Pianist Malofeev: een volleerd meester in het lichaam van een jonge man
Gehoord: 28 september 2024, Muziekgebouw aan ‘t IJ
Door Wenneke Savenije
Veel noten
In de lente van 2017 hoorde ik de jonge Russische pianist Alexander Malofeev (2001), die op zijn vijfde begon met pianospelen en in 2014, pas dertien jaar oud, de 8e International Tsjaikovsky Competition for Young Musicionsin Moskou won, voor de eerste keer muziek van Rachmaninoff spelen. Hij trad op in het Concertgebouw tijdens het 30-jarige jubileum van de Serie Meesterpianisten van Marco Riaskoff, en maakte daar indruk door de onverstoorbare manier waarop hij met de grote pianistische roerganger Denis Matsuev (1975), bevriend met Poetin en als gevierd pianist één bonk testosteron en luidruchtig zelfvertrouwen, onverstoorbaar en sereen de Variaties op een thema van Paganini voor twee piano’s van Lutoslawski uitvoerde. Ook speelde het toen pas 15-jarige wonderkind uit Rusland die avond de laatste twee delen uit Rachmaninoffs Sonate nr. 2 in bes, op 36, waarin volgens mezelf destijds ‘veel rake noten klonken, maar weinig muzikale diepgang.’
De piano als toevluchtsoord
Dat beeld is zeven jaar later veranderd. Ook in het Muziekgebouw speelde de nu tweeëntwintigjarige Malofeev, die in 2022 opnieuw in het Concertgebouw optrad met een solorecital in de Kleine Zaal, weer een werk van Rachmaninoff, de Morceaux de fantaisie op. 3. Maar nu hoorde ik in zijn evenwichtige en expressieve weergave van de vijf delen van dit aan Arensky opgedragen werk, zo’n verbondenheid met Rachmaninoffs klinkende melancholie en enerverende notencascades, dat het wel leek alsof de echte wereld voor Malefeev zich in de vleugel bevindt, terwijl de buitenwereld voor hem een betrekkelijk ontoegankelijk mysterie is. Dat beeld werd nog eens versterkt toen de jonge pianovirtuoos zich, nadat hij zich met bewonderenswaardige pianistieke kennis en kunde en een exquis gevoel voor heldere structuren en verfijnde kleurnuances, door de 4 Preludes op. 22 en de Fantaisie op. 28 van Skrjabin had heen gewerkt, met rechts de laatste noten aansloeg terwijl hij zich met links aan de bovenkant van de vleugel vastklampte, die hij pas na een stilte van enkele seconden losliet met een trillende linkerhand. Alsof hij liever in de vleugel en in die stukken was blijven vertoeven.
Kastelen van licht
In een mooi interview op de website pianistique.com van Willem Boone, vertelt de jonge pianoheld in 2022 over zijn eenzaamheid en zijn moeite om aansluiting te vinden bij het ‘normale leven.’ In zijn antwoord op de vraag: ‘Ik kan me voorstellen dat muziek over troost, liefde of warmte gaat, maar je kunt dat ook uiten met gebaren door een arm om iemand heen te slaan of iemand te knuffelen. Wat is de meerwaarde van muziek?’, reageert Malofeev met ontwapenende eerlijkheid: ‘Het is anders, ik heb een visuele versie van muziek in mijn hoofd, maar het is geen schilderij of architectuur, het is als een enorm bureau met foto’s. Ik zit in een kasteel van licht. Iemand vroeg me gisteren waarom ik zo laag zit. Het is omdat ik het gevoel heb dat ik in de piano kan stappen.’
Ingetogen en kwetsbaar
Als Malofeev in het Muziekgebouw al vanuit zijn ‘lichtkasteel’ opereerde, dan deed hij dat zeker met een zorgvuldig opgeruimd en georganiseerd bureau vol betekenisvolle afbeeldingen, waar hij zich met elegante souplesse langs en doorheen bewoog zonder de lijstjes om te stoten. Steeds weer lichtten daar de ingetogen, soms nog prille en schuwe emoties bij op, die de jonge pianist ervaart bij de eindeloze hoeveelheid noten die hij uit zijn hoofd en uit de piano tevoorschijn tovert. Schuberts Drie Klavierstücke D 946 klonken wijs en bezonken, over het algemeen meer lyrisch dan dramatisch, waarbij Malofeev zich met empathie en kwetsbaarheid spiegelde aan de gemoedsbewegingen die Schubert in deze muziek heeft uitgedrukt.
Integere klank
Ook in het Andante spianato et grande polonaise brillante op. 22 van Chopin, manifesteerde Malofeev zich met vroegrijpe wijsheid en een opmerkelijk gevoel voor architectuur, klankschoonheid en balans. Eigenlijk deed hij gedurende het hele concert denken aan een briljante bouwmeester, die romantische droompaleizen optrok die hij met grote gevoeligheid en bescheiden allure zo mooi en gerieflijk mogelijk probeerde in te richten. Naar het schijnt is Malofeev op dit moment in de leer bij maestro Michail Pletnev, die zich bij uitstek bezighoudt met klankverfijning. Dat zou de integere zoektocht van Malofeev kunnen verklaren, die niet alleen woont in de muziek, maar daar ook als het ware een stralende beschermlaag omheen wil aanbrengen. Communicatie met het publiek is de in zichzelf gekeerde Malefeev misschien niet zo van nature gegeven, maar door de oprechtheid van zijn muzikale klankverkenningen komen zijn intenties toch over. Er volgden nog drie toegiften: een ode aan eenvoud en puurheid in een langzaam deel van Händel, Prokofievs onstuimig vertolkte Toccata, die klonk als een bombardement in tijden van oorlog, en een fascinerend opdoemend en na een climax weer wegebbend deel uit de Forgotten Melodies van Medttner, waarna het voltallige publiek tevreden de zaal verliet en Malofeev zijns weegs ging.
Wenneke Savenije
Info:
https://alexander-malofeev.com