De 48 uur van Bach & Pärt in PHIL

Gehoord: 8 en 9 maart 2025, Phil, Haarlem

Door Mark Doorn

 

Wat een bijzonder en goed uitgewerkt idee van het Haarlemse Phil om twee grootmeesters op het gebied van de vocale kerkmuziek te combineren in dit ‘minifestival’. Arvo Pärt en Johann Sebastian Bach, toch altijd het absolute ijkpunt in de jaartelling van de muziek. Muziek is zoveel vóór óf zoveel ná Bach geschreven en hoewel Bach aanvankelijk na zijn dood in de vergetelheid is geraakt bij het grote publiek – en pas nadat Mendelssohn in 1829 als eerste zijn Matthäus Passion dirigeerde in Leipzig weer in de belangstelling kwam – zijn er toch weinig componisten geweest ná Bach die zich niet door hem hebben laten inspireren. Bach laat zich op een concertprogramma dan ook goed combineren met andere componisten, maar de keuze voor Arvo Pärt, als een van de meest geliefde en meest uitgevoerde componisten van deze tijd, bleek wel een zeer gelukkige.

 

 

Bach & Pärt

Het weekend begon met een college van publicist, musicoloog en musicus Saskia Törnqvist die, zoals zij zelf zegt, verrassende ontdekkingen deed toen zij de werken van Bach spiegelde aan die van Pärt. Ontdekkingen die veel verder gaan dan het feit dat beide heren een Johannes Passie schreven.

Zowel Bach als Pärt beschouwen het schrijven van muziek als een vorm van devotie en spirituele expressie en dé manier om het goddelijke te benaderen. Waar Bach’s muziek doordrongen is van de lutherse theologie, is Pärt sterk beïnvloed door de orthodox christelijke mystiek. Pärt creëerde zijn eigen taal, de ’tintinnabuli-stijl’, die een meditatieve en transcendente sfeer oproept.

Bach’s contrapuntische technieken tonen een diepe wiskundige en structurele logica. Pärt’s tintinnabuli-techniek – waarbij melodische lijnen zich bewegen rond een tonale kern – heeft een vergelijkbare helderheid en balans. Ondanks de eenvoud van Pärt’s klankwereld, heeft zijn muziek een complexiteit die  in zekere zin ergelijkbaar is met Bach’s fugatische structuren.

Waar Bach vaak intensiteit bereikt via rijke harmonieën en complexe polyfonie, doet Pärt dat door stilte, lang aangehouden tonen en sobere herhalingen. Toch voelen luisteraars bij beide componisten een diepe ontroering en spirituele diepgang. Bach en Pärt opereren in totaal verschillende muzikale werelden, maar delen een diep religieus besef, een streven naar zuivere muzikale expressie en een kracht die de luisteraar meeneemt op een spirituele reis.

 

 

Lisa Jacobs & The String Soloists

De muzikale aftrap werd op zaterdagmiddag gegeven door de The String Soloists die in eerste instantie de jonge, getalenteerde trompettist Floris Onstwedder ondersteunde in het Concerto piccolo über B-A-C-H uit 1994, van de inmiddels 90-jarige Arvo Pärt. De muziek slingert heen en weer tussen het barokke van Bach en het neoclassicistische en moderne van Pärt. Zo zijn bijvoorbeeld het begin van Bach’s Air en de melodie uit de Sarabande uit de Engelse suite nr. 6 te horen en, zoals de titel van het werk al verraadt, ontbreekt ook het Bach-motief niet.

 

 

Onstwedders briljante toon en muzikaliteit maakten de kleine technische onvolkomenheden meer dan goed. Als opmaat naar Bachs Vioolconcert no. 2 in E, nam Onstwedder ons nog even mee in het beroemde Arioso uit Cantate 156, waarna violiste Lisa Jacobs het stokje van hem overnam.

Bach schreef zijn Tweede vioolconcert in de tijd dat hij kapelmeester was aan het hof van prins Leopold van Anhalt-Cöthen. De jonge prins had een passie voor niet-kerkelijke muziek en steunde een ensemble waarvoor hij Bach de muziek liet schrijven. Veel van Bach’s instrumentale muziek dateert uit zijn tijd in Cöthen.

 

 

Muziek als contactsport

Dat muziek maken een contactsport is, bewijst Lisa Jacobs door de wijze waarop zij zo vrij beweegt tussen de musici, met hen ‘in gesprek’ gaat en ondertussen de verbinding met de zaal geen moment verliest. Een lust voor het oog en het oor. Zonder tussenkomst van het publiek, dat zijn applaus tot de pauze moest bewaren, vloeide het vioolconcert over in het bijzondere Fratres. Dit minimalistische, licht hypnotiserende werk uit 1977 schreef Pärt oorspronkelijk voor de combinatie strijkkwintet en blaaskwintet, maar hij bewerkte het later voor diverse bezettingen. De musici, onder leiding van Lisa Jacobs, speelden een versie voor viool en strijkorkest, en leidden ons ‘in het ogenblik én in de eeuwigheid’, die volgens Part met elkaar verbonden zijn en de oorzaak van onze halsstarrigheid, onze kleingeestigheid, ons geloof en ons verdriet.

Na de pauze werd het muisstille publiek getrakteerd op een heel bijzondere en prachtig uitgevoerde bewerking (voor strijktrio) van de Aria uit de Goldberg Variaties, BWV 988, dat op een zeer organische wijze direct overging in het zeer populaire, meditatieve Spiegel im Spiegel. Na deze verstilling had het concert kunnen eindigen, maar dan hadden we het Vioolconcert in d en het laatste deel uit Bach’s Dubbelconcert dat Lisa als toegift op de lessenaar had gezet, moeten missen. Ensemble en soliste zaten er in de tweede helft van het concert goed in en stuurden het publiek muzikaal doorvoed naar de foyer, alwaar het zich mocht verheugen op het avondconcert.

 

 

Cappella Amsterdam

Onder leiding van de Letse dirigente Krista Audere, die in 2028 het stokje zal overnemen van artistiek leider en chef-dirigent Daniel Reuss, zong Cappella Amsterdam de sterren van de hemel in de bijzondere akoestiek van de Haarlemse muziektempel. Vóór de pauze de motetten Jesu, meine Freude (BWV 227) en Singet dem Herrn ein neues Lied (BWV 225). Twee werken die de complexiteit van Bachs motettenstijl tonen, maar in emotie en functie elkaars tegenpolen zijn: de een contemplatief en beschouwend, de ander uitbundig en feestelijk. Beide werken hebben een diep religieuze en muzikale gelaagdheid, maar verschillen in vorm, structuur en functie.

Het elfdelige Jesu, meine Freude, het meest omvangrijke van de twee, schreef Bach vermoedelijk in opdracht, voor een rouwdienst. Het werk is introspectief, diep spiritueel en sterk symmetrisch opgebouwd rond een koraalmelodie, wat het een meditatief karakter geeft. Singet dem Herrn ein neues Lied is jubelend, dansant en levendig, met een opgewekte toon en uitbundige contrapuntische structuren. Toen Mozart dit motet hoorde toen hij in 1789, op weg naar Berlijn, in Leipzig op bezoek was, was hij euforisch en constateerde dat hij hier nog veel van kon leren. Hij maakte de aantekening dat het motet eigenlijk een volbezet orkest zou verdienen. Krista Audere was na de uitvoering van de Bach motetten zo diep tevreden dat ze tijdens het applaus een spontaan vreugdesprongetje maakte.

 

 

Het tweede deel van het concert was gewijd aan het zeer omvangrijke koorwerk Kanon Pokajanen van Pärt. Althans, aan enkele delen daarvan. De uitvoering van het gehele werk zou nachtwerk zijn geworden, hoewel waarschijnlijk niemand daar enig bezwaar tegen zou hebben gehad, zeker niet in deze prachtige uitvoering van Cappella Amsterdam. Pärt schreef het werk in het kader van het 750-jarig bestaan van de Keulse Dom, waar het op 17 maart 1998 in première ging. Wie de dom kent, zou er zich een voorstelling van kunnen maken hoe het daar moet hebben geklonken.

 

 

‘The Lost Paradise’

Op zondag 9 maart stond om 12.00 uur de bijzondere documentaire ‘The Lost Paradise’ over het leven van Arvo Pärt geprogrammeerd, waarin de zeer bescheiden componist gevolgd wordt tijdens zijn reizen naar Estland, Duitsland, Italië en Japan. De film biedt een intiem portret van zijn leven en zijn werk, met speciale aandacht voor de emotionele diepgang en spiritualiteit in zijn muziek.

 

 

Muziekschool ‘Hart’  

Een bijzonder compliment verdienen de programmeurs van Phil voor de wijze waarop zij tijdens zo’n bijzonder festival ruimte hebben geboden aan de amateurmusici van de Haarlemse Muziekschool Hart. Ik heb helaas niet het gehele programma kunnen bijwonen, maar ik heb genoten van de ensembles die ik heb gehoord en zich hebben durven laven aan de grote muziek van deze twee bijzondere componisten. Met name de uitvoering van het koorwerk Summa door een cellokwartet onder leiding van componiste en Hart cellodocent Bianca Bongers, is me goed bijgebleven.

 

Het Nederlands Blazers Ensemble

Zondagmiddag 9 maart, mooi weer en lekker op de fiets naar Phil. Een mooie dag om te gaan genieten van ons bijzondere Nederlands Blazers Ensemble. Eén van die ensembles waarmee we ons in Nederland bijzonder gelukkig mogen prijzen. Altijd garant voor uitzonderlijke programma’s, indrukwekkende belevenissen, leerzame toelichtingen en bijzondere ontmoetingen.

 

 

Op het programma natuurlijk Pärt en Bach, maar aangevuld met traditionele Soefi en klassieke muziek uit één van ‘s werelds oudste culturen, Perzië. Als gastsolisten had het NBE tar-speler en zanger Ali Ghamsari en zangeres Haleh Seyfizadeh uitgenodigd. Het waren met name zij die het concert een heel bijzondere lading gaven. Op de achtergrond zette het prachtige, wisselende decor, in combinatie met een zeer smaakvol lichtplan, de muziek de nodige kracht bij.

Vanwege de bijzondere bezetting van het NBE waren, logischerwijs, eigenlijk alle werken gearrangeerd. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het ene stuk zich beter laat arrangeren dan het andere en is het origineel vaak zoveel mooier. Het waren tijdens dit concert overigens vooral de niet-blazers die de meeste indruk hebben gemaakt. Zo had één der arrangeurs, Oene van Geel, bij het bekende Spiegel im Spiegel gekozen voor de geniale combinatie van tar, theorbe en contrabas wat uitstekend werkte en ons in hoger sferen bracht. Het moment waarop duidelijk werd – het programmaboekje was in de donkere zaal niet te lezen – dat hij er een ander werk van Pärt, Arbos, doorheen had gemixt, werd de betovering abrupt verbroken. Gelukkig eindigde het stuk weer zoals het begon.

 

 

Een bijzondere rol was weggelegd voor de hobo in het Agnus Dei van Bach, in een bewerking van Mathilde Wantenaar. De Perzische zang in het arrangement vond ik wel weer heel spannend, misschien zelfs wel iets té spannend. De goed gevulde zaal had, gezien het daverende applaus na de swingende toegift, een hele mooie middag gehad.

Al met al was het een bijzonder muziekweekend. De cultuuroptimist in mij was weer blij verrast over de hoeveelheid mensen die er, ondanks het eerste mooie weekend in tijden, voor hadden gekozen zich onder te dompelen in de werelden van Johann Sebastian Bach & Arvo Pärt in Phil Haarlem.

Mark Doorn

You May Also Like

Openingsconcert Saariaho-festival gedragen door topsolisten Puglia en Pohjola

Julian Libeer viert 150e verjaardag van Maurice Ravel in het Muziekgebouw aan ‘t IJ

Viotti’s Verdi-requiem warmbloedig en hartverscheurend bij NedPhO

Bij pianoduo Pires-Cambra blijft Pires de grote meester