Grange Park Opera: Simon Boccanegra indrukwekkend en aangrijpend

 

Opera: Simon Boccanegra, Grange Park Opera. The Gascoigne Orchestra o.l.v. Gianluca Marciano. Solisten: Sir Simon Keenlyside (Simon Boccanegra), James Creswell (Jacopo Fiesco), Elin Pritchard (Amelia Grimaldi), Otar Jorjikia (Gabriele Adorno), Jolyon Loy (Paolo Albiani) e.a. Regie: David Pountney. Gezien: 17 juni 2025 (première), Theatre in the Woods, Grange Park Opera, West Horsley Place, Engeland. Nog te zien: 27 en 29 juni, en 4 en 11 juli 2025, https://grangeparkopera.co.uk

Door Peter Schlamilch

 

Verdi’s Simon Boccanegra is een duistere, sombere vertelling over de verhevenheid van een karakter, omlaag getrokken door vuil politiek spel, verraad en leugens. Wie vertelt eigenlijk de waarheid, wie liegt er en wie speelt er een dubbel- of driedubbelspel? Wie glimlacht er in je gezicht, maar vertelt de schofterigste leugens achter je rug en is uit op je ondergang? Geen gezellige thema’s, en vandaar misschien dat het werk niet zo heel vaak wordt uitgevoerd, dus dat het privaat gefinancierde (de adel!) Grange Park Opera ook dit aandurft (naast de fantastische Mazeppa, waar ik eerder over schreef) is een groot compliment waard – want, mijn hemel: wat is Verdi hier weer op zijn allerbest.

 

 

Petrarca

Nadat ik Mazeppa dus al zeer indrukwekkend vond, is Grange Parks Simon Boccanegra misschien nog aangrijpender: ook hier heeft regisseur David Pountney (dezelfde van Mazeppa) de personages volkomen uitgediept en tot mensen van vlees en bloed gekneed: hun drijfveren, angsten, fouten en radeloosheden worden voelbaar, en Pountney heeft daarnaast ook het talent om het verhaal op heldere wijze te vertellen – een verhaal dat toch al niet zo eenvoudig is met die al dan niet zoekgeraakte en weer hervonden kinderen en vele politieke en andere intriges. Met de sobere decors duidt hij vooral ruimten en sferen aan, maar doet dat, ook door de prachtige belichting, zo geraffineerd, dat je geen moment beseft hoe simpel het eigenlijk allemaal is, en saai worden ze al helemaal nooit. Hij weet bij Simon een 14e-eeuwse sfeer te creëren met slechts een paar draaiende panelen, geholpen door wat teksten van Petrarca op de achtergrond – weergaloos.

 

 

Plebejers en aristocraten

Hij wordt daarbij geholpen door een absolute sterrencast, van louter zangers die ik voor het eerst in mijn leven hoorde: Sir Simon Keenlyside (Simon Boccanegra) zingt de historische, eerste doge van Genua zo overtuigend en indringend dat je even vergeet dat je in het theater zit, en al helemaal in het zonovergoten Surrey: zijn acteerprestaties zijn fabelachtig, zijn Italiaans is zeer goed en zijn stem… wat kan die man vocaal eigenlijk niet? De breedste legato’s, de uiteenlopendste kleuren, een frasering om u tegen te zeggen en een onvermoeibare hoogte die de hele avond eigenlijk alleen maar aan gloed wint. Toegegeven, zijn stem is misschien nét één procentje te licht voor de Genuaanse geweldenaar die de machtige maritieme republiek te midden van politieke instabiliteit en rivaliteit tussen de Genuese facties (Ghibellijnen en Guelfen) naar grote welvaart leidde – maar wát een genot is het deze vocale titaan te horen zingen, waarbij hij alles uit zijn stem en ziel perst wat menselijkerwijs mogelijk is, en nog veel meer. Hij spéélt de doge niet, nee, hij wórdt hem – de grote verzoener van plebejers en aristocraten, de vredestichter die zelf vergiftigd wordt door zijn naargeestige rivalen, de vader die zijn dochter verenigd ziet met de zoon van zijn vijand en ze grootmoedig vergeeft. Alles waar de grote Verdi voor stond zit in deze opera, en Keenlyside begrijpt al deze intenties tot op elk niveau en kan ze gloedvol overbrengen, verhevigd door zijn eigen gemoed en vocale meesterschap – fenomenaal!

 

 

Voorbeeldige Amelia

De prachtige Welshe sopraan Elin Pritchard, die Simons dochter Amelia zong, was een genot om te horen, en kwam, na een wat statisch begin, daarna helemaal los in de dramatische scènes, vooral die met haar gekwelde vader: ze zong een bijna voorbeeldige Amelia die met een imposante vocale techniek, een schitterend-stralende sopraanstem en een evenzo fijnbesnaarde interpretatie de harten wist te raken. Wel gebruikt ze soms standaard toneelgebaren (de gevoelig uitgestrekte arm) die dan de expressie storen – als ze die nog kan internaliseren is ze de perfecte Verdi-zangeres, zeker als ze haar Italiaans ook nog licht verfijnt. De Amerikaanse basso profundo James Creswell (Jacopo Fiesco) vulde de zaal met zijn prachtig-ronkende, bij vlagen zeer lage basnoten, die hem moeiteloos afgingen en werkelijk geweldig klonken. Ook toen de belichting in de proloog even haperde en het toneel nog donkerder werd dan waarschijnlijk bedoeld, bleef hij boeien en een constante spanning en dreiging verspreiden: een heerlijke zanger die, net als alle anderen, doorleefd en indringend acteerde.

 

 

Pavarotti-achtig gemak

Ook hier was het orkest, net als eerder bij Mazeppa, aan de lichtbezette kant, met slechts 10 eerste violen, wat natuurlijk bij Verdi alweer beter past dan bij Tsjaikovski, maar voor de kenner misschien toch net iets te weinig is, hoewel we de financiële uitdagingen van een niet-gesubsidieerd theater volledig begrijpen. In de uitstekende acoustiek wende het snel, maar als er nog een weldoener is die wat extra ‘orchestrali’ kan bekostigen: dat zou het geheel nog perfecter maken!

 

 

Dirigent Gianluca Marciano dirigeerde het Gascoigne Orchestra (een eerbetoon aan de Gascoigne-familie, de bouwers van dit Theatre in the Woods), uiterlijk volledig onbewogen, wat in alle hectiek van samenzweringen en verraad best opmerkelijk was. Toch speelde het orkest behoorlijk goed (op enkele kleinigheden na), hoewel je kunt horen dat het geen vast orkest is, maar tijdens de zomer bijeengebracht wordt. De zangers compenseerden zoals gezegd elke lichte tekortkoming ruimschoots, en de uiterst veelkleurige Georgische tenor Otar Jorjikia (Gabriele Adorno) was hierop geen uitzondering: met zijn authentieke Italiaanse geluid én uitstraling doordringt hij de zaal, en lijkt een Pavarotti-achtig gemak te hebben in zijn warme maar steeds stralende hoogte. Ook hij speelt intens, en ook hij zit ‘diep in zijn rol’ en sleept je mee zijn gevoelswereld in.

 

 

Volkopstand

De finale van de eerste akte begint wat karig, want in plaats van een goed bevolkte, vijandige gemeenteraadsvergadering met, volgens Verdi’s aanwijzingen, 24 raadsleden (tot Simons wanhoop vervuld van stupiditeit – ze hebben meer interesse in hun kleinzielige hoogmoed dan in zijn vredesplannen), tellen we er maar zes, wat natuurlijk te wijten is aan de beperkte mogelijkheden van het huis: het koor telt immers maar 32 zangers, waar 64 voor deze opera niet ongebruikelijk is. Maar ook hier: de uitstekende regie maakt alles geloofwaardig en natuurlijk komt de rest van het, overigens prima zingende koor al spoedig op. De algehele vijandigheid mondt bijna uit in een handgemeen, een volksopstand komt naderbij, om Simons ondergang gillend, kortom: één van Verdi’s beste massa-scènes. De bestuurders willen zich, laf en angstig, verschansen in hun paleis, maar Boccanegra beveelt het volk binnen te laten, waarop hij in een werkelijk grandioos gezongen vredesaria (‘Plebe! Patrizi’) de gemoederen kalmeert en de beide groepen, plebejers en edelen, weer samenbrengt. Keenlyside zingt zó gezaghebbend en ontroerend dat ik me werkelijk kon voorstellen dat het volk zich destijds om Boccanegra verenigde – ik voelde tranen.

 

 

Fantastische zangers

Het terzet na de pauze is beeldschoon en gevoelig, het grote duet in de derde akte fenomenaal en Simons sterfscène groeit, met zijn schier oneindige fraseringen, vol prachtige messa di voce’s, een geweldig legato en vele, vele kleurschakeringen, uit tot het hoogtepunt van de avond – Simon Keenlyside kan werkelijk alles met zijn stem. In Grange Park wordt operageschiedenis geschreven, door de eerlijke regies, de oermuzikale orkestbegeleidingen maar vooral door de fantastische zangers die het festival aan zich weet te binden. De voorstelling loopt nog tot 11 juli as. Mis haar niet!

 

 

Info:

https://grangeparkopera.co.uk/whats-on/simon-boccanegra/#dates-tickets

You May Also Like

Orkest van de 18e eeuw: Mozarts Figaro maniëristisch en raakt niet

De onnavolgbare zoektocht van Ivo Pogorelich

De Mozart van Nikola Meeuwsen sprankelt

Michael Kelly’s Nozze di Figaro in kamermuziekformaat