De Hangende Tuinen van Babylon
Gehoord, vrijdag 7 februari 2025, Kleine Zaal, Concertgebouw Amsterdam
Door Mark Doorn
Het is altijd te prijzen als musici op zoek gaan naar nieuw repertoire. Dat levert zo af en toe mooie pareltjes op. Toch komt het helaas vaker voor dat het niet voor niets was dat veel van die minder bekende en zelden gespeelde werken niet tot het ‘grote repertoire’ zijn gaan behoren. Beiden gold voor het programma De Hangende Tuinen van Babylon van het jonge Ciconia Consort onder leiding van chef Dick van Gasteren. Toch was het een bijzondere avond, want er was goed nagedacht over het programma achter het programma.
Zijderoute
Tijdens het concert, in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw in Amsterdam, werden wij meegenomen op een muzikale reis en traden we in de voetsporen van Marco Polo, langs de Zijderoute, eeuwenlang de belangrijkste verbinding tussen oost en west. De reis begon in Venetië op de Piazza San Marco en voerde ons via Constantinopel, Erzurum (Armenië) en Bakoe (Azerbeidzjan) uiteindelijk naar Beijing. Een prachtig uitgewerkt concept, maar uiteindelijk draaide de avond om de twee grotere werken: het Concerto voor viool en strijkorkest van Aleksandr Arutiunian uit 1988, met een glansrol voor violiste Maria Milstein en de Symfonie voor strijkorkest, geschreven in 1947 door Fikret Amirov, misschien wel de belangrijkste componist van Azerbeidzjan.
Niemendalletjes
Een derde groot werk op het programma had het Concerto per archi van Nino Rota kunnen zijn, ware het niet dat het ensemble er helaas voor had gekozen daarvan alleen het eerste en het laatste deel te spelen. Dit leverde een ietwat gekke overgang op tussen de twee delen en voelde het wat onaf. We kennen Rota natuurlijk vooral van zijn befaamde filmmuziek uit onder meer Federico Fellini’s La Dolce Vita en The Godfather, het meesterwerk van Francis Ford Coppola. Zijn, wat we dan noemen, ‘serieuzere werk’ doet niet onder voor zijn bekende werk en is ook heel filmisch geschreven en zeer herkenbaar als Rota. In plaats daarvan moesten we het, ná Rota en vóór Arutiunian in de eerste helft van het concert doen met een drietal niemendalletjes van de 32e sultan van het Ottomaanse Rijk, de Turkse componist Erkin en een componist wiens naam zelfs helemaal nooit bekend is geworden en de geschiedenis is ingegaan als Anonymus. Zowel de composities als de uitvoering daarvan oversteeg het conservatoriumniveau helaas niet. De musici waren duidelijk meer geïnspireerd tijdens het vioolconcert van Arutiunian, een componist die ik vooral ken van zijn trompetconcert, vanuit mijn verleden als koperblazer.
Maria Milstein in Armenië met Arutiunian
Dat het vioolconcert van de Armeense componist Aleksandr Arutiunian ook niet tot het standaardrepertoire behoort werd duidelijk vanwege het feit dat soliste Maria Milstein het werk van blad speelde. Normaal gesproken zou dit mij gestoord hebben, maar het deed in dit geval niets af aan de wijze waarop Milstein de zaal voor zich innam. Vanaf de eerste minuut tot het laatste akkoord heb ik geboeid zitten luisteren en werd ik meegevoerd naar de zware aardbeving die in 1988 de Armeense stad Spitak bijna geheel verwoestte en aan ruim 25 duizend mensen het leven kostte. Arutiunian schreef dit werk ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis. Dit werk verdient eigenlijk een grotere zaal dan de Kleine Zaal van het Concertgebouw, waar zowel solist als ensemble hun klank eigenlijk niet goed kwijt konden. Milstein straalde desondanks en tilde het geheel op tot grote hoogten, wat haar op een zeer verdiende staande ovatie van het publiek kwam te staan.
Bakoe
Na de pauze reisden we verder naar Bakoe met het Tsaghkats Baleni van de eveneens Armeense componist Khachatur Avetisyan. Een onschuldig, tikkeltje melancholisch werkje dat mij voor het eerst deze avond in echt oosterse sferen bracht. Eenmaal aangekomen in Bakoe ging het orkest eens goed zitten voor de prachtige symfonie voor strijkorkest van Fikret Amirov, geschreven ter nagedachtenis aan de 12e eeuwse dichter Nizami.
Nezami-ye Ganjavi
Wie zich ooit heeft verdiept in de eeuwenoude Perzische cultuur, weet dat Nezami-ye Ganjavi als één van de grootste schrijvers/dichters uit de Perzische literatuur wordt beschouwd. Een legendarische figuur die heel bijzondere poëzie schreef, die zich uitstrekte over mystiek, romantiek en heldendichten. Hij heeft zijn stempel gedrukt op de hele Perzisch sprekende wereld en talloze jongere dichters van de Ottomaanse tot de Mongoolse wereld geïnspireerd. Zijn sterfdag, 12 maart, is in de Islamitische Republiek Iran uitgeroepen tot de Nezami Ganjavi Herdenkingsdag.
Beijing
Ook tijdens dit tweede grote werk van de avond laten de musici van het Ciconia Consort horen wat zij in hun mars hebben. Van Gasteren zwaait ze moeiteloos door de vier delen met hun zeer uiteenlopende karakters heen. Wat mij betreft was dit een mooie afsluiter van de avond geweest, maar ja…we moesten nog naar Beijing. Op het Im Yeghegvan Avetisyan wordt de reis naar Beijing ingezet. Een bijzonder stuk waarbij je je, als je even je ogen sluit, de zware roadtrip van Bakoe naar Beijing goed kunt voorstellen. Ook de westers opgeleide musici hebben het wat zwaar om de echte typische oosterse snaar te raken.
Song of the Ch’in
In Peking aangekomen sloot het ensemble af met het strijkkwartet Song of the Ch’in van de Chinees-Amerikaanse componist Zhou Long, dat wellicht een bijzondere toegift had kunnen zijn, maar muzikaal gezien niet echt op het programma paste. Het was een mooie avond, met opvallend veel jonge mensen in een nagenoeg uitverkochte Kleine Zaal. Het heeft mij heel positief gestemd dat er kennelijk ook voor heel bijzondere, atypische programmering voldoende publiek te vinden is. De cultuuroptimist in mij ging zeer tevreden van Beijing weer terug naar Haarlem.
Mark Doorn
Info, speeldata & tickets: