Marie Ange Nugci: pianiste bij wie hoofd, hart en handen in perfect evenwicht zijn

 

Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, 10 augustus 2024

Door Willem Boone

 

Intelligent

Wie een vluchtige blik op haar biografie werpt, komt al heel snel tot de conclusie dat we te maken hebben met een zeer intelligente musicienne. Ze speelt behalve piano ook orgel, cello en ondes Martenot (het instrument dat Messiaen een prominente rol in zijn Turangualila-symfonie gaf), ze studeerde een jaar lang orkestdirectie en gaat na dit optreden concerten geven waarbij ze twee Symfonieën van Brahms dirigeert en ze behaalde ook nog ‘even’ een diploma in muziekpedagogie en een masters muziekanalyse en musicologie. Voeg daarbij nog het feit dat ze nu al een heel groot repertoire beheerst en in tegenstelling tot veel collega’s tijdens een seizoen niet twee of drie pianoconcerten speelt, maar bij vrijwel ieder optreden een ander pianoconcert, zodat ze soms wel tien verschillende composities uitvoert! En dan is ze nog maar 26 jaar oud, komt in interviews als een bescheiden, beminnelijk mens over en lijkt de muziek en de wereld ontwapenend, met ongebreidelde nieuwsgierigheid tegemoet te treden.

 

 

 

Fors in de toetsen

Haar recital leek ondanks de hooggespannen verwachtingen even op een ongenietbare avond uit te draaien, want zodra ze Beethovens Fantasie opus 77 ingezet had, klonk er een hoge, constante pieptoon van een gehoorapparaat die het onmogelijk maakte om je op de muziek te concentreren. (Ik herinner me een recital van Grigory Sokolov in de Grote Zaal waarbij dat ook gebeurde en het geluid ondanks diverse verzoeken aan het eind van de pauze niet ophield en het optreden van de Russische meesterpianist tot een – althans voor iemand die uitgerust is met een scherp gehoor – ware hel maakte). Dat was jammer, want deze grillige Fantasie, die klinkt als een lange improvisatie, is zelden in een concertzaal te horen. Nguci greep fors in de toetsen, maar had ook gevoel voor lyriek. Haar spel straalde rust uit. Gelukkig hield de pieptoon na Beethoven op (nadat een technicus/medewerker het publiek toegesproken had) en was het mogelijk om het spel van de Armeense pianiste echt goed te ondergaan. Bij haar lezing van het Tweede Scherzo in bes, opus 31 van Chopin vielen een aantal zaken in gunstige zin op: het organische spel en het natuurlijke rubato. De scherzi van Chopin behoren tot de meest diabolische stukken die hij geschreven heeft, maar dat leidt er nogal eens toe dat ze in sneltreinvaart afgeraffeld worden. Daarvan was nu gelukkig geen sprake: de pianiste ontwikkelde vanaf het begin een mooi tempo, dat het mogelijk maakte om vooral de polyfonie en de mooie, golvende beweging in de linkerhand te bewonderen. Daarnaast is ze in staat om de muziek een hele mooie, intieme lading mee te geven. Het leek soms op belcanto en dat is toepasselijk, want Chopin had grote bewondering voor de melodieën van Bellini. Dat dan net het laatste akkoord er deels naast was, maakt dan helemaal niets uit.

 

 

Scriabin en Chopin

Nguci had het zich met dit programma bepaald niet makkelijk gemaakt en dat gold al evenzeer voor de Vijfde sonate in fis opus 53 van Scriabin. Bij een zo gevarieerd recital als dit, heeft de pianist niet alleen veel technische uitdagingen te overwinnen, maar moet – en dat is minstens even moeilijk – steeds een andere klankwereld voor de geest roepen. Daarin slaagde de Armeense uitstekend, want direct bij het begin wist ze de etherische klanken, maar ook het koortsachtige karakter dat Scriabin zo eigen is te realiseren. Dat deed ze gedurende de hele avond en zonder noemenswaardige inspanning. Ze trof de sfeer van deze Sonate die een grens in het oeuvre van Scriabin markeert goed. Zeker aan het eind liet ze het vuur hoog oplaaien.

Als laatste klonk voor de pauze het Derde Scherzo in cis opus 39 van Chopin en ook hier brak ze gelukkig geen snelheidsrecords. Ze bewees hoe trouw ze aan de partituur is door de ‘watergolfjes’ in de koraal in het juiste tempo te spelen, vrijwel al haar collega’s spelen die sneller dan voorgeschreven is in de partituur. Opnieuw toonde ze de ‘andere’ kant van deze scherzi met intiem, naar binnen gekeerd spel om het op triomfantelijke wijze te beëindigen.

 

 

Ravel en Bach/Busoni

Na de pauze speelde Nguci eerst Ravels beruchte cyclus Gaspard de la nuit, waarbij ze in Ondine direct de juiste sfeer trof, haar spel riep het effect van klaterend water op, wat uitstekend paste bij het muzikale verhaal van waternimf Ondine. Deze pianiste kan als geen ander een natuurlijke climax opbouwen en ook hier liet ze het vuur oplaaien. In Le gibet was haar spel kalm en bij vlagen, zoals de componist dat expliciet vraagt met de raadselachtige aanwijzing ‘sans expression´ koel. Ten slotte leek Scarbo haar geen enkele inspanning te kosten, je zou niet zeggen dat het om ’s werelds moeilijkste pianostuk ging. Bijzonder waren de pedaaleffecten die zij opriep.

Als laatste stond de beroemde Chaconne van Bach (uit diens Tweede Partita voor viool solo) in de bewerking voor piano van Busoni op het programma. Laatstgenoemde maakte er een monumentale transcriptie van die echter zeer pianistisch van karakter is en waarin Bach soms op de achtergrond raakt. Je zou bijna zeggen dat het een nieuwe, op zich staande compositie geworden is. Ondertussen kan je het niet anders dan monumentaal spelen en dat deed Nguci met verve. Aan de ene kant waren er soepele octaven in de linkerhand, aan de andere kant deed haar vloeiende benadering soms aan die van een strijker denken. Daarnaast waren er momenten van ontroerende poëzie, waarbij ze de schoonheid van Bach met de monumentaliteit van Busoni verbond.

 

 

Originele toegift

Zeer origineel was haar toegift: een stuk voor de linkerhand, waarbij je direct denkt: dit ken ik, maar wat is het ook alweer? Geen wonder, want het was uit ‘zijn context gelicht’, het ging om de cadens uit het Concert pour la main gauche (voor de linkerhand) van Ravel. Je moet er maar op komen om daarmee je recital te besluiten! Ook dit speelde zij met veel gevoel voor de subtiliteit van Ravels idioom, zoals ze daarvoor al bewezen had.

Na afloop ging ik de pianiste kort begroeten (ook om een nieuwe afspraak te maken voor het interview dat ik die middag met haar had zullen hebben, maar dat door haar vertraagde trein geen doorgang kon vinden) en hoorde ik haar tegen een andere bewonderaar vertellen dat ze de komende weken twee Symfonieën van Brahms gaat dirigeren. Normaal heb ik het niet zo op instrumentalisten die hun geluk als dirigent beproeven, maar nu net bij deze pianiste (die zoals gezegd een jaar lang directie gestudeerd heeft in Wenen) ben ik daar heel benieuwd naar!

Willem Boone

 

Info:

https://www.concertgebouw.nl/vriendenloterij-zomerconcerten

   

You May Also Like

Muze van Zuid doorbreekt verwachtingspatronen

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog