Piano Biënnale van Daria van den Bercken biedt piano in al zijn vormen

 

Gehoord: Piano Biënnale, Musis Sacrum, Arnhem, 29 maart 2025

Door Willem Boone

 

Daria van den Bercken is er opnieuw goed in geslaagd om de piano in al zijn aspecten aan bod te laten komen bij deze nieuwe editie van de Piano Biënnale. Het orkestconcert door Phion van gisteravond begon net als twee jaar geleden met een monoloog, ditmaal door actrice Eva Bartels in de rol van componiste Henriette Bosmans. Het is de vraag of dit veel toevoegt en of het je als luisteraar niet uit je concentratie haalt, maar aangezien er over deze componiste niet heel veel bekend is, was het toch aardig om wat feiten over haar leven te weten te komen. Daarbij ging het ook over de strijd die zij zeker in die tijd moest leveren om serieus genomen te worden. Veelzeggend was in dit verband ‘haar’ uitspraak: ‘Ik wil een oor aan de horizon vol beloftes zijn.’

 

 

Bosmans

Daarna volgde een uitvoering van haar Concertino voor piano en orkest, een lucide, Frans klinkend werk dat pianistisch geschreven is. Dat laatste is geen wonder, aangezien Bosmans zelf een virtuoos pianiste was. Hannes Minnaar was uitstekend voor zijn taak berekend en speelde beurtelings virtuoos en ingetogen. Dirigent Bas Wiegers volgde aan het hoofd van Phion zijn solist op de voet. Deze componiste had een eigen stijl, die ook ernstig en donker kon klinken, zoals in het Andante molto moderato. De delen gingen vrijwel zonder onderbreking in elkaar over, het enige was dat de muziek niet altijd ‘stroomde’, zodat langzame delen soms weer onderbroken werden door snelle gedeeltes. In het laatste deel, Allegro, dook nog een fraaie cellosolo op. Opvallend was dat dit stuk voor een ‘concertino’ toch redelijk lang was. Hoe dan ook, het was muziek met een eigen bekoring en het was toe te juichen dat er muziek van deze talentvolle componiste klonk. Verrassend was het pianissimo eind waarmee het laatste deel afsloot.

 

 

Brahms

Binnen het genre ‘pianoconcert’ nemen de beide pianoconcerten van Brahms een bijzondere plaats in. Ze zijn symfonisch van opzet en de piano fungeert als primus inter pares met een partij die weliswaar zeer veeleisend, maar in zekere zin ook ondankbaar is. ‘Ondankbaar’ omdat je er als pianist niet direct je publiek mee kunt imponeren, minder in elk geval dan bij een pianoconcert van Chopin, Liszt, Rachmaninov, Saint Saens of Prokofiev. Je moet er hard je best voor doen, zonder dat het heel duidelijk te zien of horen is. Het Tweede Pianoconcert in Bes opus 83 van Brahms is op dat van Busoni na het langste pianoconcert uit de muziekgeschiedenis. Hoewel magistraal en symfonisch van conceptie, wilde Brahms toch ook met dit stuk tot een bepaalde intimiteit komen, getuige zijn ironische uitspraak: ‘Ik heb een piepklein concert geschreven met een pittig klinkend scherzo’ De twee pianoconcerten van Brahms worden niet vaak door vrouwen gespeeld. Voor het tweede pianoconcert was de Griekse pianiste Gina Bachauer een geducht soliste, zij nam het op plaat op, hetzelfde gold voor de Française Cécile Ousset. Van Alicia de Larrocha is bekend dat ze het ook een aantal malen heeft uitgevoerd, wat bijzonder was, gezien haar bijzonder kleine handen. Het zal zeker geen kwestie van technische beheersing zijn, want veel pianistes zijn volledig tegen de eisen die Brahms stelt opgewassen.

 

 

Milstein en Minnaar

Het lijkt meer te maken te hebben met fysieke kracht, die geregeld vereist is, zodanig zelfs dat de piano meer dan eens in de snelle delen het tegen het voltallige orkest moet opnemen. Meer nog dan het Eerste Pianoconcert is dit Tweede Pianoconcert een ongelooflijk 50 minuten durend ‘gevecht’ (de betekenis van ‘concertare’ is dan ook ‘wedijveren’!) waarbij de piano steeds bijdragen levert. Soliste Nathalia Milstein is frêle van verschijning en bij binnenkomst kon je je afvragen of zij fysiek tegen deze uitdaging opgewassen was. Na een geslaagde hoorninzet klonk haar inzet krachtig. Wiegers liet het orkest mooi een aandachtig spelen, maar wist toch een bepaalde transparantie te handhaven.

 

 

Ondanks een paar kleine ontsporingen, waarvan zij zich kundig herstelde, weerde Milstein zich dapper. Zeker in het eerste deel, Allegro non troppo, zijn de eisen in pianistisch opzicht zeer hoog, bijvoorbeeld met loopjes waar beide handen ‘uit elkaar gaan’ en het hele toetsenbord bespelen. Haar toon was niet heel groot, maar in de meer intieme gedeeltes was te horen dat zij veel ervaring als kamermuziekspeler heeft. Het tweede deel, Allegro appassionato, klonk minder verbeten dan het soms over kan komen. Wiegers bewees dat hij een muzikaal dirigent is, die zijn solist op kundige wijze secondeert. De fortissimo akkoorden van de soliste waren geen krachtmeting voor de vleugel, soms werd zij door het orkest overspeeld, zeker aan het eind van dit deel. De cellosolo waar het Andante mee inzette, was mooi en het spel van de pianiste was intiem. Het slot had wat mij betreft nog verstilder kunnen klinken. Bij het Allegretto grazioso viel op dat Milstein niet helemaal de juiste klank voor Brahms heeft, ik was eigenlijk benieuwd naar haar redenen om dit veeleisende concert te programmeren.

 

 

Na afloop verscheen ook Hannes Minnaar op het podium en samen met Milstein speelde hij vierhandig de Eerste Hongaarse Dans, een leuk gebaar, bovendien eensgezind gespeeld, al leek een toegift na zo’n monumentaal pianoconcert me eigenlijk overbodig.

 

 

Carmina Burana

Het tweede concert die avond was van een geheel andere orde, in de Muzenzaal stond de piano in het midden opgesteld met stoelen eromheen. Pianist Ralph van Raat gaf vooraf een toelichting over de transcriptie van de Carmina Burana van Carl Orff voor piano solo door Eric Chumachenco. De pianist vertelde dat hij het een ‘fantastisch werk’ vindt, maar slecht in zingen is. Op deze manier kon hij het toch spelen in muzikaal zwart-wit, de kale essentie voor piano solo. Dit maakt het mogelijk om te horen hoe vooruitstrevend het werk eigenlijk is. ‘Het is een hoop lawaai’ en je hoort duidelijk de invloed van Bartok, Stravinsky en Debussy. De transcriptie, die de partituur op de voet volgt, begon in Fortuna met daverende fortissimoakkoorden die ook lieten horen hoe dissonant de schrijfwijze van Orff is. Van Raat kwam tot een buitengewone prestatie door deze zeer notenrijke transcriptie uit zijn hoofd te spelen, je moet er maar niet aan denken hoeveel werk dat gekost heeft…   Hoewel hij aangaf dat het om een luidruchtig stuk ging, was het knappe van zijn uitvoering dat zijn toon weliswaar luid, maar altijd beheerst bleef. Naast een fenomenale techniek blonk hij ook uit door een meesterlijke aanslagbeheersing. In Ecce Gratum waren de octaven bijvoorbeeld zeer veeleisend, maar Van Raat realiseerde alles met gemak. In Omnia Sol temperat was zijn voordracht dwingend en her en der, zoals bijvoorbeeld in Floret Silva was de invloed van Bartok herkenbaar. Vooraf had de pianist gezegd dat er een paar onderdelen waren, waarbij het publiek mee mocht zingen. Het eerste daarvan was Chume, chum, geselle min, waarbij de tekst geprojecteerd werd op een scherm. Een paar stemmen uit het publiek deden mee – daarbij ging het overigens om professionele zangers die waarschijnlijk ‘ingehuurd’ waren – en langzaam maar zeker deden er meer personen uit het publiek mee, op tedere wijze begeleid door Van Raat.

 

 

Van triviaal naar boeiend

Later was ook de invloed van de Sacre du Printemps van Stravinsky herkenbaar, door de brute kracht in Ego sum abbas. Aan het eind volgde een reprise van O Fortuna, waar eveneens zangers aan meededen, maar dit klonk luid, tegen gegil aan, met daaronder een halsbrekend moeilijke pianopartij.

Aan de andere kant heeft deze muziek een obsederend karakter dat, toen de muziek aan het eind herhaald werd, bijna noodde tot meezingen, puur door het dwingende karakter ervan. Als gezegd, Van Raat leverde een briljante prestatie door zijn technische en muzikale beheersing, maar ook door de helderheid van zijn spel. Ik moet zeggen dat ik iets geleerd heb van deze uitvoering: namelijk dat ik toch kan luisteren naar een stuk dat ik in zijn oerversie als triviaal beschouw (de Carmina Burana van Orff) en dat er van deze kale essentie op piano toch een bepaalde bekoring uitging!

Willem Boone

 

Info, data & tickets:

Piano Biënnale 28 maart – 6 april in Arnhem en Nijmegen

https://keystomusic.nl

You May Also Like

Meeslepend mooi – Het KCO onder Mäkelä

Stralende Ariadne auf Naxos bij Theater Trier

Invariably fair – Het RFO speelt Love and the fever van Thomas Larcher

Maria Milstein speelt Schönberg sensationeel