Fagottist Dirk Meijer breekt een lans voor Finse componist Tauno Marttinen

 

Leeuwarden, 1 februari  2025. ‘Aan het Zweedse hof kende men in de barok al een bruisend muziekleven, maar het jaar 1865 staat in de Scandinavische kunstgeschiedenis vet omrand. Niet alleen enkele prominente schilders, maar ook de componisten Jean Sibilius uit een toen nog niet onafhankelijk Finland en Carl Nielsen uit Denemarken zagen het levenslicht en werden van grote betekenis voor hun land. Vanuit hen trek ik de lijn graag door naar de Finse componist Tauno Marttinen (1912 – 2008), die uiteindelijk beider idioom in zijn muziek verenigt.’ Aan het woord is Dirk Meijer, fagottist en musicoloog uit Leeuwarden, die binnenkort aan de Universiteit van Helsinki op Marttinen hoopt te promoveren. Een gesprek over zijn passie voor de componist, muziekpedagoog, recensent en dirigent uit Finland: ‘Sibelius beschouwde de organische natuur vanaf de zijkant, terwijl Marttinen op een meer filosofische en humane manier daar middenin stond.’

 

 

Eerste ontmoeting: oprecht en dynamisch

Al sinds 1995 houdt Dirk Meijer zich intensief bezig met de muziek van Tauno Marttinen, die uiteindelijk bijna 900 werken schreef, waarvan gelukkig door de jaren heen steeds meer in druk beginnen te verschijnen.
Altijd op zoek naar nieuwe muziek voor zijn instrument, de fagot, ging Meijer op zoek naar nieuwe, onbekende, maar hopelijk interessante werken in het land van de duizend meren.  ‘Ik kende al Deense, Noorse en Zweedse fagotconcerten, maar van Finland kende ik eigenlijk helemaal niets. Het Fins Muziek Informatie Centrum (tegenwoordig ‘Music Finland’) is een groot pleitbezorger voor het Fins Cultureel Erfgoed. Alles is zeer goed gedocumenteerd en daardoor is er werkelijk van alles te vinden.
Finland kent voor zo’n relatief klein land een rijke muziekcultuur en onderdeel daarvan vormen vijftien beroeps symfonieorkesten.
Van het ‘F.M.I.C.’ kreeg Meijer onder andere de partituur van Marttinens Fagotconcert toegestuurd.  ‘Wauw’, dacht hij, ‘dat is goede muziek!’ Hij liet meer muziek van Marttinen overkomen voor allerlei verschillende instrumenten en ook voor koor. Een aantal collega’s raakten net zo enthousiast en zo werd besloten om Marttinens muziek te gaan uitvoeren. De componist zelf, toen 83, werd hiervan in kennis gesteld en hij zei toe om samen met zijn vrouw en zoon naar Nederland te komen om naar zijn muziek te komen luisteren. Inderhaast werd een ontvangstcomité opgericht, ‘Tauno Marttisen Kunniaksi’ (ter ere van Tauno Marttinen) wat een jaar later de officiële status kreeg van een stichting.
Mede doordat het zelfde gezelschap uit 1996 (inclusief koor zo’n 40 personen) een jaar later werd uitgenodigd om de 85ste verjaardag van de maestro luister bij te zetten in zijn woonplaats Hämmeenlinna (geboorteplaats van Sibelius)  werden ook de activiteiten om zijn muziek te gaan ontginnen groter, tot aan 2008, het sterfjaar van de componist, toen een nieuwe fase wat betreft het in kaart brengen daarvan ontstond.’
Alle moeite die Meijer voor Marttinen doet loont, want de persoonlijke handafdruk van de componist is altijd zeer conceptueel, extreem dynamisch en bovenal oprecht. De ernst en het vermogen om zich volledig over te geven aan de emotie, dat is waar Marttinen’s levendige verklanking van het leven vandaan komt. Zijn enorme oeuvre ontvouwt zich net zo dynamisch als de emotionele harmonie, het spel en de onrust in de kern van elk mens. Hij was een onvermoeibare vertolker van Gods schepping. ‘Soms heb ik het gevoel dat zelfs in zijn eigen land de grootheid van deze prominente componist nog nauwelijks is doorgedrongen, laat staan daarbuiten. Talloze belangrijke composities van Marttinen wachten nog altijd op hun première, ondanks dat die composities die wel het daglicht hebben gezien door publiek en pers vaak warm onthaald worden.’ Marttinen heeft ons volgens Meijer veel te bieden.’

 

 

Erudiet en belezen, maar geen dogma’s

‘Ik leerde Marttinen kennen als een lief en bescheiden mens, maar wel iemand die wist wat hij wou en als iemand die wist uitdrukking te geven aan dat waar hij mij bezig was. De Sneeker Cantorij o.l.v. Bob Pruiksma voerde in 1996 en ’97 Marttinens Missa Choralis uit voor koor à capella. In een mis compositie is een Credo, de Geloofsbelijdenis, vaak de achilleshiel van de compositie. Ondanks dat het Credo in het midden van de compositie staat is, mede gezien de enorme hoeveelheid tekst die moet worden getoonzet, dit een vaak wat langdradig gebeuren. Marttinen kiest voor een simpele melodie die in octaven wordt gezongen (A), gevolgd door bewegelijk middengedeelte (B) waarnaar de beginmelodie weer terugkeert, dit keer zacht geneuried door het koor: een bassolist reciteert hierop de rest van de tekst, zodat de spanning van begin tot het eind gewaarborgd blijft. A, B, A, en de drie-eenheid is gewaarborgd.’ Een geniale vondst in de ogen van Meijer.  Marttinen zegt zelf: ‘Ik heb de muziek geschreven vanuit mijn hart, als jij het zingt of speelt vanuit het jouwe, is de uitvoering geslaagd.’
Meijer: ‘Hoe meer ik over Marttinen te weten ben gekomen, des te meer raakvlakken ik zie met de denkbeelden van de Spinoza. Voor zijn promotie schreef Meijer zijn dissertatie over Marttinens negen symfonieën (Tauno Marttinen, integration from the present wit the past). In het tweede hoofdstuk trekt hij een vergelijking tussen de componist en deze grote filosoof). Muziek was álles voor Marttinen. ‘Toen de Fins Culturele Stichting naar aanleiding van zijn compositie Kokko Ilman lintu (‘Adelaar, de vogel van de lucht’, gebaseerd op de Finse heldenepos ‘de Kalevala’) hem in staat stelde om in Zwitserland te gaan studeren bij muziekpedagoog, componist Vladimir Vogel, verzocht zijn familie, die in Finland in armoede leefde, voorzichtig om hupgoederen. Niet veel later ontvingen ze een dikke enveloppe. Daar zat geen geld in, maar wel nieuwe composities. Zo was die man, één en al muziek!’

 

 

Cityproms

In juni 2023, werd door het bestuur van de Marttinen Stichting en dat van genoemde festival een uitvoering georganiseerd van Marttinens Zesde symfonie. De partituur, ooit uitgevoerd door het Symfonie Orkest van Turku, lag daarna bijna vijftig jaar op de plank, maar de bijna zeventig koppige Philharmonie der Aa uit Groningen, o.l.v. Jacob Slagter maakte daar een eind aan.
Zelf zegt Marttinen over zijn compositie: ‘Toen ik in de vroege zomer over een bospad wandelde, hoorde ik de muziek in mij. Het thema voelt heel Fins, lyrisch als de natuur.’
Tijdens zijn verblijf in Zwitserland bekwaamde Marttinen zich ook in de twaalftoonstechnieken van Arnold Schönberg. In zijn zesde symfonie, die hij helemaal ophangt aan dat ene bospad thema, verwerkt hij dat tot koraal, canon, fuga maar ook tot een twaalftoonsreeks (Integration from the present with the past).
Marttinen maakt in dit werk gebruik, (iets wat Carl Nielsen doet in diens Vierde en Vijfde symfonie) van de zogenaamde progressieve tonaliteit, waarin hij de definitieve toonsoort, een stralend C groot, pas 16 maten voor het slot voor het eerst laat horen. Maar alles wat er daarvoor tonaal in het stuk gebeurt, hangt al samen met dat ene slotakkoord, wat deze symfonie een prachtige structuur geeft.  ‘Mooi, laagdrempelig en geschreven vanuit een diepgeworteld gevoelsleven. Het is humane muziek, precies waarop de mens in deze moeilijke tijden zit te wachten.’
Voor de succesvolle Friese première van deze Zesde symfonie reisden een delegatie van de Fins Ambassade uit Den Haag en de zoon van de componist, Rauno, naar Leeuwarden af. Ook burgemeester van de Friese hoofdstad, van Haersma-Buma, was aanwezig.

 

 

Kalevala

Meijer vertelt nogmaals met passie over de ‘Kalevala’, een bron van inspiratie voor bijna iedere Fin. Ook de tekst van Kokko ilman lintu (zie hierboven, W.S.), Marttinens definitieve doorbraak als componist ligt hieraan ten grondslag, aan de mythologische verzameling van epische gedichten, waarin onder meer ook verhaald wordt over de schepping van de wereld. In ontelbare composities van zowel Sibelius als Marttinen wordt verteld over de avontuurlijke reizen van Väinämöinen, Ilmarinen en Lemminkainen naar Pohjola (de onderwereld) om daar de mooie dochter van Louhi het hof te maken. Onderweg ontdekken de avonturiers de wonderbaarlijke Sampo, een molen die zout, meel en goud produceert en een talisman blijkt te zijn van geluk en voorspoed. De belangrijke goden van de Finse folklore zijn Ilmatar, de godin van de lucht, Ukko, de God van het weer en de donder, Ahti, de God van het water en Tuoni, de God van de onderwereld. Daarnaast zijn er veel mythologische wezens. De belangrijkste is Otso, de beer en koning van de dieren, het heiligste dier in de Finse spirituele traditie. De beer wordt gezien als de voorouder van de gehele mensheid, zodat de Finse folklore de nodige berendansen heeft voortgebracht.
Meijer vertelt daarover en laat mij een recensie zien van 30 september 1997: ‘Nadat ik, samen met pianiste Rixt van der Kooy, verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, de Finse première had gespeeld van Marttinens Fagotconcert, schreef recensent Hannu Ilari Lampila daarover in de Helsingin Sanomat, de belangrijkste krant van Finland: ‘Meijer blies het fagotconcert als in trance en beleefde de donkere kleurigheid ervan in een uitzinnige stemming. Het werk heeft primitieve, groteske tonen en wiegt vaak als in de voetstappen van een beer. Er zit ook een zekere neoklassieke geest in de ritmes en de speelse humor, die zich begon te ontwikkelen tijdens het leven van de componist. Ook pianist Rixt van der Kooy draagt verrassend goed bij aan Marttinens Finse mystiek en fijnzinnige humor.’

 

 

Composities als minuscuul schakeltje in het heelal

Toen Marttinen terugkeerde uit Zwitserland zaten o.a. de partituur van zijn Eerste symfonie (1958) en van zijn Vioolconcert (1962) in zijn koffer. Laatstgenoemd werk zou later uitgroeien tot een van zijn meest gespeelde composities tot aan vandaag de dag. Meijer: ‘Uit dagboeken geschreven tijdens het begin van zijn verblijf in Zwitserland blijkt, dat hij op de hoogte is van alle ins en outs van de twaalftoonsmuziek, maar het duurt nog tot zijn Tweede symfonie dat hij deze allemaal in praktijk brengt. Dit moet een glorieus moment voor hem geweest zijn. Als basis zal hij deze schrijfwijze nooit meer uit het oog verliezen, ook al zal het gevoel bij Marttinen een steeds belangrijker rol gaan spelen met een daarbij steeds kleurrijker wordende instrumentatie, mede door het gebruik van harp, celesta en vaak uitgebreid slagwerk.’
Marttinen koos voor zijn composities vele verschillende onderwerpen. Behalve uit de Kalevala uit de Bijbel, uit de sprookjes van Hans Christian Andersen, uit ‘de Zeven Gebroeders’ van Aleksis Kivi, uit geschriften van Dostojevsky, Herman Hesse, et cetera, et cetera.

 

Nieuwe fase

In 2008 ontstond een nieuwe fase in het leven van Meijer. Nadat Marttinen in juli van dat jaar kwam te overlijden werd hem niet zo lang daarna door de Fins Culturele Stichting gevraagd of hij een half jaar naar Finland kon komen om het gehele oeuvre van de componist in kaart te komen brengen. Meijer kon een half jaar onbetaald verlof opnemen om aan dit eervol verzoek te kunnen voldoen. Hij vond negen symfonieën, 25 opera’s, veel werken voor solozang en koor, de meest uiteenlopende kamermuziek (waaronder twee septetten voor zeven contrabassen), ja, zelfs een Concerto Grosso voor solo viool altviool en cello met begeleiding van groot orkest (inclusief orgel). Een van zijn bijna meest ongelofelijke vondsten was een Celloconcert, zijn derde. Niemand wist van het bestaan hiervan en de dunne vellen van de partituur raakten al behoorlijk beschadigd. Meijer sleepte ze voor de heldeuren weg en weer twee jaar later viel het werk al te beluisteren op CD. (N.b.: Marttinen’s Eerste celloconcert is naar niemand minder vernoemd dan naar onze eigen Rembrandt!). ‘In zijn dagboeken uit 1958 heeft Marttinen het regelmatig over muziek van Stravinsky, Messiäen en Sibelius, componisten door wie hij zich ontegenzeggelijk heeft laten inspireren.’

 

 

Tijdens het interview laat Meijer mij muziek van Marttinen horen en ook ik raak meteen onder de indruk van zijn levendige, heldere en fantasierijke muziek. Vooral een magistrale fuga (laatste deel van zijn Tweede strijkkwartet) maakt me nieuwsgierig naar meer. Nadat Meijer mij heeft uitgelegd dat Marttinen ook een groot bewonderaar was van Bach, laat hij mij nog luisteren naar een indrukwekkend gedeelte uit zijn Tweede symfonie. Maar ondanks dat liggen meesterwerken als zijn Zevende symfonie (volgens Meijer één van zijn beste composities ooit) nog altijd op de plank te wachten.   Dan vertelt hij dat Finnen in het algemeen en Marttinen in het bijzonder niet zo aan roem of aan grote namen doen. ‘Goed is goed en daar moet je het maar mee doen. De plek waar ze elkaar in Finland ontmoeten is de sauna, en daar is toch iedereen gelijk.’
Meijer houdt daarvan: ‘Het maakt alles heel eerlijk en puur.’ Misschien had Marttinens houding ook wel iets te maken met de Finse natuur. ‘Die is zo groots, verlaten en overweldigend dat je je als mens beseft dat je niet meer bent dan een minuscuul radertje in de eindeloze uitgestrektheid van het mysterieuze grote geheel.’

Wenneke Savenije

Foto Dirk Meijer: Erik Bootsma

Foto’s Tauno Marttinen: familie archief en ‘Music Finland’

 

Info:

De geïnteresseerde luisteraar kan terecht op Spotify: (zie o.a. https://open.spotify.com/album/4CnOs4UvAcldSsFMLBeVCM )

 

Rectificatie:

Dit verhaal staat in een eerdere versie ook in De Nieuwe Muze 2025 1 (januari-februari nummer). Omdat daar wat foutjes in geslopen waren, publiceren we het nu nogmaals in de verbeterde versie online. Hieronder vindt u ook de Engelse en Finse vertaling.

 

 

 

Finse versie 

Haastattelu: Wenneke Savenije

Fagotisti Dirk Meijer puolustautuu Tauno Marttisen puolesta

Ruotsin hovissa oli vilkas musiikkielämä jo barokin aikana, mutta vuosi 1865 on erityisen merkittävä Skandinavian taidehistoriassa. Paitsi useat merkittävät taidemaalarit, myös säveltäjät Jean Sibilius tuolloin vielä itsenäisestä Suomesta ja Carl Nielsen Tanskasta näkivät päivänvalon ja saivat suuren merkityksen maalleen. Haluaisin vetää heistä linjan suomalaiseen säveltäjään Tauno Marttiseen (1912 – 2008), joka lopulta yhdisti musiikissaan molemmat idiomit. Puhujana on Leeuwardenista kotoisin oleva fagotisti ja musiikkitieteilijä Dirk Meijer, joka tekee pian väitöskirjaa Marttisesta Helsingin yliopistossa. Keskustelua hänen intohimostaan suomalaissäveltäjään, musiikkipedagogiin, kriitikkoon ja kapellimestariin: ’Sibelius katsoi orgaanista luontoa sivusta, kun taas Marttinen oli sen keskellä filosofisemmin ja inhimillisemmin’.

Ensimmäinen kohtaaminen: vilpitön ja dynaaminen

Vuodesta 1995 lähtien Dirk Meijer on työskennellyt intensiivisesti Tauno Marttisen musiikin parissa. Marttinen kirjoitti lopulta lähes 900 teosta, joista onneksi vuosien varrella on ilmestynyt yhä enemmän painettuna.

Aina etsimässä uutta musiikkia instrumentilleen, fagotille, Meijer lähti etsimään uusia, tuntemattomia mutta toivottavasti mielenkiintoisia teoksia tuhansien järvien maasta. ’Tunsin jo tanskalaiset, norjalaiset ja ruotsalaiset fagottikonsertot, mutta Suomesta en tiennyt oikeastaan mitään’, hän sanoo. Suomen musiikin tiedotuskeskus (nykyisin ’Music Finland’) on suuri suomalaisen kulttuuriperinnön puolestapuhuja. Kaikki on hyvin dokumentoitu, joten kaikkea on todella paljon.
Suomessa on suhteellisen pieneksi maaksi rikas musiikkikulttuuri, johon kuuluu viisitoista ammattimaista sinfoniaorkesteria.
Meijer sai ’F.M.I.C:ltä’ muun muassa Marttisen fagottikonserton partituurin.  Vau, hän ajatteli, onpa hyvää musiikkia! Hän pyysi Marttista lähettämään hänelle lisää musiikkia kaikenlaisille soittimille ja myös kuorolle. Useat kollegat olivat yhtä innostuneita, ja niin päätettiin esittää Marttisen musiikkia. Itse säveltäjä, joka oli tuolloin 83-vuotias, sai tästä tiedon ja suostui tulemaan Alankomaihin vaimonsa ja poikansa kanssa kuuntelemaan hänen musiikkiaan. Hätäisesti perustettiin vastaanottokomitea, ”Tauno Marttisen Kunniaksi”, joka sai vuotta myöhemmin virallisen säätiön aseman.
Myös siksi, että sama vuonna 1996 perustettu ryhmä (mukaan lukien 25-henkinen kuoro) kutsuttiin vuotta myöhemmin juhlistamaan maestron 85-vuotissyntymäpäiviä hänen kotikaupungissaan Hämeenlinnassa (Sibeliuksen syntymäpaikkakunnalla), Sibeliuksen musiikkiin tutustumista laajennettiin aina vuoteen 2008, säveltäjän kuolinvuoteen asti, jolloin alkoi uusi tutkimusvaihe.
Meijerin Marttisen eteen tekemä työ kannattaa, sillä säveltäjän persoonallinen kädenjälki on aina hyvin käsitteellinen, äärimmäisen dynaaminen ja ennen kaikkea vilpitön. Vakavuus ja kyky antautua täysin tunteille ovat Marttisen eläväisen elämänkuvan lähtökohta. Hänen laaja tuotantonsa avautuu yhtä dynaamisesti kuin jokaisen ihmisen sisällä oleva tunneharmonia, leikki ja myllerrys. Hän oli väsymätön Jumalan luomistyön tulkitsija. ”Joskus tuntuu, että tämän merkittävän säveltäjän suuruus on tuskin tunkeutunut edes hänen kotimaahansa, saati sitten sen ulkopuolelle. Lukemattomat tärkeät Marttisen sävellykset odottavat yhä kantaesitystään, vaikka ne sävellykset, jotka ovat nähneet päivänvalon, ovat usein saaneet yleisön ja lehdistön innostuneen vastaanoton.”
Marttisella on siis paljon annettavaa meille.

Oppinut ja lukenut, mutta ei dogmia.

’Tutustuin Marttiseen ystävällisenä ja vaatimattomana miehenä, mutta ihmisenä, joka tiesi, mitä halusi, ja joka osasi ilmaista tekemisensä. ’Sneeker Cantorij’ esitti Bob Pruiksman johdolla Marttisen ‘Missa Choralis’ à capella -kuorolle vuosina 1996 ja 97. Messusävellyksessä Credo, uskontunnustus, on usein sävellyksen akilleenkantapää. Vaikka Credoon sävellyksen keskipiste, se on usein hieman pitkäveteinen, osittain siksi, että tekstiä on sävellettävä valtava määrä. Marttinen valitsee yksinkertaisen, oktaaveissa lauletun melodian (A), jota seuraa liikuttava keskiosa (B), johon alkumelodia palaa, tällä kertaa kuoron pehmeästi hyräilemänä: bassosolisti lausuu sitten loput tekstistä, mikä luo jännitystä alusta loppuun. A-B-A, ja kolminaisuus on taattu. Meijerin silmissä neronleimaus.
Marttinen itse sanoo: ”Kirjoitin musiikin sydämestäni, jos sen laulaa tai soittaa omasta sydämestään, esitys on onnistunut”.
Meijer: ”Mitä enemmän opin Marttisesta, sitä enemmän yhtäläisyyksiä näen Spinozan ajatusten kanssa.
Meijer kirjoitti väitöskirjansa Marttisen yhdeksästä sinfoniasta (’Tauno Marttinen, integration from the present with the past’). Toisessa luvussa hän vertaa säveltäjää ja suurta filosofia toisiinsa.

Musiikki oli Marttiselle kaikki kaikessa. Kun ”Suomen Kulttuurirahasto” mahdollisti hänen opiskelunsa Sveitsissä musiikinopettaja ja säveltäjä Vladimir Vogelin luona hänen sävellyksensä ’Kokko ilman lintu’, (joka perustuu suomalaiseen sankarieepokseen ‘Kalevala’) pohjalta, hänen Suomessa köyhyydessä elänyt perheensä pyysi varovasti hupia. Vähän ajan kuluttua he saivat paksun kirjekuoren. Se ei sisältänyt rahaa, vaan uusia sävellyksiä. Tällainen oli tämä mies, yksi ja kaikki musiikki!

’Cityproms’

Kesäkuussa 2023 Marttisen säätiön hallitus ja edellä mainittu festivaali järjestivät Marttisen kuudennen sinfonianesityksen. Turun sinfoniaorkesterin aikoinaan esittämä partituuri lojui sen jälkeen lähes 50 vuotta hyllyssä, mutta lähes seitsemänkymmenhenkinen ”Philharmonie der Aa” Groningenista Jacob Slagterin johdolla teki lopun tästä.

Marttinen itse kertoo sävellyksestään: ”Kun kävelin alkukesästä metsäpolulla, kuulin musiikin sisälläni…. Teema tuntuu hyvin suomalaiselta, lyyriseltä kuin luonto”.

Sveitsissä ollessaan yksi hänen tärkeimmistä tehtävistään oli tutustua Arnold Schönbergin kahdentoista äänen tekniikkaan. Kuudennessa sinfoniassaan, jonka hän rakentaa kokonaan tämän yhden metsäpolun teeman varaan, hän integroi sen koraaliin, kaanoniin, fuugaan, mutta myös kahdentoista sävelen riviin (’integration of the present with the past’).

Tässä teoksessa Marttinen (kuten Carl Nielsen neljännessä ja viidennessä sinfoniassaan) käyttää niin sanottua progressiivista tonaalisuutta, jossa hän esittelee lopullisen säteilevän C-duurin vasta 16 tahtia ennen finaalia. Mutta kaikki, mitä teoksessa tapahtuu tonaalisesti sitä ennen, liittyy jo tähän yhteen viimeiseen sointuun, mikä antaa tälle sinfonialle hienon rakenteen. ’Kaunis, helposti lähestyttävä ja syvään juurtuneesta tunne-elämästä kirjoitettu. Se on inhimillistä musiikkia, juuri sitä, mitä ihmiset odottavat näinä vaikeina aikoina’.

Suomen Haagin suurlähetystön valtuuskunta ja säveltäjän poika Rauno matkustivat Leeuwardeniin tämän kuudennen sinfonian onnistuneeseen ”friisiläiseen kantaesitykseen”. Myös Friisin pääkaupungin pormestari van Haersma-Buma oli paikalla.

Kalevala

Meijer on jälleen kerran innostunut Kalevalasta, joka on lähes kaikkien suomalaisten inspiraation lähde. Taustalla on myös Marttisen viimeisen läpimurron säveltäjänä tehneen ”Kokko ilman lintua(ks. W.S. edellä ) teksti, mytologinen, eeppinen runokokoelma, joka kertoo myös maailman luomisesta. Sekä Sibeliuksen että Marttisen lukemattomat sävellykset kertovat Väinämöisen, Ilmarisen ja Lemminkäisen seikkailullisista matkoista pohjoiseen (alamaailmaan) kosiskelemaan kaunista Louhi-tytärtä. Matkan varrella seikkailijat löytävät ihmeellisen Sampon, myllyn, joka tuottaa suolaa, jauhoja ja kultaa ja osoittautuu onnen ja vaurauden talismaaniksi. Suomalaisessa kansanperinteessä tärkeitä jumalia ovat Ilmatar, taivaan jumalatar, Ukko, sään ja ukkosen jumala, Ahti, veden jumala, ja Tuoni, manalan jumala. On myös monia mytologisia olentoja. Tärkein niistä on Okso, karhu ja eläinten kuningas, suomalaisen hengellisen perinteen pyhin eläin. Karhua pidetään koko ihmiskunnan esi-isänä, ja niinpä suomalainen kansanperinne on tuottanut tarpeelliset karhutanssit.

Meijer puhuu tästä ja näyttää minulle arvostelun 30. syyskuuta 1997: Kun olin soittanut Marttisen fagottikonserton Suomen ensiesityksen yhdessä pianisti Rixt van der Kooyn (Haagin kuninkaallisen konservatorion jäsen, W.S.) kanssa, arvostelija Hannu Ilari Lampila kirjoitti Helsingin Sanomissa: ’Meijer puhalsitkin fagottikonserttoa kuin transissa, eläytyen hurjan vimman vallassa sen synkeään värikkyyteen. teoksessa on primitivisäisen karuja ja groteskea sävyjä, ja setansii usein kuin karhun askelin. Ronskissa huuamorissa ja leikisissä rytmeissä on myös tiettyä uusklassismain henkeä, jota alkoi tulla säveltäjässä esiin teoksensyntyaikoina. Hämmästyävän hyvin myös pianisti Rixt van der Kooy osasieláytyä Marttisen suomalaiiseen myytäisyyteen ja karskiinhuumoriin.’

 

Sävellykset pieninä linkkeinä maailmankaikkeudessa

Palatessaan Sveitsistä hänellä oli taskussaan ensimmäisen sinfoniansa ja viulukonserttonsa partituurit. Jälkimmäisestä teoksesta tuli myöhemmin yksi hänen useimmin esitetyistä sävellyksistään. Meijer: ’Hänen Sveitsissä oleskelunsa alussa kirjoittamistaan päiväkirjoista käy ilmi, että hän tunsi kaksitoistasävelisen musiikin läpikotaisin, mutta vasta toisessa sinfoniassaan hän toteutti sen käytännössä. Sen on täytynyt olla hänelle loistava hetki. Tätä sävellystyyliä hän ei enää koskaan kadottanut lähtökohdakseen, vaikka tunteet nousivat Marttisen musiikissa yhä tärkeämpään asemaan, jota säestivät yhä värikkäämmät soittimet, kuten harppu, sellesteja ja usein myös laajat lyömäsoittimet’.
Marttinen valitsi sävellyksiinsä monia erilaisia aiheita. Raamatun Kalevalan lisäksi Hans Christian Andersenin satuja, Aleksis Kiven ’Seitsemän veljestä’, Dostojevskin ja Hermann Hessen kirjoituksia ja niin edelleen ja niin edelleen.

Uusi vaihe Meijerin elämässä alkoi vuonna 2008: pian Marttisen kuoleman jälkeen saman vuoden heinäkuussa Suomen Kulttuurirahasto pyysi häntä tulemaan Suomeen puoleksi vuodeksi katsomaan säveltäjän koko teoskokonaisuutta. Meijer pystyi pitämään kuusi kuukautta palkatonta lomaa täyttääkseen tämän kunniallisen pyynnön. Hän löysi yhdeksän sinfoniaa, 25 oopperaa, monia teoksia yksinlaululle ja kuorolle, monenlaista kamarimusiikkia (mukaan lukien kaksi septettiä seitsemälle kontrabassolle) ja jopa Concerto Grosso alttosooloviululle, -viululle ja -sellolle suuren orkesterin (urut mukaan lukien) säestämänä. Yksi hänen uskomattomimmista keksinnöistään oli sellokonsertto, hänen kolmas konserttonsa. Kukaan ei tiennyt sen olemassaolosta, ja partituurin ohuet arkit olivat jo varsin vaurioituneet. Meijer nouti sen helvetin porteista, ja vielä kaksi vuotta myöhemmin teos oli kuultavissa CD:llä. (Marttisen ensimmäinen sellokonsertto on muuten nimetty kenenkään muun kuin meidän Rembrandtimme mukaan!).

Päiväkirjoissaan vuodelta 1958 Marttinen puhuu säännöllisesti Stravinskyn, Messiäen ja Sibeliuksen musiikista, säveltäjistä, jotka epäilemättä inspiroivat häntä.

Haastattelun aikana Meijer antaa minun kuunnella Marttisen musiikkia, ja hänen eloisa, valoisa ja mielikuvituksellinen musiikkinsa tekee minuun heti vaikutuksen. Erityisesti mestarillinen fuuga (toisen jousikvartetin viimeinen osa) saa minut uteliaaksi. Selitettyään minulle, että Marttinen oli myös suuri Bachin ihailija, Meijer antaa minun kuunnella Marttisen toisen sinfonian toisen osan. Mutta mestariteokset, kuten hänen seitsemäs sinfoniansa (Meijerin mukaan yksi hänen parhaista sävellyksistään ikinä), ovat edelleen hyllyssä.
Sitten hän selittää, että suomalaiset yleensä ja Marttinen erityisesti eivät ole niinkään kiinnostuneita maineesta tai suurista nimistä. ’Hyvä on hyvää, ja siihen pitää tyytyä. Kohtaamispaikka on sauna, ja siellä kaikki ovat samanlaisia’.
Meijer pitää siitä: ’Se tekee kaikesta hyvin rehellistä ja puhdasta’.

Ehkä Marttisen asenteella on jotain tekemistä suomalaisen luonnon kanssa. ’Se on niin upea, yksinäinen ja ylivoimainen, että ihmisenä tajuaa olevansa vain pieni hammasratas salaperäisen kokonaisuuden äärettömässä laajuudessa’.

Wenneke Savenije

Kiinnostuneet kuuntelijat voivat käydä Spotifyssa: (ks. mm.https://open.spotify.com/album/4CnOs4UvAcldSsFMLBeVCM)

 

Engelse versie

Interview: Wenneke Savenije

Bassoonist Dirk Meijer stands up for Tauno Marttinen

The Swedish court already had a lively musical life in the Baroque era, but the year 1865 is particularly significant in Scandinavian art history. Not only several prominent painters, but also the composers Jean Sibilius from Finland, which was not yet independent at the time, and Carl Nielsen from Denmark, saw the light of day and became very important for their country. From them, I like to draw a line to the Finnish composer Tauno Marttinen (1912-2008), who finally combined both idioms in his music. Dirk Meijer, a bassoonist and musicologist from Leeuwarden who will soon be doing his doctorate on Marttinen at the University of Helsinki, will give a talk about his passion for the Finnish composer, music educator, critic and conductor: ‘Sibelius viewed the organic nature from the side, while Marttinen was in the middle of it in a more philosophical and human way’.

First meeting: sincere and dynamic

Since 1995, Dirk Meijer has been intensively involved with the music of Tauno Marttinen, who ultimately wrote almost 900 works, fortunately more and more of which have been published over the years.
Always on the lookout for new music for his instrument, the bassoon, Meijer set out to find new, unknown but hopefully interesting works in the land of a thousand lakes. ‘I already knew Danish, Norwegian and Swedish bassoon concertos, but I actually knew nothing about Finland,’ he says. The Finnish Music Information Centre (now Music Finland) is a great advocate for Finnish cultural heritage. Everything is very well documented, and as a result, there really is plenty of everything.
For such a relatively small country, Finland has a rich musical culture, including 15 professional symphony orchestras.
Among other things, Meijer received the score of Marttinen’s bassoon concerto from the ‘F.M.I.C.’. Wow, he thought, that’s good music! He had more music by Marttinen sent to him, for all kinds of instruments and even for choir. A number of colleagues were equally enthusiastic, and so it was decided to perform Marttinen’s music. The composer himself, then 83 years old, was informed and agreed to come to the Netherlands with his wife and son to hear his music. A reception committee was hastily formed, ‘Tauno Marttisen Kunniaksi’ (in honour of Tauno Marttinen), which was officially granted foundation status a year later.
Also because the same 1996 troupe (including the approximately 40-member choir) was invited a year later to add lustre to the Maestro’s 85th birthday in his hometown of Hämeenlinna na (Sibelius’s birthplace), the activities to unlock his music were expanded, until a new phase of unlocking began in 2008, the year of the composer’s death.

The effort Meijer puts into Marttinen pays off, because the composer’s personal handwriting is always very conceptual, extremely dynamic and, above all, sincere. Sincerity and the ability to give oneself completely to emotions are at the root of Marttinen’s vibrant rendering of life. His extensive work unfolds as dynamically as the emotional harmony, play and turmoil within each person. He was a tireless interpreter of God’s creation. ‘Sometimes I get the feeling that the magnitude of this important composer has barely sunk in, even in his own country, let alone beyond. Countless important compositions by Marttinen are still awaiting their premieres, although the compositions that saw the light of day were often received enthusiastically by audiences and critics.’
Marttinen has a lot to offer us.

Educated and well-read, but without dogmas

‘I got to know Marttinen as an amiable and modest person, but also as someone who knew what he wanted and was able to express it. The Sneek Cantorij, under the direction of Bob Pruiksma, performed Marttinen’s Missa Choralis for a cappella choir in 1996 and ‘97. In a mass setting, the Credo, the profession of faith, is often the Achilles’ heel of the composition. Although the Credo is in the middle of the composition, it is often a somewhat lengthy affair, partly because of the enormous amount of text that has to be composed. Marttinen opts for a simple melody sung in octaves (A), followed by an animated middle section (B), after which the initial melody returns, this time softly hummed by the choir: a bass soloist then recites the rest of the text, thus ensuring tension from beginning to end. A – B – A , and the trinity is guaranteed. A stroke of genius in Meijer’s eyes.

Marttinen himself says: ‘I wrote the music from out my heart; if you sing or play it from out your heart, the performance will be a success’.

Meijer: ‘The more I learned about Marttinen, the more I saw similarities with the ideas of ‘de Spinoza’.

For his doctorate, Meijer wrote his dissertation on Marttinen’s nine symphonies (‘Tauno Marttinen, Integration of the Present with the Past’). In the second chapter, he draws a comparison between the composer and the great philosopher).

Music was everything to Marttinen. When the Finnish Cultural Foundation enabled him to study in Switzerland with the music educator and composer Vladimir Vogel on the occasion of his composition ‘Kokko Ilman lintu’ (Eagle, the bird of the air, based on the Finnish heroic epic ‘Kalevala’), his family, who lived in poverty in Finland, cautiously asked for help. A little later, they received a thick envelope. It didn’t contain any money, but new compositions. So this man was like: his whole body seemed to be filled with music!

 

City Proms

In June 2023, the board of the Marttinen Foundation and the festival organised a performance of Marttinen’s sixth symphony. The score, which was once performed by the Turku Symphony Orchestra, then sat on the shelf for almost 50 years, but the almost seventy-piece ‘Aa Philharmonic’ from Groningen, conducted by Jacob Slagter, put an end to that.

Marttinen himself says about his composition: ‘When I was walking along a forest path in the early summer, I heard the music inside me… The theme feels very Finnish, lyrical like nature’.

During his stay in Switzerland, one of his main tasks was to familiarise himself with Arnold Schönberg’s twelve-tone technique. In his Sixth Symphony, which is based entirely on this one forest path theme, he integrates it into chorale, canon, fugue, but also into a twelve-tone series (‘integration of the present with the past’).

In this work, Marttinen uses what is known as progressive tonality (as did Carl Nielsen in his fourth and fifth symphonies), in which he only introduces the final key, a radiant C major, 16 bars before the finale. But everything that happens tonally in the piece beforehand is already connected to this one final chord, which gives this symphony a wonderful structure. ‘Beautiful, accessible and written from a deeply rooted emotional life. It is humane music, exactly what people need in these difficult times’.

A delegation from the Finnish Embassy in The Hague and the composer’s son Rauno travelled to Leeuwarden for the successful ‘Frisian premiere’ of this sixth symphony. The mayor of the Frisian capital, van Haersma-Buma, was also present.

Kalevala

Meijer once again passionately recounts the ‘Kalevala’, a source of inspiration for almost every Finn. Also underlying this is the text of ‘Kokko ilman lintu’ (see above, W.S.) Marttinen’s final breakthrough as a composer, the mythological collection of epic poems, which also tells of the creation of the world, among other things. Countless compositions by both Sibelius and Marttinen tell of the adventurous journeys of Väinämöinen, Ilmarinen and Lemminkäinen to Pohjola (the underworld) to woo the beautiful daughter of Louhi. Along the way, the adventurers discover the miraculous Sampo, a mill that produces salt, flour and gold and turns out to be a talisman of luck and prosperity. The important gods of Finnish folklore are Ilmatar, the goddess of the sky; Ukko, the god of weather and thunder; Ahti, the god of water; and Tuoni, the god of the underworld. There are also many mythological creatures. The most important is Okso, the bear and king of animals, The holiest animal in Finnish spiritual tradition. The bear is seen as the ancestor of all mankind, so Finnish folklore has produced the necessary bear dances.
Meijer talks about it and shows me a review from 30 September 1997: After I, together with the pianist Rixt van der Kooy (affiliated with the Royal Conservatory in The Hague, W.S.), played the Finnish premiere of Marttin ’s Bassoon Concerto, the reviewer Hannu Ilari Lampila wrote in the Helsingin Sanomat, Finland’s leading newspaper: ’Meijer played the bassoon concerto as if in a trance, experiencing its dark colouring in a frenzied mood. The work has primitive, grotesque sounds and often sways as if it were tracking a bear. There is also a certain neoclassical spirit in the rhythms and playful humour, which began to develop during the composer’s lifetime. The pianist Rixt van der Kooy also contributes surprisingly well to Marttinen’s Finnish mysticism and fine humour.’

Compositions as tiny links in the universe

When he returned from Switzerland, he had the scores of his first symphony and his violin concerto in his pocket, among other things. The latter work would later become one of his most frequently performed compositions. Meijer: ‘From the diaries he kept at the beginning of his stay in Switzerland, it appears that he knows twelve-tone music inside out, but it is only in his second symphony that he puts it into practice. That must have been a glorious moment for him. As a basis, he will never lose sight of this style of writing again, even though feeling will play an increasingly important role in Marttinen’s work, accompanied by ever more colourful instrumentation, including the use of harp, celesta and often extensive percussion.’
Marttinen chose many different subjects for his compositions. In addition to the Kalevala, these included the Bible, the fairy tales of Hans Christian Andersen, the Seven Brothers by Aleksis Kivi, the writings of Dostoyevsky, Hermann Hesse and so on and so forth.

In 2008, a new phase in Meijer’s life began. After Marttinen’s death in July of that year, the Finnish Cultural Foundation asked him if he could come to Finland for six months to look through the composer’s complete works. Meijer was able to take six months’ unpaid leave to fulfil this honourable request. He found nine symphonies, 25 operas, many works for solo voice and choir, all manner of chamber music (including two septets for seven double basses), yes even a Concerto Grosso for solo violin, viola and cello accompanied by a large orchestra (including organ). One of his most almost unbelievable finds was a cello concerto, his third. Nobody knew of its existence, and the thin sheets of the score were already quite damaged. Meijer dug it out at the gates of hell, and another two years later the work could already be heard on CD. (Incidentally, Marttinen’s first cello concerto is named after none other than our Rembrandt!)

In his diaries from 1958, Marttinen regularly talks about music by Stravinsky, Messiaen and Sibelius, composers who undeniably inspired him.

During the interview, Meijer lets me listen to Marttinen’s music, and I too am immediately impressed by his lively, bright and imaginative music. In particular, a masterful fugue (the last movement of his second string quartet) makes me curious about more. After Meijer has explained to me that Marttinen was also a great admirer of Bach, he lets me hear another movement from his second symphony. Nevertheless, masterpieces such as his Seventh Symphony (according to Meijer, one of his best compositions ever) are still on the shelf.
Then he explains that the Finns in general and Marttinen in particular are not so much concerned with fame or big names. ‘Good is good, and you have to be satisfied with that. The place where they meet is the sauna, and there everyone is equal’.
Meijer likes that: ‘It makes everything very honest and pure’.

Perhaps Marttinen’s attitude also has something to do with Finnish nature. ‘It is so magnificent, desolate and overwhelming that you realise as a human being that you are only a tiny cog in the infinite vastness of the mysterious whole’.

Wenneke Savenije

Interested listeners can visit Spotify: (see below, among other things.
https://open.spotify.com/album/4CnOs4UvAcldSsFMLBeVCM)

 

You May Also Like

Wendingen is het thema van de 12e editie van Winteravonden aan de Amstel

Muziekgebouw aan ’t IJ maakt duidelijk waarom Schönberg ertoe doet

Traditie en vernieuwing uit Marokko

Violiste Lonneke van Straalen maakt klimaatverandering hoorbaar en voelbaar