Prachtig spel en drukke visuele projecties bij duo Waarts-Klett
Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, Kleine Zaal, 8 november 2024
Door Willem Boone
Visuals
Violist Stephen Waarts en pianist Martin Klett hadden kennelijk besloten om het bij hun recital ‘helemaal anders’ te doen. Dat begon al bij de opkomst van de violist in het donker met gesloten gordijn: daarachter was vioolspel te horen. Iets later stond hij in het schemerdonker het eerste stuk, de Sonate in G opus 27 nr 5 van Ysaÿe te spelen. Een en ander ging vergezeld van visuele projecties van Beeldjutters. In het begin waren het op de muur geprojecteerde sterretjes en gedeeltelijke verlichting, maar naarmate de avond vorderde werden de projecties steeds drukker. Tijdens de laatste twee stukken van Szymanowski voor de pauze waren het drukke, draaiende bewegingen en na de pauze bij The Lark van Castelnuovo-Tedesco waren continu fladderende vogels te zien. In de Eerste vioolsonate van Brahms werden er permanent druipend kaarsvet en wuivende rietpalmen vertpoond. De vraag is wat dit aan de muziek toevoegde en dat werd mij helaas niet duidelijk.
Afleidende beelden en geluiden
Op het programmablad werd middels een QR-code verwezen naar een uitgebreide toelichting in Preludium, maar toen ik daarop klikte, was het niet mogelijk om deze te lezen. Toen ik een dag later in de bibliotheek van Amsterdam Preludium las, werd daarin met geen woord over de visuals gerept. Dat is jammer, want zo werd niet duidelijk of dit op wens van de musici gebeurde, dan wel of het een gezamenlijk project was. Zonder toelichting kwam het gekunsteld over. Na de pauze werden de projecties zo druk voor het oog dat ik mijn ogen dichtgedaan heb. Voor mezelf sprekend kan ik slecht tegen scherp licht of drukke bewegingen en ze kunnen zelfs als trigger voor een migraineaanval fungeren. Daarnaast vind ik naar klassieke muziek luisteren ontspannend, maar tegelijk vergt het ook een grote mentale inspanning, niet in de laatste plaats als je er als recensent ook over moet schrijven. Alles wat daarbij afleidt, of het gehoest, geritsel, iemand die beweegt, piepende gehoorapparaten, lawaai van buiten de zaal, scherpe geuren of druk bewegende beelden zijn, zorgt ervoor dat ik ‘eruit’ raak en mijn focus kwijtraak. In sommige gevallen komt het dan zo’n avond niet meer goed en verliezen de uitvoering en de muziek een deel van hun magie.
Ysaÿe en Enescu
Desondanks speelde Waarts vanaf het begin uitstekend. Het was niet gemakkelijk om met een solostuk van Ysaÿe te beginnen, maar dat deed hij met verve. Hij speelde met een intense toon en had geen moeite met de acrobatiek die deze componist van de violist verlangt. Daarmee wist hij deze muziek boven haar niveau uit te tillen, die naar mijn idee nogal ‘leeg’ overkomt qua inhoud, zeker als je het met de muziek voor soloviool van Bach vergelijkt. Deze Sonate ‘Pastorale’ bestaat uit twee delen: L’aurore en Danse rustique, waarna applaus volgde. Daarna speelde de violist een volgend solostuk, waarbij mij niet duidelijk was of dit niet op het programma stond of dat het het eerste van de Impressions d’enfance opus 28 voor viool en piano van Enescu was. Inmiddels was pianist Martin Klett binnen ‘geslopen’ om achter de vleugel plaats te nemen. Wat ook ‘anders dan anders’ was, waren de meeste stukken op het programma. Vier van de vijf klinken zelden of nooit tijdens recitals, verder was het interessant dat de stukken van Ysaÿe en Enescu geschreven zijn door componisten die zelf grote vioolvirtuozen waren. De cyclus van Enescu was interessant en zijn stijl was herkenbaar, net als in zijn Derde vioolsonate klonk de viool ook hier bij vlagen zigeunerachtig en leek de vleugel soms op een cymbaal. Het kwam over als een studie in ‘klanken’, waarbij pianist Klett de violist op de voet volgde.
De componist schreef ook allerhande effecten als fluittonen en een vallende strijkstok op de snaren voor. Het geheel maakte een fascinerende indruk en deze kleurrijke cyclus, waarvan de delen zonder onderbreking in elkaar overgingen, zou vaker mogen klinken. Ten slotte volgden er voor de pauze twee korte stukken, Nocturne en Tarantella opus 28 van Szymanovski. Het eind van de Nocturne was fascinerend en de Tarantella had een obsederend karakter, waarbij het goede samenspel tussen violist en pianist opviel. Bewonderenswaardig was dat de violist dit veeleisende programma geheel uit zijn hoofd speelde.
Castelnuovo-Tedesco en Brahms
Na de pauze klonk alweer een grotendeels onbekende compositie, The Lark van Castelnuovo-Tedesco. Zoals de toelichting in Preludium terecht vermeldde, lieten ook Haydn (in zijn Strijkkwartet opus 64 nr 5) en Vaughan-Williams (in The lark ascending voor viool en orkest) zich door de leeuwerik inspireren en daarbij is de ene leeuwerik de andere niet. In het geval van Castenuovo-Tedesco ging het in elk geval niet louter om zoetgevooisde muziek. Soms was deze onrustig van karakter, maar er waren ook gedeeltes waarbij Waarts op zijn viool zong. Het eindigde met een lange, etherische triller die inderdaad herinneringen aan deze vogel opriep.
Als laatste klonk Brahms’ Eerste vioolsonate, de ‘Regen sonate’ in G opus 78. Wat een gunstige zin opviel waren de mooie tempi van violist en pianist, naast veel gevoel voor lyriek en tederheid. Beide musici speelden deze muziek met warmte en hun uitvoering werd terecht met enthousiasme en gejuich beloond. Als toegift volgde nog een hartstochtelijk gespeelde melodie uit Tsjaikovski’s Evgeni Onegin.
Steven Waarts is een zeer getalenteerd violist die ik opnieuw zou willen horen, met de uitstekende pianist Martin Klett of in een vioolconcert, maar wat mij betreft dan liever zonder (drukke) visuele projecties in de zaal!
Willem Boone
Info: