Over dit nummer 4-2020
Zoals de eerste sneeuwklokjes in de lente komt het door de pandemie lamgelegde muziekleven weer een beetje tot leven. Maar door de anderhalve meter maatregel is het nieuwe normaal eigenlijk allesbehalve normaal, want deze dwingt de podia tot zo weinig publiek dat het vaak de moeite niet loont om concerten of kamermuziekfestivals door te laten gaan. Toch laat de muziek zich er niet onder krijgen: musici nemen dappere initiatieven en de concertzalen zoeken naar inventieve (nood)oplossingen om niet over de kop te gaan.
In het augustusnummer van De Nieuwe Muze besteden we op verschillende manieren aandacht aan de gevolgen van de Coronacrisis, maar we zoemen ook in op de nalatenschap van Ennio Morricone, de dappere dames van de Iraanse Componistenbond, de Beethoven-liederen van Matthias Goerne en de componiste Louise Farrenc, die niet onderdeed voor Clara Schumann en Fanny Mendelssohn.
In de nieuwe serie het gesprek voert Willem Boone een lange dialoog met Marcel Worms, de ‘streamingkoning’ onder de pianisten. En in een artikel over Flamenco en Ladino maakt Johanneke van Slooten duidelijk dat racisme, discriminatie, vervolgingen en pandemieën helaas van alle tijden zijn, maar niet zelden tot de mooiste muziek leiden.
De Nieuwe Muze wenst u een goede en gezonde zomer toe!
Wenneke Savenije
