Orkest van de Achttiende Eeuw welluidend en beschaafd

Gehoord: 4 februari 2025, Grote Zaal, TivoliVredenburg, Utrecht.

Herhaling: 7 februari Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam

Door Peter Schlamilch

 

Er passen 1.500 bezoekers in de Grote Zaal van TivoliVredenburg, maar er waren er afgelopen dinsdag misschien maar 150 op het Orkest van de Achttiende Eeuw afgekomen, een beeld dat heel verdrietig stemde bij dit mooie orkest, dat begin jaren ’80 een wereldfaam verwierf onder oprichter Frans Brüggen, door symfonisch werk uit te voeren op originele instrumenten en op een ‘historisch geïnformeerde manier’. Beroemd geworden is zijn uitspraak in 1980: ‘Alle muziek van Mozart en Beethoven gespeeld door het Concertgebouworkest is van A tot Z gelogen’.

 

 

Verrassend interessante werken

Was het de huidige griepepidemie, of toch het programma, dat naast Mozarts geliefde Praagse Symfonie eigenlijk alleen onbekende werken bevatte? De Serenade KV388, ook van Mozart, de piepkleine Symfonie in d van Johann Baptist Vanhal en daarnaast het Pianoconcert nr. 12 van Jan Ladislav Dusík. Toegegeven, de laatste twee zijn beide heel mooie en verrassend interessante werken die het zeker verdienen om een keer gespeeld te worden, maar voor sommigen misschien met te weinig ‘body’ voor een gang naar de concertzaal. Het blijft echter gissen.

 

 

Fris en levendig

De avond begon voortvarend, want Vanhals Symfonie in d is echt een leuk en pittig werk, waarvan elke minuut boeiend en spannend is: razende furie en tedere passages wisselen elkaar buitelend af, alsof de 15 jaar oudere Carl Philipp Emanuel Bach tijdens het componeren ervan over Vanhals schouder had staan meekijken. De Tsjechische dirigent Václav Luks dirigeerde de muziek van zijn landgenoot energiek en voortvarend in allemaal steengoede tempi, iets dat me oktober vorig jaar, tijdens de NTR ZaterdagMatinee, ook al opviel: fris en levendig dirigeerde hij toen Myslivečeks Abramo ed Isacco, hoewel destijds zijn eigen ensemble Collegium 1704 beduidend alerter reageerde op zijn enthousiasme.

 

 

Gouden greep

Ook het Pianoconcert nr. 12 van Jan Ladislav Dusík, net als Vanhal een Bohemer rond de tijd van Mozart, maakte direct indruk in het eerste deel: fantastische muziek, waarin Beethoven, Mozart en heel soms zelfs de oude Bach hun sporen leken te hebben achtergelaten. Na een geweldige orkestinleiding zette pianiste Olga Pashchenko sterk in, hoewel de originele Broadwood-piano uit 1812 eigenlijk te ‘slank’ was voor het notengeweld dat deze partituur vereist, naast de enorme, voor deze muziek eigenlijk over-gedimensioneerde zaal van Vredenburg, natuurlijk. Soms lijkt een origineel instrument een gouden greep en is het helemaal volgens je principes, maar soms ook moet je je aanpassen aan de muziek en vooral de concertruimte. Een pianoforte uit het begin van de 19e eeuw is fantastisch, maar dan wel ook in een zaal uit die tijd.

 

 

Bescheiden pianoforte

Ook het toucher van Pashchenko, technisch perfect en vrijwel vlekkeloos, was net een maatje te klein om een waarlijk ff (‘zeer sterk’) te genereren en de strijd (‘concert’ komt van concertare, wedijveren) met het orkest aan te gaan. Het, overigens vrij kleine, ensemble (met maar 5 eerste en 5 tweede violen) paste zich weliswaar subiet aan en begeleidde fluisterzacht, maar wie de partituur bekijkt ziet juist een virtuoze, heftige dialoog tussen orkest en solist, waarin de componist af en toe om ‘più fuoco’ (‘meer vuur’) vraagt, dat de bescheiden pianoforte helaas niet kon bieden, waardoor het geheel dus wat ‘veraf’ bleef. Wat had ik Pashchenko, waarvan ik weet dat ze ook zeer getalenteerd is op het orgel, de vleugel en het clavecimbel, graag een iets forser instrument gegund.

 

 

Carnavalesk

Pashchenko speelde ook in de overige twee delen vlekkeloos en verbluffend soepel op het oeroude instrument, wat, vanwege een evenzo oud mechaniek, beslist niet altijd even makkelijk is. Maar kennelijk was deze fortepiano (de voorloper van de huidige pianoforte, heel verwarrend allemaal), perfect gereviseerd, en in ieder geval heerlijk en voorbeeldig gestemd. Het middendeel werd prachtig en poëtisch gespeeld, hoewel de compositie na verloop van tijd de aandacht niet wist vast te houden, ook al voert de componist halverwege een nogal frivool, bijna carnavalesk nieuw thema in.

 

 

Zwijgen

In het derde deel valt Dusík toch wat door de mand: de thema’s zijn eigenlijk niet interessant genoeg, en soms grijpt hij willekeurig naar de stoplap van de kwintvalsequens: bij Bach, Mozart en Beethoven steevast een weldadig rustpunt in een wirwar van geniale invallen, maar bij Dusík een wat vlakke opvulling tussen twee muzikaal ook niet zo heel hoogdravende ideeën. Het orkest begeleidde subliem, spatgelijk en zeer dienend, maar kon het concert niet tot een climax brengen, daarbij ook niet geholpen door de componist, die het solo-instrument onbegrijpelijkerwijs laat zwijgen in de laatste 15 maten. Tja, dan heb je ook weinig kans, als solist.

 

 

Binnen de lijntjes

Na de pauze gaven de uitstekende blazers uit het orkest een vertolking van Mozarts Serenade KV388, die zuiver en ‘gelijk’ klonk (op de eerste noot na) met veel prachtige klarinetsolo’s. Ze vulden de grote, lege zaal van Vredenburg uitstekend en voelden elkaar goed aan, al mochten ze wat mij betreft af en toe best wat meer risico nemen: Mozarts muziek gaat altijd tot het randje en er meestal ook overheen, voor wie het echt wil horen. Nu bleef het te vaak binnen de lijntjes.

 

 

Uitstekende climax

Het hoofdgerecht van de avond, Mozarts Praagse Symfonie, begon met enkele opvallende stijlongerechtigheden, zoals het toevoegen van kleine diminuendi (zachter worden) of juist crescendi in de inleiding: opvallend in een orkest dat zegt partituurgetrouw te werken, maar ach, misschien deed Mozart dat zelf ook wel, wie zal het zeggen? Dirigent Václav Luks legde in ieder geval weer veel vaart en energie in zijn slag, stampvoette soms en sprong bijwijlen de lucht in, maar het orkest volgde zijn geestdrift maar matig en kwam helaas maar moeizaam op gang. Pas in de doorwerking gingen de alle remmen los en werd ook Mozarts geniale geest even hoorbaar. De stemmen vlogen door elkaar en leidden via een mooie opbouw tot een uitstekende climax, die overigens nog best wat groter had mogen zijn.

 

 

Strijd en competitie

Het tweede deel werd door Luks lekker snel ‘in tweeën’ ingezet, zoals Mozart dat ook voorschreef, en deed de prachtige blazers weer uitstekend tot hun recht komen, net zoals de hele avond eigenlijk: authentiek maar zuiver, homogeen en warm. Sommige passages mochten echter meer karakter hebben: het lijkt of het beschavingsniveau van het orkest zó hoog is, dat men elkaar nergens in de weg wil zitten, terwijl goede muziek juist ook bij strijd en ‘competitie’ gedijt. De emotionele uitbarstingen van de partituur hadden vaak best iets ‘ongeciviliseerder’ mogen zijn.

 

 

Plagerig kereltje

In het derde en tevens laatste deel (een menuet ontbreekt in deze symfonie) waren de strijkers goed op dreef, hoewel ik de eerste violen soms wat bleek vond, misschien ook omdat ze vaak niet de volle lengte van de strijkstok gebruikten. Toch kwam het orkest hier eindelijk écht los, misschien door de dirigent gewekt uit de beschaafde sferen waarin het daarvoor te lang verkeerde. Mozart was, naast eeuwig genie, natuurlijk ook vaak verre van beschaafd, maar vaak eerder een plagerig kereltje dat eindeloos wist te verrassen en te overrompelen. Dirigent Luks begrijpt dat als geen ander en het zou het orkest goeddoen zich aan hem over te geven; hopelijk volgen er nog meer concerten onder zijn beweeglijke, soms grillige, maar altijd inspirerende en creatieve leiding, want daar liggen enorme kansen voor dit mooie orkest om de sprankeling van de muziek uit de 18e eeuw te hervinden en uit te dragen.

Peter Schlamilch

 

 

 

https://www.tivolivredenburg.nl/agenda/85377858/orkest-van-de-achttiende-eeuw-06-02-2025

https://www.muziekgebouw.nl/nl/agenda/14536/orkest-van-de-achttiende-eeuw-olga-pashchenko/praagse-symfonie

https://olgapashchenko.com

 

 

Info, speeldata & tickets:

https://orchestra18c.com

You May Also Like

Openingsconcert Saariaho-festival gedragen door topsolisten Puglia en Pohjola

Julian Libeer viert 150e verjaardag van Maurice Ravel in het Muziekgebouw aan ‘t IJ

Viotti’s Verdi-requiem warmbloedig en hartverscheurend bij NedPhO

Bij pianoduo Pires-Cambra blijft Pires de grote meester