfeld overeind probeerde te houden in zijn noodgedwongen ‘conservatieve’ oeuvre, dan was dat wel zijn artistieke integriteit, die met name in zijn kamermuziek op uiterst persoonlijke wijze naar buiten komt. Gebogen maar niet geknakt creëerde de hypergevoelige componist onder het juk van verlammende ideologieën en geestelijke frustraties zijn persoonlijke vrijheid in de muziek.
Drie sonates voor piano en strijkinstrument
Wie vaak naar concerten gaat zal het zijn opgevallen dat sonates voor piano en een strijkinstrument niet of nauwelijks meer geprogrammeerd worden op de concertpodia. Ze worden gezien als te ‘saai’ en te weinig enerverend om de zaal vol te krijgen, wat doorgaans beter lukt met kamermuziekwerken als strijkkwartetten, pianotrio’s, pianokwintetten of octetten, zoals de spectaculaire Octetten van Mendelssohn en Enescu. Hoe groter de bezetting, hoe spannender het ‘evenement’ is de trend. Daarom is het des te bijzonderder dat meesterpianist Evgeny Kissin – die in Rusland uit de gratie viel en zelfs tot ‘buitenlandse agent’ werd betiteld nadat hij zich dapper had uitgesproken tegen de oorlog in Oekraïne, zodat hij tegenwoordig in Brussel woont – besloot de grote Russische componist te herdenken met drie sonates: de Sonate voor cello en piano in d, op. 40 uit 1934, de Sonate voor viool en piano in G, op. 134 uit 1968 en de Sonate voor altviool en piano, op. 147 uit 1975, gespeeld door topcellist Renaud Capuçon, de legendarische violist Gidon Kremer en de geweldige altviolist Maxim Rysanov. De drie sonates, waarvan de eerste werd geschreven net voordat Sjostakovitsj met zijn Lady Macbeth uit het district Mtsensk in ongenade viel, en de laatste vlak voor zijn dood, vertegenwoordigen een soort dwarsdoorsnede van de ontwikkelingsgang van de componist. Op het concert in Eindhoven manifesteerde klavierleeuw Kissin zich aan de vleugel als ijzersterke promotor van Sjostakovitsj’ muziek en daarnaast als empathische, sociale en alerte begeleider van zijn door hemzelf uitgenodigde muzikale vrienden.
Cellosonate
Toen hij de Cellosonate componeerde was Sjostakovitsj verliefd op een toneelspeelster uit de opera in Leningrad, waardoor zijn nog tamelijk ongecompliceerde muziek vleugels kreeg, ook al belandde Sjostakovitsj als gevolg van zijn affaire in een tijdelijke scheiding met zijn eerste vrouw Nina Vazar, met wie hij zich al snel herenigde, wat in 1936 resulteerde in een dochter. Van dit optimistische en melodieuze werk gaf Kissin met Capuçon, die excelleerde in een warme en sonore toonvorming, vloeiende fraseringen en een robuuste articulatie, een uitstekende maar toch niet optimaal tot de verbeelding sprekende uitvoering, waarin quasinonchalant werd uitgedrukt dat de componist in dit stuk nog vrij kon ademen, ook al hingen de donkere schaduwen al voelbaar in de lucht.
Sjostakovitsj, Oistrach en Richter
Vioolsonate
De Vioolsonate werd geschreven voor de 60e verjaardag van de befaamde Russische violist David Oistrach, met wie Sjostakovitsj regelmatig samenwerkte. Oistrach: ‘Dmitri wilde een nieuw, tweede concert voor mij schrijven als cadeau voor mijn 60e verjaardag. Er zat echter een fout van een jaar in zijn timing. Het concert was klaar voor mijn 59e verjaardag. Kort daarna leek Dmitri te denken dat hij, nu hij een fout had gemaakt, deze moest corrigeren. Zo kwam hij tot de Sonate … Ik had het niet verwacht, hoewel ik al lang hoopte dat hij een vioolsonate zou schrijven.’ Het driedelige werk belicht alle kanten van Sjostakovitsj en geldt als een portret van zijn innerlijke verscheurdheid. Het begint dromerig en meditatief, ontwikkelt zich in het tweede deel tot dramatische grilligheid en turbulentie en sluit af met een ingenieuze passacaglia. De nu 77-jarige Kremer, die zelf bij David Oistrach studeerde, talloze keren werken van Sjostakovitsj heeft uitgevoerd en de componist ook nog persoonlijk heeft ontmoet, leek door zijn enorme staat van dienst de aangewezen persoon voor een intense vertolking van dit vaak door hem gespeelde stuk. Kremer weet nog steeds van geen ophouden en timmert nog altijd aan de weg met zijn Kremerata Baltcia. De muziek van Sjostakovitsj reflecteert volgens hem de grote tragedies van de tijd waarin we leven: ‘De Vioolsonate is geen leuke muziek. Het is een grote worsteling tussen een onrechtvaardige wereld en het voeden van de ziel.’ Maar toch leek de fut er bij de grote violist een beetje uit, zodat er hier en daar wat haperingen waren die op zichzelf niet erg stoorden, maar wel afleidden van de muzikale boodschap die met te weinig kracht, intensiteit en dynamiek werd overgebracht om diepe indruk te maken. Toch dwong Kremer ook respect af met zijn nog altijd fraaie spel, waarmee hij zijn begrip en liefde voor de muziek van de verscheurde Sjostakovitsj duidelijk maakte. Ook in dit werk manifesteerde de virtuoze, intelligente en buitengewoon muzikale Kissin zich feilloos, stuwend en toch ingetogen achter de vleugel als ideale ‘partner in crime’.
Altvioolsonate
Maar verreweg het meest aangrijpend klonk de Altvioolsonate, die Sjostakovitsj drie dagen voor zijn dood in het ziekenhuis voltooide als een intens droevige afscheidsgroet aan het leven. Maxim Rysanov trok met majestueuze instrumentale allure alle registers open om in aangrijpende klankkleuren uiting te geven aan de angst die volgens hem tot op het laatste toe bepalend was voor het leven van de componist. ‘Elke nacht kon er op zijn deur worden geklopt’, zo verklaarde Rysanov afgelopen week in NRC Handelsblad: ‘Sjostakovitsj woonde in de jaren dertig in een appartementengebouw waar vrijwel alle mannen werden gearresteerd en weggevoerd. Hij had permanent een gepakte koffer klaarstaan, voor als ze hem kwamen halen. Dat moment kwam uiteindelijk nooit, maar de angst voor dat kloppen zit overduidelijk in zijn muziek.’
De Altvioolsonate begint met pizzicati, die associaties wekken met een klok die Sjostakovistj’ laatste uren slaat. Ook hoor je de klop op de deur waar de componist zo bang voor was, maar die nu vooral associaties wekte me de aankondiging van dood. Het driedelige werk, waarvan beide hoekdelen donker en duister zijn, laat zich beluisteren als een muzikale autobiografie. In het middendeel duiken steeds weer flarden op van Beethovens Mondscheinsonate, als opflakkeringen van liefde, hoop en weemoed, maar de tijd tikt weg en in het slotdeel lijkt Sjostakovitsj uiteindelijk zijn levenslange gevecht met de autoriteiten, zijn ziekte en de frustraties van het leven te staken door zich te verzoenen met zijn eigen dood. Rysanov, die zich liet beluisteren als een ontzagwekkende geweldenaar op de altviool, dook in aangrijpende dialogen met de fabuleus spelende Kissin diep in de zielenroerselen van de stervende componist en bracht hem in fraaie kleurschakeringen een nobele eregroet.
Wenneke Savenije
Info:
https://mge.nl/agenda/evgeny-kissin-gidon-kremer-gautier-capucon-maxim-rysanov/
Dit concert vormde een onderdeel van een internationale Sjostakovitsj-tournee door Evgeny Kissin. Dit specifieke programma gingop 18 januari van start in Lucerne en eindigt op 10 februari in Toulouse, waarbij Kissin, Capucon, Kremer en Rysanov de drie sonates spelen in München, Wenen, Luxemburg en Parijs. Voor meer informatie, zie:
https://www.kissin.org/concerts
Meer over Kissin:
https://denieuwemuze.nl/evgeny-kissin-is-een-held/