Openingsconcert met o.a. Celloconcert van Henriette Bosmans, gehoord 11 september 2024, Oranjekerk, Amsterdam.
Door Wenneke Savenije
Ruimte!
Ruimte is het thema van de 7e editie van de Muze van Zuid, dat van 11-15 september met steun van de bewoners van Amsterdam Zuid de straten, pleinen, parken, privéhuizen kerken e.a. monumenten transformeert tot een levendig podium voor topmusici in verassende muziekstukken van de renaissance tot nu. Ruimte voor het hele spectrum van klassiek, jazz en improvisatie tot wereldmuziek, ruimte voor jong en oud, ruimte voor ruim denken en muzikale meerstemmigheid, ruimte voor futuristische choreografieën over de maan en de planeten, ruimte voor oude en nieuwe componisten, muziek, musici en muziekpedagogen die van oudsher goed gedijen in Amsterdam Zuid, waar de straten naar componisten zijn vernoemd en waar talloze huizen herinneren aan hun muzikale bewoners.
Generaties musici zijn er opgeleid en konden er experimenteren tijdens informele huisconcerten, wereldberoemde musici streken er neer als ze Amsterdam aandeden. Vioolpedagoog Oskar Back leidde er vele Nederlandse violisten op, Mahler kwam er logeren bij zijn collega Alphons Diepenbrock wanneer zijn symfonieën in het Concertgebouw werden uitgevoerd, dirigenten en musici van het Concertgebouworkest woonden er, instrumentenbouwers deden er goede zaken en bijzondere componisten als Henriette Bosmans en Theo Loevendie vonden en vinden er de rust en inspiratie om te componeren.
Spannende verhalen
Amsterdam Zuid is doordrenkt van muzikale geschiedenis, waarover musicoloog Huib Ramaer, de inspirerende organisator van Muze van Zuid, tijdens muziekwandelingen de spannendste verhalen weet op te dissen. Maar ook de programmering van zijn kleurrijke festival is een verhaal, of liever gezegd een spannende avonturenroman, die het publiek handreikingen biedt om op verrassende plekken in Amsterdam Zuid van alles te ontdekken, horen en beleven. Veelzijdigheid, nieuwsgierigheid en grensoverschrijdend denken zijn opmerkelijke eigenschappen van muzikale schatgraver Ramaer, die net zo graag luistert naar de oude muziek van Valerius als naar de hedendaagse klanken van Kate Moore en alles met alles weet te verbinden. Ramaer maakt overal een feest van, maar daarbij houdt hij wel muzikale inhoud en kwaliteit in de gaten, zodat alles wat hij programmeert het ‘ludieke’ overstijgt en echt de moeite van het beluisteren waard is.
Zonder viool geen orkest
Ramaer: ‘Nu de jeugdopleidingen gedecimeerd dreigen te worden, heb ik ervoor gezorgd dat ‘de viool’ deze editie zeer prominent aanwezig is. 27 hele prille bespelers van open snaren van ‘het’ Violenensemble van KC De Leertuin uit de Schinkelbuurt violeren in hun voorstelling Bremer Stadsmuzikanten, jong viooltalent Kira van der Woerd treedt op in de Oskar Back studio, vioolbouwer Hubert de Launay vertelt over zijn herontdekking van vioolbouwer Hendrik Jacobs – we hebben in Zuid een Hendrik Jacobszstraat!- waarbij violist Tim Brackman de klank van zijn historische violen zal demonstreren.
Er is een huisconcert met violiste Floor Lecoultre en Lidy Blijdorp in o.a. Roemeens repertoire en een concert in De Thomas door het Roctet van het Radio Filharmonisch Orkest met misschien wel de laatste lichting Nederlandse strijkers die het zover hebben gebracht. Want nu alle benul voor het belang van muziekeducatie uit beeld dreigt te verdwijnen en de subsidiegevers botweg een streep hebben gezet door ontwikkelingstrajecten voor de jeugd om zich te kunnen ontplooien tot professionele muzikanten, is het de vraag of we straks nog wel goede musici als violiste Joris van Rijn of altvioliste Francien Schatborn uit het Roctet zullen hebben… Op het slotconcert klinken festivalvioliste Julija Hartig en Reineke Broekhans, Edison winnaars 2023.’ Tip: bekijk het programma van de Muze van Zuid op https://www.muzevanzuid.nl om u vijf dagen onder te dompelen in de mooiste muzikale avonturen. Het enige risico dat u loopt is keuzestress, maar die raakt u wel weer kwijt tijdens de Johnny & Jones-wandeling o.l.v. Ramaer door het Beatrixpark of de Mahler-wandeling o.l.v. Hans van den Boom in Amsterdam Zuid.
Openingsconcert
Gisteravond vond in de Oranjekerk in de Pijp het feestelijk openingsconcert van De Muze van Zuid 2024 plaats, dat al vooraf was gegaan door een muzikaal onderzoek naar de invloed van Indonesië op ons muziekleven door Oorkaan in het Concertgebouw, een vioolwandeling door festivalvioliste Julija Hartog enBabar De Kleine Olifant, een kinderconcert en tekenworkshop voor de jongste bewonertjes van Amsterdam Zuid. In de Oranjekerk stond de Nederlandse pianiste en componiste Henriette Bosmans (1895-1952) centraal, die om de hoek bij het Concertgebouw zeven jaar samenwoonde met celliste en dirigente Frieda Belinfante, voor wie ze haar Tweede Celloconcert schreef. ‘Je doet iets voor de samenleving als je de mensen muziek geeft en ze muziek laat horen. Als vrouw, als man, als homo of als hetero. Wat maakt dat in vredesnaam uit’, verklaart Belinfante in Een schitterend vergeten leven, een biografie van Toni Boumans over deze bijzondere dame. Belinfante moest Nederland ontvluchten omdat ze tijdens de Tweede wereldoorlog actief betrokken was bij de aanslag op het gemeentearchief. Naar vele omzwervingen belandde ze in Amerika, waar ze zich ontpopte tot een van de eerste vrouwelijke dirigenten met een eigen orkest.
Henriette Bosmans
Over Bosmans schreef Concertgebouwdirecteur Rudolf Mengelberg bij haar overlijden in 1952: ‘Als pianiste en paedagoge, als kamermuziekspeelster en begeleidster, als componiste en schrijfster straalde zij een persoonlijkheid van grote bezieling en charme uit. De veelkleurige facetten van haar talent doorkruisten elkaar en schenen elkaar wederzijds te belichten. Het zou moeilijk zijn haar kunstenaarschap onder een hoofd te rubriceren, hetzij dan onder haar eigen naam.’ Bosmans groeide op in Amsterdam Zuid als de dochter van een jonggestorven cellist uit het Concertgebouworkest en een ambitieuze pianodocente, die haar dochter drilde om musicus te worden. Dat lukte, want als pianiste trad Bosmans op met dirigenten als Mengelberg, Monteux en Van Beinum. Maar over zichzelf was Bosmans niet zo erg te spreken. Ze omschreef haar karakter als despotisch en koppig, buitensporig, veeleisend en jaloers, iemand die nooit iets uit plicht heeft gedaan. ‘En ik verlang naar vrijheid en binding tegelijkertijd, en ook – ach, ik weet het niet precies, maar altijd iets óók’, schreef ze aan Benjamin Britten. En over haar lot als vrouwelijke componiste in Nederland schreef ze aan componist Matthijs Vermeulen: ‘(…) het beste in de Hollandse kunstenaar gaat ten gronde, als hij in Holland blijft, waar men hem de mogelijkheden onthoudt, waar men hem zo veel mogelijk verloochent, waar men het publiek tracht wijs te maken, dat hij niet bestaat.’
Blijdorp & Borsboom
Desondanks schreef ze werkelijk prachtige muziek, aanvankelijk nog vooral gebaseerd op het romantische idioom waarmee ze opgroeide. Maar de brede lyrische lijnen van haar composities worden gecontrasteerd met heftige gemoedsuitstortingen en een soort improvisatorische drang om te experimenteren met de middelen die zij kende. Toen Bosmans eind twintiger jaren Willem Pijper ontmoette en bij hem in de leer ging, maakte ze kennis met nieuwe technieken als polytonaliteit en polyritmiek, waardoor haar stijl beknopter werd en haar ritmiek feller. Maar de Sonate voor Cello en piano (1919) en het Tweede Celloconcert (1923) behoren nog tot haar romantische periode, al spatten fantasie en muzikale eigenzinnigheid ook van deze beide werken af. Celliste Lidy Blijdorp benadrukte de onstuimige, krachtige en emotionele aspecten van Bosmans’ cellowerken en gaf er gedenkwaardige uitvoeringen van, waarbij Bosmans op veel momenten vleugels kreeg door haar muzikale spontaniteit en gloedvolle toonvorming.
Pianist Tobias Borsboom, die de orkestpartij van het Tweede Celloconcert op ingenieuze wijze had bewerkt tot een versie voor twee violen, altviool, hoorn en piano, opereerde vanachter de piano als een muzikaal bevlogen ‘rots in de branding’, waarbij violisten Pieter van Loenen en Floor Lecoultre, altvioliste Hannah Strijbos en hoorniste Hanna Guirten de orkestpartij subtiel ‘inkleurden’. In de geanimeerd vertolkte Cellosonate manifesteerde Bosboom zich als een volkomen gelijkwaardige partner van Blijdorp. Zo ook begeleidde hij de gaaf solerende Guirten in Schumanns Adagio & Allgro op. 70 (1849) voor hoorn en piano, waarbij beide musici zich uitleefden in romantische rubati en zangerige melodielijnen.
Henri Rousseau, La Muse inspirant le poète, 1909
Violiste Floor Lecoultre speelde met Borsboom en Blijdorp een van de laatste stukken van Saint-Saëns, dat hoogst zelden in de concertzaal klinkt: La muse et le poète. op. 132 (1909) voor viool, cello en piano. In dit stuk voeren de viool en de cello geanimeerde, verlichte en duistere dialogen onder stijlvolle begeleiding van de piano. Gezegd wordt dat de componist met de ongebruikelijk opzet van dit werk protesteerde tegen de rigide muzikale structuren die de Duitsers voorstonden ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Lecoultre en Blijdorp verklankten hun virtuoze partijen expressief en empathisch, zodat het door Borsboom aan de piano vaardig bijeen gehouden stuk sterk tot de verbeelding ging spreken.
Schumann werd voorafgegaan door een selectie uit de Cipressen voor Strijkkwartet (1887) van Dvořák waarin, niet in de laatste plaats door het intens gepassioneerde altvioolspel van Hannah Strijbos, de muziek daadwerkelijk klonk zoals de componist het werk zelf bij gelegenheid omschreef: ‘Denk aan een jonge man, die verliefd is; dat is de inhoud.’
Wenneke Savenije
Info & tickets: