Sinfonietta Cracovia brengt niets-aan-de-handmuziek versus verontrusting uit Polen
Hanna Kulenty, foto Jan Rolkę
Sinfonietta Cracovia o.l.v. Katarzyna Tomala-Jedynak. Solisten: Piotr Majoor (trompet), Adrian Gryciuk (trombone). Werken van Panufnik, Kulenty, Reich, Glass en Kilar. Gehoord: 23 oktober 2024 Muziekgebouw aan het IJ. Herhaling, met een iets ander programma: dinsdag 29 orktober, Chassé Theater Breda, aanvang 19.00 uur
Door Paul Janssen
Hedendaags uit Polen
Op voorhand lijkt het wreed om werk van hedendaagse Poolse componisten op een en hetzelfde programma te zetten met werken van minimal musicreuzen als Steve Reich en Philip Glass. Want hoe houden componisten als Andrzej Panufnik, Wojciech Kilar en zelfs Hanna Kulenty zich staande naast het repeterende geweld van de gevierde Amerikanen? Natuurlijk, ook de minimal music en vormen van Nieuwe Eenvoud zijn niet aan het Poolse componistenlegioen voorbij gegaan (denk aan Henryk Górecki), maar Glass en Reich zijn doorgaans toch van een andere orde. Het Poolse Sinfonietta Cracovia durfde het woensdagavond desalniettemin aan in een opmerkelijk goed gevuld Muziekgebouw aan het IJ en de conclusie aan het einde van de rit was op zijn zachtst gezegd verrassend.
Penderecki
Eerst de volle zaal. Sinfonietta Cracovia is ondanks het feit dat het ensemble in 2024 dertig jaar bestaat nog geen household name in Nederland. In 1994 stond niemand minder dan Krzysztof Penderecki aan de wieg van het strijkersgilde dat zich snel ontwikkelde tot een van de meest vooraanstaande Poolse strijkorkesten en een voornaam pleitbezorger van hedendaagse (vooral Poolse) muziek. In Nederland kennen de Pieter Wispelweyfans het gezelschap misschien van de in 2008 opgenomen cd met de Nederlandse cellist als solist in het Tweede celloconcert van Sjostakovitsj. Hoewel Sinfonietta Cracovia zeker onder leiding van de energieke huidige chef-dirigente Katarzyna Tomala-Jedynak een meer dan uitstekend ensemble blijkt, is die ene cd niet voldoende aanleiding voor een volle zaal.
Hanna Kulenty
Nee, het zal meer te maken hebben met de aantrekkingskracht van het zelden live gespeelde Duet van Reich en de Derde symfonie van Glass. Of zelfs met Hanna Kulenty, de componiste die jarenlang bij Louis Andriessen studeerde, een regelmatige verschijning is op de Nederlandse muziekpodia en nog steeds deels in Nederland woont. Zij schreef speciaal voor de Nederlandse concerten van Sinfonietta Cracovia in opdracht van de Nederlandse Ambassade in Polen het werk Mémoire de Mémoire voor trompet, trombone en strijkorkest. Het werk is geschreven om te herdenken dat Breda, de plaats waar Sinfonietta Cracovia op dinsdag 29 oktober een herdenkingsconcert geeft met een iets ander programma, tachtig jaar geleden bevrijd werd door de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanisław Maczek.
Verontrustend en hoopvol
Mémoire de Mémoire valt te omschrijven als de strijd tussen verontrustende strijkers en hoopvol koper. In die zin is het een ‘herinnering’ aan de Poolse bevrijding van Breda, maar het is naar eigen zeggen van de componiste, ook een herinnering aan haar eigen werk door citaten uit Sugar-Fela Tango en diverse filmscores van haar hand. Het opvallendste is het duet tussen trompet en trombone, krachtig gespeeld door Pjotr Majoor en Adrian Gryciuk, waarbij een oorwurmachtig motiefje de hoofdrol speelt. Het orkest voegt daar marsachtige elementen, ontregelende glissandi en andere klankwolken aan toe. De trombone dreigt met het orkest mee te gaan op de glijdende schaal omlaag, maar uiteindelijk heeft hij samen met de trompet het laatste optimistische woord.
Panufnik
Toch is het de verontrusting die blijft hangen, want die was ook al aanwezig in Landscape van Andrzej Panufnik, waarbij melodieën als vaag herkenbare slierten uit de mist opdoemen, en Kulenty’s Concerto Rosso voor strijkkwartet en strijkorkest dat in het begin even referenties oproept aan Different Trains van Reich maar zich ontwikkelt als een strijd tussen een kleine groep versus de massa. En dat, die verontrusting, is precies wat deze Poolse componisten overeind houd naast en zelfs boven de werken van Reich en Glass uit doet stijgen.
Want vergeleken bij de soms schrijnende Poolse noten vormen het Duet van Reich voor twee violen en strijkersensemble uit 1993, met de concertmeester en de aanvoerder van de tweede violen als uitstekende solisten, en de Derde symfonie van Glass uit 1995 een vorm van niets-aan-de-handmuziek, of het moet de 24/7-economie van een metropool als New York zijn die je in hun werk terug hoort. Bij Panufnik is het zuchten en steunen en bij Kulenty wringt en schuurt het in haar Mémoire de Mémoire, heeft de marsmuziek een dreigende ondertoon en klinken glissandi als een luchtalarm.
Daarmee vergeleken zijn Glass en Reich onschuldige lieve opa’s met mooi geslepen en ook meeslepende (dat wel) partituren die Sinfonia Cracovia uitstekend vertolkte. Al ging het in de Derde symfonie van Glass wel eens niet helemaal zuiver en gelijk, alsof het orkest eigenhandig wat piepend schoolbordkrijt aan de pais en vree toe wilde voegen.
Kilar
Nee, dan Wojciech Kilar. Hoewel hij zich vooral als filmcomponist manifesteerde (onder andere voor The Pianist) en een stijl hanteert die te omschrijven is als volksmuziek meets minimal, is zijn Owara, een ‘portret’ van de gelijknamige streek in het Poolse Tatragebergte, een overdonderende afsluiting. Dit mede dankzij een orkest in zijn element en een perfect in de muziek opgaande dirigente. En hoewel de muziek van Kilar lichter is dan het werk van Panufnik en Kulenty, klinkt ook in Owara die onderhuidse verontrusting. Alsof hij ondanks al het zingen, dansen, drinken, feesten en verleiden wil zeggen: pluk de dag, maar blijf waakzaam. En dat is tachtig jaar nadat die Eerste Poolse Pantserdivisie Breda bevrijdde van de nazi’s helaas een boodschap die wij anno nu zeer ter harte kunnen en moeten nemen.
Paul Janssen
Info: