Lozakovich en het NedPho o.l.v. Gemma New nemen het op voor de onderdrukten  

Gehoord: 1 februari 2025, Concertgebouw, Let op! Herhaling: 2 februari, 14.15 uur, aldaar.

Door Wenneke Savenije

 

Relevantie

De wereld staat in brand en ook al hebben wij daar nog niet zo heel veel last van, om ons heen draaien oorlogen, destructie en klimaatrampen gestaag de duimschroeven aan, terwijl de kloof tussen arm en rijk wereldwijd steeds groter wordt. Er hangt onheil in de lucht, zeker nu gewetenloze figuren als Poetin, Xi Jinping, Trump en – sos – Elon Musk de dienst uitmaken. Hoe programmeer je in deze tijden een relevant klassiek concert?

 

 

Actueel en betekenisvol

Het Nederlands Philharmonisch Orkest kwam zaterdagavond met een schoolvoorbeeld van een zinvol programma, waarin onderdrukking stevig aan de kaak werd gesteld en de muziek het opnam voor de onderdrukten. Kies voor Beethovens Zevende symfonie en het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj, voeg daarbij het pas 23-jarige vioolfenomeen Daniel Lozakovich – geboren in Zweden uit een Wit-Russische vader en een Kyrzigische moeder, die met filosofische wijsheid, muzikale hyperintelligentie en instrumentale toverkracht de sterren uit de hemel speelt – en koppel deze jonge virtuoos, die al eerder met het NedPho optrad, aan de temperamentvolle Nieuw-Zeelandse dirigente Gemma New, en je weet zeker dat het geen braaf of nietszeggend concert zal gaan worden. Als je het programma ‘Muziek in roerige tijden’ dan ook nog eens opent met de wereldpremière van een even angstaanjagend als fascinerend orkestwerk van de in Nederland wonende Iraanse componist  (1992), dan heb je tenminste vijf sterren verdiend voor het bedenken van een actueel en betekenisvol programma.

 

 

Confessions of the Mulberry Tree

‘Muziek uit roerige tijden’ maakte diepe indruk in roerige tijden. Tafreshi liet zich inspireren door de poëzie van de Iraanse dichter en filmmaker Baktash Abtin (1974-2022), voorvechter voor vrijheid van expressie en vreedzaam verzet tegen censuur. Hij belandde in de gevangenis, schreef daar gedichten en moest zijn strijd uiteindelijk met de dood bekopen. De dichtregel ‘Ik was de schreeuw om vrijheid’ liet Tafreshi niet meer los. Hij vertaalde het woord vrijheid in klank (F/F#-D-C#-E), koos voor dezelfde orkestrale bezetting als Sjostakovitsj in zijn Eerste vioolconcert, dat eveneens kan worden opgevat als een schreeuw om vrijheid, en liet zich inspireren door de moerbeiboom die zijn schaduwen wierp op de binnenplaats van de gevangenen. De boom die kan getuigen van het de wreedheden die dagelijks worden begaan tegen onschuldige mensen zwijgt, maar uit  desondanks zijn protest door middel van de enerverende klanken in Tafreshi’s muziek, waarin met behulp van een explosieve orkestrale ‘beeldtaal’ alles gezegd wordt wat de onderdrukten moeten ervaren maar niet kunnen zeggen en helaas vaak ook niet meer kunnen navertellen. Dreigende stiltes, dreunende klappen, helse pijnen, woede en wanhoop, lijdende zielen, meedogenloze wreedheden, alles leek voorbij te komen in dit indrukwekkende orkestwerk, waarvan het Nedpho onder de gedreven leiding van de bij het orkest debuterende dirigente Gemma New een imposante uitvoering gaf.

 

 

De schreeuw van Sjostakovitsj

Wie bang is zwijgt. Toen Sjostakovitsj in 1947-1948 zijn Eerste vioolconcert componeerde, terwijl hem door het wrede beleid van Stalins ‘cultuurpaus’ Zjdanov op grove wijze de mond was gesnoerd, overheerste angst zijn leven. Desondanks schreef hij juist in die donkere dagen al meteen een meesterwerk, het Eerste vioolconcert in a, op. 77, dat pas in 1955 voor het eerst kon worden uitgevoerd door violist David Oistrach, die het werk bewonderde om zijn ‘Shakespeareaanse diepgang.’ In de woorden van Daniel Lozakovich: ’Het Vioolconcert is het eerste van zijn grootste werken en waarschijnlijk het grootste werk van de 20e eeuw, met name voor de viool. Maar hij kon het pas uitbrengen na Stalins dood, omdat dit zo’n protest was tegen wat er met mensen gebeurde. Het eerste deel begint met de Nocturne. Nachtmuziek. ’s Nachts, dat was in die tijd het moment waarop ze mensen wegvoerden. Sjostakovitsj had altijd een koffer ingepakt om voorbereid te zijn als hij meegenomen zou worden. Hij was altijd bang en hoorde hoe mensen ’s nachts werden weggevoerd. Er is die spookachtige angst en die spookachtige depressie. Het is een van de eerste stukken waarin hij het motief DSCH introduceert, de letters van zijn naam en hij zet het erin, wat laat zien dat dit zijncompositie is, dat hij het is, zijn agonie, zijn geschreeuw. Deze noten zijn puur lijden. Het derde deel is een Passacaglia die hij componeerde als een requiem voor zijn vermoorde vrienden, een herinnering aan alle vervolgden die waren overleden. Na dit langzame deel, een diep ontroerende treurzang, gaat hij over op de soloviool met een cadens, waarschijnlijk de meest gekke solosectie in een vioolconcert.’

 

 

Om met die solocadens te beginnen: Lozakovistj gaf er een meesterlijke vertolking van die dwars door je ziel sneed omdat hij in deze expressieve solo uitdrukking gaf aan al het lijden, alle frustratie en woede, alle angst en hoop van de onderdrukten. Dat deed Lozakovich met een integriteit, een diepzinnigheid en een puurheid die niet alleen instrumentaal, maar ook muzikaal letterlijk verpletterend was. Alsof hij ijl, heel zachtjes en intens treurig zong vanuit een andere wereld opende Lozakovich het Vioolconcert, dromerig maar unheimisch, alsof de gestorvenen onder de onderdrukten vanuit het heelal stilletjes en bedroefd vergeefs hun hart wilden luchten. Van daaruit spon de violist als een vioolspin ragfijne zilverdraden naar het turbulente Scherzo, de aangrijpende Passacaglia en de quasinonchalante Burleske, zonder daarbij ook maar een seconde de spanningsopbouw van het hele concert in te laten zakken. Het was magisch. Zijn verfijnde klank was ongekend expressief en suggestief, zijn ‘verhaal’ hartverscheurend. Om duidelijk te maken dat je ook in tijden van duisternis het licht in jezelf moet zien te bewaren, speelde Lozakovich bij wijze van  wonderschone toegift nog een caprice voor viool solo van Sjostakovitsj waarin, niet in de laatste plaats door de zangerige en verfijnde zeggingskracht van zijn sublieme vioolspel, af en toe aarzelend de zon doorbrak.  Lozakovich: ‘Ik hou van de muziek die ik speel. Het is echt een geschenk voor de mensheid, muziek. Het is de enige taal die je echt een beter mens kan maken, onbewust, gelijkmatig en zielvol.’ En daarmee is klassiek muziek eigenlijk altijd relevant.

 


Gemma New

Nadat de Nieuw-Zeelandse dirigente Gemma New, die in Amerika wordt gezien als ‘een van de grootste rijzende sterren in het dirigenten-stelsel’, in de extreem veeleisende werken van Tafreshi en Sjostakovitsj had laten zien dat ze barst van de energie en het muzikale temperament, werd ook duidelijk dat ze nog net niet genoeg vertrouwd is (en vermoedelijk te weinig repetitietijd ter beschikking had) om het NedPho tot volmaakt samenspel te inspireren. Het gevolg was dat ze als het ware meer de muziek dan de musici dirigeerde, als een ballerina die in haar lichaamstaal verduidelijkt wat ze zou willen horen, terwijl het orkest haar nog niet altijd volledig kon volgen en daardoor af en toe aan het rommelen sloeg. Daardoor klonken sommige passages ongelijk of onzuiver, wat enigszins afbreuk deed aan de grote lijnen, die wel weer overtuigend over het voetlicht kwamen. In de Zevende symfonie van Beethoven die zich o.a. laat beluisteren als een protestsong tegen Napoleon, sloeg de dirigente meer nog dan in de andere werken haar vleugels uit om de musici op te zwepen tot wat haar voor ogen stond. Dat was in principe een steekhoudend betoog, waarin Beethoven heroïsch tot de mensheid sprak om te pleiten voor morele hoogstand en menslievendheid. Dat het niet helemaal overtuigend werd lag bij passages meer aan imperfecties in het orkest dan aan New. Met wat meer repetitietijd zou Beethoven absoluut nog krachtiger hebben geklonken.

Wenneke Savenije

 

Info:

 www.orkest.nl

 

https://www.deutschegrammophon.com/en/artists/daniel-lozakovich

https://www.warnerclassics.com/artist/daniel-lozakovich#videos

You May Also Like

De Hangende Tuinen van Babylon

Orkest van de Achttiende Eeuw welluidend en beschaafd

CHANGES – Roctet presenteert nieuwe cd met wereldpremière Theo Loevendie

Een bijzondere avond die niet helemaal op gang wilde komen