Marc Bouchkov blaast Golden Age van het Vioolspel nieuw leven in

Het Zondagochtend Concert AVROTROS. Tsjaikovksi: Viooloncert, Franscesca da Rimini, op 32. Orchestre Philharmonique Royale de Liège o.l.v. Lionel Bringuier m.m.v. Marc Bouchkov, viool. Gehoord: 16 november 2025, Concertgebouw.

Door Wenneke Savenije

 

Traditie

De Belgische violist Marc Bouchkov (Montpellier, 1991) werd geboren in een Russische muziekfamilie en kreeg al vanaf zijn vijfde vioollessen van zijn grootvader, die als violist was opgeleid door een assitent van David Oistrach. Dat was te horen aan de virtuoze, organische en verfijnde manier waarop hij afgelopen zondag het Vioolconcert van Tsjaikovski speelde met het Orchestre Philharmonique de Liège o.l.v. Lionel Bringuier. Zijn vertolking getuigde niet alleen van een volledige vertrouwdheid met het iconische Russische vioolconcert, maar ook van een geraffineerde en elegante violistiek waarin de grote violisten uit de 20e eeuw, de intense Russische vioolschool en de elegante Franco-Belgische vioolspel hun sporen hebben nagelaten. Bouchkovs vioolspel is een gelukkig samenspel van talent, ambachtelijkheid, kennis van de viooltraditie, passie, edelmoedigheid en verfijnde smaak. Op zijn YouTube kanaal deelt Bouchkov zijn liefde voor ‘oude’ violisten uit de Gouden Tijd van het Vioolspel, zoals Jascha Heifetz, Yehudi Menuhin, Fritz Kreisler, Tibor Varga en Joseph Hassid, unieke violisten waardoor hij zich al van jongs af aan heeft laten beïnvloedden. Bouchkov studeerde viool bij Claire Bernard in Lyon, Boris Garlitsky in Parijs en Michaela Martin aan de Duitse Kronberg Academy. Nog altijd laat hij zich coachen door vioolgoeroe Eduard Wulfson, die ook de mentor is (of was) van oa. Vadim Repin, Nikolaj Znaider, Leonidas Kavakos, Kristóf Barati en Daniel Lozakovich. Aan hem heeft hij zijn Bergonzi-viool uit 1742-1744 te danken, want Wulfson leent via zijn private stichting Edwulstrad RMIC instrumenten uit aan grote viooltalenten. Wulfsons lessen zijn gericht op ontspanning, focus op projectie en resonantie, ademende fraseingen, de klank als levensadem en kennis van de grote Russische viooltradtie, van Nathan Milstein en Ivan Galamian tot Leonid Kogan en David Oistrach.

 

 

 

Geen gezwelg

Bij wijze van smaakmaker werd Bouchkovs concert op NPO Klassiek, waar het nog te beluisteren is (zie bij info), aangekondigd met ‘Het is heerlijk zwelgen in Tsjaikovski’s expressieve Vioolconcert. Vioolheld Bouchkov laat de muziek glimmen’ Maar dat nogal gemakzuchtige gezwelg, waartoe o.a. Anne-Sophie Mutter zich in dezelfde zaal met hetzelfde vioolconcert ooit eens verlaagde, was nu juist wat Bouchkov met zijn Tsjaikovski probeerde te vermijden, al liet hij de muziek wel ‘glimmen’. Niet zoals de aanlokkelijke glinsterende koopwaar in de Bijenkorf rond de feestdagen, maar waarachtig en intiem. De violist was niet uit op effectbejag maar juist op het integer en fijnzinnig verklanken van de schittering van schoonheid die in de partituur van Tsjaikovski verborgen ligt. Voor de bevlogen Bouchkov geen wansmaak of oppervlakkig vertier met Tsaikovksi’s ‘music for the millions’, maar een heroïsche poging het mooiste en diepste uit dit beroemde Vioolconcert naar boven te halen. Dat deed hij met de ingetogen toewijding van een violist die muzikale wijsheid en schoonheid belangrijker vindt dan virtuoos geëpateer, waarbij hij het geluk had dat de energieke Franse dirigent Lionel Bringuier, en het stijlvol, geconcentreerd en uitgebalanceerd musicerende Orchestre Philharmonique Royale de Liège hem niet alleen uitstekend konden volgen maar ook goed tegenspel boden, zodat de dialogen tussen solist, intrumentgroepen en solisten uit het orkest optimaal ‘uitgespeeld’ uit de verf kwamen. Tsjaikovski klonk op een beheerste manier onstuimig en gepassioneerd in de hoekdelen, en lyrisch, sensitief en zangerig in het het langzame middendeel. Speelde de charismatische topviolist Maxim Vengerov datzelfde langzame deel onlangs in Antwerpen met een sordine, om de melancholie en metafysische gloed van het intens nostalgische deel met omfloerste klank vokaal te intensiveren, Bouchkov liet zijn viool zonder sordine ingetogen zingen over diepe verlangens en weemoed. Beiden raakten daarmee op hoogstpersoonlijke wijze gevoelige snaren en dat is waar het uiteindelijk in de muziek om draait. Vengerov vrij en meeslepend, Bouchkov als violistische fijnslijper.

 

 

Viool ‘praten’

‘In mijn Russische familie speelt bijna iedereen viool’, vertelde de violist tijdens een interview met De Nieuwe Muze uit 2019. ‘Mijn vader, Evgeny Bouchkov, won in 1989 de Derde Prijs van het Elisabeth Concours, mijn grootmoeder Zoria Shikmurzaeva won in 1963 de Vierde Prijs in Brussel. Zelf ben ik in Frankrijk geboren, waar ik vanaf mijn vierde vioolles kreeg van mijn opa Matis Vaitsner. Hij was een leerling van Peter Bondarenko, de assistent van violist David Oistrach. Ik heb weinig concerten van mijn grootvader gehoord, maar als hij me thuis dingen voorspeelde klonk dat net zo mooi als het vioolspel van de oude meesters. Hij heeft me acht jaar lang lesgegeven.’ Bij Bouchkov thuis klonk uit iedere kamer vioolmuziek: ‘Voor een kind is dat alsof je iedereen ‘viool’ hoort praten en dan wil je graag dezelfde taal spreken. Daarom wilde ik viool spelen, en geen trompet, ha ha…  Dan begint het natuurlijk met imitatie. Je pakt als kleuter dat stuk hout en doet alsof je een groot solist bent. En dan vragen je ouders: ‘Vind je dit echt leuk? Wil je het graag leren?’ En dan zeg je als kind: ‘Ja natuurlijk, ik wil net zo zijn als jullie! Maar ja, als je dan tien jaar lang vanaf je vierde elke dag van je leven twee of drie uur viool hebt moeten studeren, en soms nog wel meer, dan vraag je je als wel eens af of je het echt wel zo leuk vindt. Wij klassieke violisten moeten zo hard studeren… op intonatie, klank, houding, streektechniek, rechterhandpositie, linkerhandpositie, frasering, vibrato en ga zo maar door. We moeten aan zoveel dingen denken. En dan ook nog concerten spelen en aan concoursen meedoen om als violist naam te maken en iets te bereiken… Dat is best heftig!’

 

 

Niet voor luie mensen

Op zijn vijftiende had Bouchkov het dan ook even helemaal gehad met die viool. ‘Ik wilde liever rockgitarist worden. Ik hield ervan om Grunge te spelen, zoals Nirvana. En blues en de solo’s van Van Halen. Heerlijk, gewoon plezier maken, een stuk of acht simpele akkoorden en eenvoudige melodieën en het klinkt fantastisch en iedereen is blij.’ Maar na verloop van tijd begon hij zich te realiseren dat hij iets mistte. ‘Iets fundamenteels dat ik alleen kon vinden in vioolspelen en klassieke muziek. Die eindeloze zoektocht naar schoonheid en expressie, de oceaan van kennis, die rijke geschiedenis van de klassieke muziek in al zijn verschillende hoedanigheden. Ik realiseerde me dat klassieke muziek veel meer van een musicus vergt, maar juist dat begon ik te missen.  Concentratie, kracht, vaardigheden…. Klassieke muziek is zeker niet iets voor luie mensen.  Alleen al het repertoire is zo uitgebreid, dat je meer dan honderd levens nodig zou hebben om alle klassieke muziek te bestuderen. Van Bach, die in 1750 stierf, naar Brahms die overleed in 1897, speelde zich een enorme evolutie af. En dat met maar twaalf noten! Van The Beatles vanaf 1960 naar Metallica vanaf 1981 ging het veel sneller, om maar helemaal niet te praten over de muziek die nu geschreven wordt. Toch zijn er nog steeds heel veel mensen Bach en Brahms aan het bestuderen en uitvoeren. Dat zegt wel iets over het belang ervan.’ Bouchkov koos opnieuw voor de viool en nu uit volledige innerlijke overtuiging. Net als de Belgische vioolvirtuoos Eugène Ysaÿe (1858-1931), een van zijn grote voorbeelden van wie hij vaak solostukken speelt bij wijze van toegift, houdt hij zich ook bezig met lesgeven (in Luik en Essen) en componeren. Bouchkov: ‘Ik hou in feite van allerlei soorten muziek en componeer ook van alles: rock, pop, elektro en rap. Gewoon als hobby. Ik vind het boeiend om uit te zien hoe die stijlen werken en mensen zich ontwikkelen aan de hand van de muziek waar ze naar luisteren. De ontwikkelingen gaan steeds sneller en sneller, niet in de laatste plaats door alles wat je de computer voor je kan laten doen, dat is echt crazy. De rap van twintig jaar geleden klinkt nu al als de prehistorie. Best spannend om dat allemaal te volgen, maar ik kom toch steeds weer tot de conclusie dat de klassieke muziek van componisten als Bach, Mozart, Haydn en Beethoven emotioneel veel dieper graaft, fascinerender in elkaar zit, minder oppervlakkig is en meer magische kracht bezit. Dat geldt ook voor hedendaagse componisten als Peteris Vasks, die muziek schriift die ons eraan herinnert dat we als mensen in staat zijn om hele mooie, diepe en sterke gevoelens te ervaren. Vasks schrijft muziek met een boodschap. Hij is een true believer en hij wil ons doordringen van zijn geloof in God, maar dat dan wel op zijn eigen unieke manier.’

 

 

 

Verwondering

Door zijn veelzijdigheid, passie en nieuwsgierigheid ontwikkelde Bouchkov zich tot een moderne kruisridder in de wereld van de viool, onophoudelijk op zoek aar de heilige graal. Bouchkov: ‘Als ik naar klassieke muziek luister, probeer ik me altijd persoonlijk tot die muziek te verhouden. Ik relateer de gevoelens die de componisten in hun muziek uitdrukken aan die van mezelf. En ik probeer zoveel mogelijk over de muziek en de componisten die ik uitvoer of waarnaar ik luister te lezen, want dat boeit me. Ik vind het heel ontroerend om me af te vragen hoe een bepaalde muzikale frase in iemands hoofd terecht gekomen is. Waarom schreef hij nu juist deze volgorde van noten en ritmes, en niet een andere? Er zijn zoveel boeken over klassieke muziek geschreven, er zijn zoveel verhalen en zoveel verschillende genres en stijlen. Bach is geniaal, maar dat kun je op een bepaalde manier ook zeggen van Franse componisten als Ravel, Debussy en Messiaen, of van Russische als Tsjaikovski, Rimski-Korsakoff en later Stravinsky, en van alle Duitse componisten … Er is zoveel rijkdom!’ Die rijkdom manifesteerde zich in Bouchkovs vertoking van Tsjaikovski’s Vioolconcert, die stond als een 19de eeuws landhuis met open ramen, waardoor subtiele vioolgeuren en kleuren naar binnen waaiden. In de cadensen leefde Bouchkov zich uit als de vioolgrootmeester die hij is. Door zijn scherpe en onderzoekende geest heeft Bouckov misschien soms een beetje de neiging de flow van de muziek uit het oog te verliezen door, volmaakt in de maat spelend, zó geconcentreerd te zijn op nuances en details, dat de stuwende levenskracht van rubati, dynamsche schakeringen en overkoepelende spanningsbogen er af en toe enigszins onder lijdt. Op zulke momenten leek zijn Tsjaikovski af en toe een klein beetje te stagneren, maar dirigent Bringuier zette er dan geraffineerd weer meer vaart achter zodat de muziek bleef dóórstromen. Bij beluistering van de AVROTROS radio-opname valt meer nog dan live in de zaal op hoe ‘rijk’ en nobel Bouchkov zijn viool in Tsjakovski liet zingen.

 

 

Muzikale duisternis

Daarna leefden Bringuier en het Orchestre Philharmonique Royale de Liège zich op enerverende maar beheerste wijze uit in Tsjaikovski’s symfonische gedicht Francesca da Rimini uit 1876, gebaseerd op Canto V uit Dante’s Inferno, een van de meest duistere, furieuze en emotionele werken die de componist op zijn naam heeft staan. Dante’s verhaal raakte dan ook direct aan zijn eigen dramatische leven als homoseksueel in tijden waarin zijn geaardheid niet geaccepteerd werd. Francesca da Rimini was een historische figuur uit de 13e eeuw, gehuwd met de brute Gianciotto Malatesta. Ze werd verliefd op zijn jongere broer Paolo. Francesca en Paolo worden door Gianciotto vermoord wanneer hij hen betrapt. In Dante’s Inferno bevinden zij zich in de tweede kring van de hel, waar de wellustigen eeuwig worden meegesleurd door een woeste storm. Dante en de dichter Vergilius, die de schrijver in de hel begeleid, zien hen als twee geliefden zonder rust, voor eeuwig in een storm die hen van elkaar wegrukt. Dat perspectief wachtte Tsjaikovski als hij aan zijn ware verlangens zou toegeven. Zijn symfonische gedicht bestaat uit drie delen: 1) De hel – de storm (Allegro vivo), dat opent met een duister houtblazer-koraal: de poort van de hel. Plots breekt een orkestrale storm los, met razende strijkers, gierende houtblazers, mokkende pauken en granietachtige koperblazers. Dit symboliseert de eeuwige storm waarin de zielen worden rondgeslingerd. Tsjaikovski opteerde voor een opzwepend ritme, hysterische chromatiek en explosieve dynamiek. Dan volgt in deel 2) Francesca’s verhaal – de liefde (Andante cantabile non troppo). De storm verstomt. Francesca vertelt Dante en Vergilius hoe zij en Paolo verliefd werden. Dit deel is een van Tsjaikovski’s mooiste lyrische passages, vergelijkbaar met het liefdesthema uit Romeo and Juliet, maar donkerder. Met een zoete hobo-lijn en warme strijkers, schetste Tsjaikovski brede melancholie en bittere schoonheid. De sfeer is intiem en tragisch: de liefde die Francesca en Paolo verbindt is ook hun verdoemenis. In deel 3) De terugkeer van de storm – hun eeuwige straf (Allegro vivo) breekt de storm opnieuw los, maar nu nog vernietigender, door Tsjakovski uitgedrukt in een angstaanjagende, wervelende fuga in de strijkers. Alles versnelt, intensifieert, brandt op. Het slot is apocalyptisch: een schijnbare climax, dan een harde, definitieve klap….

 

 

Zo verklankte Tsjaikovski zijn eigen angsten, door te schetsen hoe de verboden liefde van Francesca en Paolo wordt vermalen door de hel — eindeloos en zonder hoop. Ook al is zijn verzengende Francesca da Rimini niet bepaald gezellig om naar te luisteren, het duistere orkestwerk is zo goed en expressief geschreven dat Tsjakovksi’s innerlijke tragedie onder je huid kruipt, waarna je samen met de componist om mededogen smeekt, een existentiele kreet waarop geen antwoord volgt. De glasheldere maar kleurrijke en tot de verbeelding sprekende manier waarop dirigent Binguier, die ook als cellist en pianist optreedt, dit heftige werk met het Orchestre Philharmonique Royale de Liège de zaal inslingerde was zondermeer indrukwekkend.

Wenneke Savenije

 

Info:

Beluister dit concert via:

https://www.npoklassiek.nl/uitzendingen/het-zondagochtend-concert/0197e4f0-176d-71b0-9543-f73bbffd5c3b/2025-11-16-het-zondagochtend-concert

You May Also Like

Pianist Misha Fomin mist soms verfijning in Beethoven en Chopin

Capella Amsterdam en het Nederlands Kamerorkest op zoek naar de essentie met Mozart, Haydn en Shaw

Cellist Julien-Laferrière en pianist Fournel zijn aan elkaar gewaagd

Cecilia Bartoli en Lang Lang samen in Concertgebouw