Fauré Quartett brengt kamermuziek op hoog niveau

Gehoord: Concertgebouw, Kleine Zaal, 30 juli 2024

Door Willem Boone

 

Pianokwartetten zijn er helaas niet zoveel geschreven; er zijn sublieme composities van Mozart, Schumann, Dvorak, Brahms en Fauré, maar het gaat al met al maar om een handje vol. Andere kamermuziekgenres als pianotrio’s en strijkkwartetten zijn er veel meer en om die reden zijn er dan ook maar weinig vaste ensembles die het genre pianokwartet uitvoeren. Een uitzondering daarop vormt het Duitse Fauré Quartett dat al bijna twintig jaar aan de weg timmert. Gelukkig maar, want zij hebben een samenspel bereikt dat je doorgaans niet hoort wanneer er al een pianokwartet in de concertzaal klinkt. Dan is er meestal sprake van een pianotrio met ‘versterking’ van een altist of van vier musici die incidenteel samenspelen.

 

Hecht samenspel

Bij dit ensemble is er sprake van zeer hecht samenspel, zoals je dat meestal bij een pianotrio (waarvan er overigens ook niet veel zijn!) of een strijkkwartet na jarenlang optreden aantreft. De vier musici ademen als één en zitten qua interpretatie helemaal op dezelfde golflengte. Een nadeel is, zoals hierboven al vermeld, de beperkte hoeveelheid repertoire voor deze combinatie. Dat betekent dat je al snel het standaardrepertoire gespeeld hebt en of bij minder goede pianokwartetten terechtkomt (daar zijn er nog wel een aantal van, zoals van Saint-Saëns, Chausson, Bartók, Strauss en Zarebski), of bij bewerkingen die niet altijd even succesvol uitvallen. De vier musici begonnen gisteren met drie bewerkingen van drie Mélodies van Fauré: Les Berceux zette op fraaie wijze de toon, met liefdevol spel dat inderdaad ‘wiegend’ klonk. In hun interpretatie viel direct de onwrikbare eenheid op, ook in Notre amour viel de goede balans op, terwijl ook het bekende Après un rêve met veel aandacht voor het delicate karakter ervan uitgevoerd werd. Deze drie bewerkingen van Dietrich Zöllner waren in elk geval heel geslaagd en vormden een mooie opmaat voor de rest van het programma.

 

 

Brahms

Dat ging naadloos over in de enige oorspronkelijke compositie voor deze bezetting, het Derde pianokwartet in c opus 60 van Brahms. Het was even schrikken, want na de delicate Fauré klonk ineens de aardse Brahms met een forte akkoord. Opmerkelijk was vooral het spel van pianist Dirk Mommertz, die op een vleugel waarvan de klep geheel openstond, geen moment zijn medespelers ‘wegblies’. Hij bewees zich als een echte kamermuziekspeler die naar zijn partners luisterde. Daarin deed hij aan de onvergetelijke Menahem Pressler van het Beaux Arts Trio denken, die als geen ander zijn collega-strijkers kon ondersteunen, maar ook het voortouw kon nemen als dat vereist was. Een voorbeeld daarvan klonk in het ritmisch sterk gespeelde tweede deel, Scherzo: allegro dat hartstochtelijk klonk en waarbij het vuur af en toe hoog oplaaide. Gelukkig bestond het publiek – dat helaas niet zeer talrijk op dit concert afgekomen was – uit kenners die niet na dit woest eindigende deel in een voortijdige ovatie losbarstten. In het derde deel, Andante, trok allereerst de mooie solo van cellist Konstantin Heidrich de aandacht. Samen met zijn collega’s kwam hij tot een dromerige uitvoering van deze muziek. De strijkers zijn bijzonder goed op elkaar ingespeeld en gaan als één in de muziek op. Wat een sublieme muziek is dit en wat jammer dat deze maar zo weinig uitgevoerd wordt! In het afsluitende vierde deel, Finale: Allegro comodo viel opnieuw de elastische frasering van de pianist op, tegen het eind gingen de vier musici voluit. Deze uitvoering van Brahms was ideaal en doet verlangen naar een interpretatie van de overige twee pianokwartetten!

 

 

Moessorgski

Ik was vooral benieuwd naar wat dit ensemble van de bekende Schilderijententoonstelling van Moessorgski zouden maken, waarvan overigens al de vreemdste bewerkingen bestaan. Een snelle blik op Wikipedia leert dat deze er onder andere zijn voor gitaar, 6 cello’s en 4 contrabassen, gitaar, beiaard en koperensemble, slagwerk, piano, celesta en harp, twee piano’s, enz. Dus tsja, waarom dan niet voor pianokwartet? Dat was mijn eerste gedachte nadat de drie strijkers zich na de eerste noten van de piano in het geheel voegden. Er is vooral sprake van een ander perspectief. In Gnomus klonken de strijkers soms abrupt en maakten de cellist en altist nogal ‘spookhuisachtige’ geluiden. Sommige delen, zoals Il vecchio castello klonken als kamermuziek, waarbij de violiste soms fluitachtige geluiden aan haar instrument ontlokte. Bij Bydlo dat op de piano vaak al uiterst zwaar kan overkomen, zetten de strijkers de klank nog extra aan en zwolgen zij op hun instrumenten. In andere delen leverden de strijkers onverwachte accenten op, zoals pizzicato’s bij het Ballet van de kuikens in hun eierschalen. Na Samuel Goldenberg en Schmuyle sloegen zij trouwens een keer de Promenade over. Ook Catacombae, sepulchrum romanum klonk anders dan je het normaal hoort: de piano zette de akkoorden sterk aan en het was opmerkelijk om te horen hoe strijkinstrumenten erin slagen om een meer spookachtige sfeer te creëren dan de piano. De Hut op kippenpoten ontaardde in deze bewerking in een ‘scherzo diabolique’ dat soms meer weg had van de muziek van Shostakovitsj. Ook in de afsluitende Grote poort van Kiev hadden de strijkers een prominent aandeel. Zij zwolgen opnieuw naar hartenlust en de akkoorden van de piano, die toch al massief klinken, waren nog luider dan zij doorgaans zijn. Laat ik het erop houden dat deze bewerking een curiosum was dat ervoor zorgde dat overbekende noten ineens toch weer deels ‘nieuw’ overkwamen. Tegelijk weet ik niet of deze versie tegen herhaalde beluistering bestand is.

 

Schurende tango

Het Fauré Quartett speelde daarna twee toegiften, allereerst een Tango van Eduardo Hubert, waarmee we ons ineens in Argentinië bevonden, de musici lieten zich gaan, bij de strijkers ging een en ander met schurende geluiden gepaard. Daarna volgde er nog een klein juweeltje van Dvorak/Kreisler, waarbij ik helaas niet heb verstaan om welk stuk het precies ging. Het was een avond op hoog niveau, die een talrijker publiek had verdiend. Hopelijk komt dit ensemble snel terug om de al genoemde resterende Pianokwartetten van Brahms of soortgelijke stukken van Mozart, Dvorak of Schumann te spelen!

Willem Boone

Info:

The Quartet

You May Also Like

Ralph van Raat en Matangi Quartet spelen composities van Chick Corea

Nieuw strijkkwartet van Thomas Beijer boeiende luisterervaring

Bruce Liu speelt met verfijning

Daniel Reuss dirigeert helder gearticuleerde late Stravinsky