Martin Oei: fijnzinnig en discreet pianist

Gehoord: Waalse Kerk, Amsterdam, 16 februari 2025

Door Willem Boone

 

Fijnzinnig en bescheiden

‘Speel voor mij en ik zeg u wat voor soort pianist u bent!’, dat ging door mijn hoofd toen ik naar het recital van pianist Martin Oei in de serie ‘Willem Brons presenteert’ in de Amsterdamse Waalse Kerk luisterde. Afgaand op mijn eerste indrukken zou ik vooral zeggen dat Oei ‘een fijnzinnige en bescheiden musicus’ is, niet het type dat duidelijk een stempel op alles wat hij speelt drukt. De vraag is of dat eigenlijk wel moet, maar daarover later meer. De jonge pianist begon zijn recital op serene wijze met Haydn’s Sonate nr 44 in g klein, die in tegenstelling tot veel andere sonates van deze componist tweedelig is. Daarnaast zijn deze delen, Moderato en Allegretto ongeveer beide in hetzelfde tempo geschreven, wat dit stuk een uiterst ‘rustige’ uitstraling geeft. Willem Brons nam voor aanvang van dit recital kort het woord om te zeggen dat hij vergeten had in het programma het cv van de pianist op te nemen. Hij vertelde dat Oei geen student van hem was, maar wel aan een aantal van zijn masterclasses had deelgenomen. Te oordelen naar het spel van de jonge musicus had deze best een leerling van Brons kunnen zijn, door zijn serieuze wijze van musiceren en deels ook door het programma dat hij voor de pauze speelde. Hij nam zijn tijd in de sonate van Haydn en zijn spel straalde rust uit.

 

 

Beethoven en Chopin

Datzelfde gebeurde in de Sturm-sonate van Beethoven, waarin hij het recitatief uit het eerste deel, Largo, als een echte vraag speelde. De materie van Beethoven is krachtiger en weerbarstiger dan die van Haydn en dat was deels in zijn toucher te horen, maar ook hier troffen zijn discrete spel en de ongehaaste tempi. Met het rechterpedaal riep hij soms bijzondere effecten op. In het tweede deel, Adagio, had hij met zijn bij vlagen breekbare toucher aandacht voor Beethovens menselijkheid, die deze componist vaak in een enkel akkoord weet te leggen. Mooi was het tempo van het derde deel, Allegretto, dat eigenlijk een lang perpetuum mobile is. Zijn benadering van deze prachtige sonate, die maar relatief zelden in concertzalen te beluisteren is, was overwegend lyrisch, alsof er een zacht licht op scheen. Het deed denken aan het zonlicht dat net op dat moment naar binnen scheen.

In Chopins Eerste ballade in g opus 23 deed zijn spel aanvankelijk dromerig aan en viel nogmaals zijn onnadrukkelijke manier van spelen op, wat mij betreft bleef het dramatische karakter, vooral in de coda, wat onderbelicht. Deze had hartstochtelijker kunnen klinken. Hierboven opperde ik dat Oei misschien niet het type musicus is dat een onmiskenbaar stempel op alles wat hij speelt drukt. Dat hoeft ook niet, maar het is vergelijkbaar met iemand die het woord neemt tijdens een bijeenkomst. Op zo’n moment trek je de aandacht naar je toe om een statement te maken en vervolgens weer iemand anders het woord te geven. Het kan natuurlijk zijn dat iemand zich bij zo’n rol niet prettig voelt en de muziek liever voor zich laat spreken.

 

 

Preludes van Chopin

Na de pauze stonden de 24 Preludes opus 28 van Chopin op het programma, die misschien wel het hoogtepunt van zijn oeuvre vormen. Ze zijn berucht, niet alleen om hun moeilijkheidsgraad, maar ook om de constant wisselende stemmingen. Sommige zijn uiterst kort, andere hebben een ander karakter dan dat van een prelude, nr. 7 lijkt bijvoorbeeld op een mazurka, nr. 16 op een virtuoze etude.

Oei liet meer dan eens in de linkerhand Chopins ingenieuze, polyfone schrijfwijze horen en speelde sommige van de snelle preludes, zoals de nrs. 3 en 5 in een vrij gematigd tempo. Dat gold zeker voor nr. 16, waar een beetje de bezetenheid miste die bepaalde pianisten erin leggen. Het leek alsof de pianist zich meer thuis voelde in een bespiegelend miniatuur als nr. 17. In de laatste Prelude kwam het onverbiddelijke karakter die van dit stuk een ‘course à l’abime’ (= rit naar de afgrond) maakt niet helemaal tot zijn recht, al waren de laatste drie noten zeer krachtig. Als geheel toonde hij een bewonderenswaardige beheersing en concentratie, door de eerder gesignaleerde liefdevolle en fijnzinnige benadering van de pianist bleef de dramatiek van sommige preludes wat achter. Niettemin was het een genoegen om deze cyclus, die nooit zijn indrukwekkende uitwerking mist, te beluisteren!

Willem Boone

 

Info:

Volgende concert in deze serie op 2 maart, zie:

https://www.klassiekemuziek.nl/e/18884/serie-willem-brons-presenteert

Martin Oei:

https://martinoei.nl

You May Also Like

Openingsconcert Saariaho-festival gedragen door topsolisten Puglia en Pohjola

Julian Libeer viert 150e verjaardag van Maurice Ravel in het Muziekgebouw aan ‘t IJ

Viotti’s Verdi-requiem warmbloedig en hartverscheurend bij NedPhO

Bij pianoduo Pires-Cambra blijft Pires de grote meester