Ludwig van Beethoven – Klaviersonate op. 53 “Waldstein” & Andante favori WoO 57
Wat deze Wiener Urtext-uitgave van Beethovens ’21ste’ pianosonate bijzonder interessant maakt zijn de zeer uitgebreide opmerkingen over de uitvoeringspraktijk, die zowel algemene instructies bieden alsmede van maat tot maat verduidelijken wat de intentie van de componist geweest moet zijn. Dit is mogelijk aan de hand van de notities van Carl Czerny, die het stuk in bijzijn van zijn leermeester Beethoven heeft doorgespeeld.
Die notities wijken – bijvoorbeeld wat betreft de tempi – af van veel moderne uitvoeringen, en bieden een fascinerend inzicht in de oorspronkelijk gewenste interpretatie wat betreft legato, dynamieken, pedaalgebruik en vertragingen.
De bronnen zijn uitstekend onderzocht (zelfs de persoonlijke kopie van de aartshertog werd niet gemist – ook hierin stonden correcties van de hand van Beethoven); alleen over de vingerzettingen valt wel te twisten. De vingerzettingen in deze editie zijn afkomstig van Jacob Lateiner en Sheila Arnold. Ze benadrukken over het algemeen mooi het vingerlegato maar zijn nogal idiosyncratisch. Soms gaat het wel erg ver met de acrobatiek: chromatische toonladders met 1-3-5, legato door van de toets af te glijden op plekken waar dat niet nodig lijkt, en soms simpelweg een vingerzetting die er op gericht lijkt elke noot te spelen met de vinger waarvan je dat het minst verwacht. Als voorbeelden kunnen we maat 49 uit het eerste deel nemen en maat 9 van de introductie tot het rondo, waarin de zeer eenvoudige akkoorden in de rechterhand tot mini-etude worden gemaakt.
Deze uitgave bevat ook het oorspronkelijke middendeel, dat door Beethoven uit de sonate gesneden werd en werd vervangen door de langzame introductie tot het rondo. Het omvangrijke Andante dat hierdoor verdween werd later apart uitgegeven als het Andante favori.
Melle Heij
Wiener Urtext Edition
Urtext UT 50437
ISMN 979-0-50057-428-6