Symfonieorkest Bellitoni en pianist Meeuwsen brengen avond op hoog niveau
Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, 3 november 2024
Door Willem Boone
Het jubileumoptreden ter gelegenheid van 45 jaar symfonieorkest Bellitoni en 15 jaar dirigentschap van Jurjen Hempel was in zoverre anders dat er zondagavond een gemengder publiek was dan je normaal in het Concertgebouw ziet. Er waren veel jongeren en familieleden van orkestleden die vrolijk naar elkaar zwaaiden voor aanvang. Het concert begon met het laatste opdrachtstuk van Messiaen, Un sourire. Het is bedoeld als eerbetoon aan Mozart, al probeerde de Franse componist niet in diens taal te schrijven. Toch riep het rustige begin wel vage herinneringen aan de transparante taal van Mozart op, onderbroken door een aantal onrustige passages. De uitstekende programmatoelichting (Het gedeelte ‘Waar moet je op letten?’ zou een must voor ieder programmaboekje zijn!) vermeldde dat het in het laatste geval om passages ging die gebaseerd zijn op vogelzang. Het orkest speelde in grote bezetting met bewonderenswaardige concentratie, fraai was de hobosolo aan het begin. De componist herhaalde de rustige en onrustige gedeeltes zeker drie keer, zodat het op een bepaald moment wat voorspelbaar werd.
Prokofiev
De al genoemde toelichting vermeldde ook wetenswaardige feiten over de ontstaansgeschiedenis van het Tweede Pianoconcert van Prokofiev die op zijn zachtst gezegd bijzonder is. Het wordt over het algemeen gezien als een dramatisch werk: de componist droeg het op aan zijn beste vriend Maks Schmidthof die kort voor de première zelfmoord pleegde. In de wanorde van de Russische revolutie van 1917 ging het manuscript verloren en zes jaar later reconstrueerde Prokofiev dit pianoconcert uit zijn geheugen. De première vond in 1924 plaats met de componist als solist en het publiek reageerde geschokt en verontwaardigd. Precies honderd jaar later valt dat wel te begrijpen: het is minder dan zijn Derde Pianoconcert het prototype van een klassiek pianoconcert in drie delen. Dit Tweede Pianoconcert heeft er vier, maar het is vooral de muzikale taal die het publiek destijds tegen de borst gestuit moet hebben. Die is op het eerste gehoor ‘barbaars’, ‘agressief’, ‘percussief’ en roept associaties aan ‘oorlog’ op. Tegelijk doe je daarmee de Rus tekort, want als zo vaak zijn er ook zijn interesse voor neoklassieke muziek, humor, zijn pogingen om impressionistisch of spontaan te klinken en mooie melodieën. Te vaak wordt zijn muziek gereduceerd tot agressieve toccata-achtige muziek, waarbij de piano alleen maar percussief benaderd wordt. Het interessante van zijn muziek is dat er na een paar maten met een van bovengenoemde kenmerken veranderingen optreden, waarbij andere elementen opduiken: een lyrische melodie of neoklassieke akkoordstructuren. Dat neemt niet weg dat dit pianoconcert een enorme ‘kolos’ is die zeker bij de eerste beluistering niet als erg toegankelijk overkomt. En een ding is zeker: het eist enorm veel van de solist: virtuositeit, energie en het vermogen om – zeker in het eerste deel – een muzikale climax op te bouwen. Hempel wist het orkest in de inleiding van het Andantino mysterieus te laten klinken, terwijl solist Nikola Meeuwsen aanvankelijk onverstoorbaar zijn weg vervolgde. Hij bouwde de spanning langzaam op die culmineerde in de verbijsterende cadens: daar was zijn spel overrompelend, maar het werd geen krachtmeting met de vleugel. Dat gold voor zijn uitvoering in het algemeen. Hempel leidde het orkest op strakke wijze. Ik was het overigens niet eens met de opmerking in de toelichting dat het orkest zich in dit deel ‘dienend aan de pianist’ opstelt: het doet echt wel meer (zeker aan het eind van de cadens!) en draagt bij aan de broeierige sfeer die het Alllegretto uitstraalt.
Humor
Het korte Vivace was een mooi voorbeeld van Prokofievs humor en had voorwaartse energie. Het orkest reageerde alert, vooral in de blazers. De koperblazers waren prominent aanwezig aan het begin van het Intermezzo. Fraai was de lyrische omslag na een paar minuten. Meeuwsen liet geen agressieve Prokofiev horen en des te beter. In het Allegro tempestoso klonk hij speels, waar nodig durfde hij kwetsbaarheid in zijn spel te leggen. Dit deel is een voorbeeld van muziek, waar ineens een prachtige lyrische melodie opduikt. Op zulke momenten kan Prokofiev bijna romantisch klinken. Het orkest gaf de solist goed partij en het eind was spectaculair. De componist wist net als zijn collega’s Tsjaikovski en Rachmaninoff hoe je effectief een pianoconcert beëindigt! Als eerste toegift speelde Meeuwsen Suggestion diabolique van dezelfde componist, die qua sfeer heel goed paste bij het zojuist gespeelde pianoconcert. Er volgde nog een tweede toegift, Brahms’ Intermezzo opus 117 nr. 1, zeer mooi en diepzinnig gespeeld, waarmee hij even de tijd stil zette, maar hij had het voor mij bij een toegift kunnen laten.
Brahms/Schönberg
Na de pauze brachten Hempel en het orkest in grote bezetting Schönbergs orkestratie van Brahms’ Eerste pianokwartet in g opus 25. Schönberg blijft meestal trouw aan het origineel en aan het begin van het Allegro was daar die typische rijke, maar ook donkere en fluwelige Brahms-achtige strijkersklank. Het had bijna voor een vijfde symfonie van deze componist door kunnen gaan. In deze bewerking komen ook momenten voor die veel minder Brahmsiaans overkomen, zoals schrille klanken in de blazers die je als een stijlbreuk ervaart. Deze afwisseling kwam in alle vier de delen terug: ook aan het begin van het tweede deel, Intermezzo: allegro ma non troppo Trio: animato leek het begin op een van de Serenades, zeker in de hobo’s en klarinetten. In het derde deel, Andante con moto, werd de klank soms massief en riep deze herinneringen aan een symfonie van Shostakovitch op, terwijl de soms schrijnende blazers eerder aan Mahler deden denken. Ook in het woeste Rondo alla Zingarese waren er soms ‘vervreemdende’ elementen, zoals loopjes op een xylofoon en een scherpe klarinet aan het begin van de cadens. Het eind is al overrompelend in het origineel en Schönberg paste daarop schaalvergroting toe. Kortom, je houdt van deze bewerking of niet. Hoe dan ook, het orkest speelde bewonderenswaardig en bereikte de hele avond een hoog niveau, dankzij de uitstekende dirigent Hempel.
Willem Boone
Info: