Tamara Stefanovich biedt fascinerend overzicht in Sonate Marathon

Tamara Stefanovich – Sihoo Kim 2024

Gehoord: Muziekgebouw aan het IJ, Amsterdam, 5 april 2025

 

Door Willem Boone

Wat is het toch jammer: je kan naar een onalledaags programma (verspreid over drie concerten) waar het Muziekgebouw aan het IJ het patent op heeft, gewijd aan ‘de pianosonate’, gespeeld door een geweldige pianiste en dan zijn er amper honderd belangstellenden! Misschien dat het idee van ‘Sonate Marathon’ liefhebbers tegenstond, want net als bij een sportieve marathon verlangden deze middag en avond niet alleen van de uitvoerende, maar ook van het publiek wel het een en ander. De luisteraars moesten over flexibiliteit beschikken om zich van de ene naar de andere ‘sound world’ te begeven. Onder het woord ‘sonate’ wordt ‘klankstuk’ verstaan, zodat je daar van alles onder kunt rangschikken. Het gaf pianiste Tamara Stefanovich de gelegenheid om een fascinerend panorama uit de muziekgeschiedenis in drie recitals van een uur te bieden. Daarbij stelde zij 18e-eeuwse sonates tegenover composities uit de 20e eeuw.

 

Recital 1

Zij begon het eerste deel met de Sonate in a BWV 965 van Jan Adam Reincken in de bewerking van Bach. Direct aan het begin van het Adagio speelde zij echt piano, door dynamische schakeringen in de muziek aan te brengen. Haar toucher had aanvankelijk een wat scherpe kern, maar deze verdween geleidelijk aan. Kennelijk had ze even tijd nodig om aan de vleugel te wennen. Opvallend was haar heldere stemvoering in de fuga. Met de Sonate in g nr 87 van Padre Antonio Soler vertoefden we direct in een andere wereld, hoewel dit stuk niet eens zo lang na dat van Reincken/Bach geschreven werd. Stefanovich speelde de ornamenten en trillertjes gaaf. Het was interessant dat ze in haar overzicht van sonates ook eendelige stukken van Soler en Scarlatti opgenomen had. Deze fungeerden als rustpunten tussen de vaak frenetieke 20e-eeuwse stukken. Tijdens de drie recitals speelde zij alle stukken zonder onderbreking, waarbij er nauwelijks een moment van rust was. Dat had voor-en nadelen: het voordeel was dat je als luisteraar ‘in de flow van de muziek’ bleef en niet door applaus uit je concentratie gehaald werd. Het zorgde soms voor verrassende overgangen. Het nadeel was dat er weinig tijd was om stukken op je in te laten werken: de stukken van Soler en Scarlatti, die een wonderbaarlijk universum op zich vormen, waren nu ‘slechts’ een korte opmaat voor de langere sonates.

 

Tamara Stefanovich – Sihoo Kim 2024

 

Interessant was haar keuze voor Busoni’s Sonatina seconda, waarbij je als het ware het eind van een tijdperk, de romantiek, hoorde. Busoni gebruikte het hele klavier en vroeg de pianiste om af en toe flink in de toetsen te grijpen. Door de veranderde dynamiek was het klankbeeld soms ook diffuser. De pianiste ontlokte fascinerende kleuren aan de vleugel. Hoewel de programma’s op het eerste gezicht overkwamen als een potpourri, moet zij toch goed over de overgangen nagedacht hebben. Zo eindigde Busoni met donkere bassen en klonk de Sonate in c K 158 breekbaar in de discant. De sonate in G K 13 is in dezelfde toonsoort als de sonate in g Wq 65 van Carl Philipp Emanuel Bach geschreven. De muziek van laatstgenoemde is grillig en begon als een improvisatie. Net als Scarlatti was hij zijn tijd ver vooruit en beiden schreven in een atypisch idioom. Niet minder verrassend was de overgang naar de Three page sonata van Ives, die zo heet omdat Ives de partituur aanvankelijk op drie grote bladen geschreven had. In de partituur schrijft hij het gebruik van een celesta voor, de pianiste speelde de noten nu op een klankschaal die op de vleugel stond. Het zorgde voor een verrassend effect. Ik heb deze sonate een keer horen spelen door Shura Cherkassky, maar hij gebruikte geen celesta/klankschaal, zodat ik nu even verrast opkeek.

 

Recital 2

De sonate in C K 406 vormde een frisse opmaat, maar het verschil met de daaropvolgende Sonate van Bartok was groot. Deze is uitgesproken rauw en ‘barbaars’ van karakter en dat wist Stefanovich goed te realiseren. Door de vele octaven klonk haar spel niet overal even helder. Zeker bij dit tweede recital waren de drie 20e-eeuwse sonates geen ‘makkelijke kost’ en deed zich het gemis aan lyrische sonates voelen. Deze had de pianiste geheel buiten beschouwing gelaten en dat was jammer: Beethoven heeft korte sonates geschreven, maar ook onbekend repertoire als dat van Dussek of Clementi zou hiervoor in aanmerking gekomen zijn. De Pianosonate nr 1 opus 1 van Hanns Eisler deed aan de Sonate opus 1 van Berg denken: ook deze luidt het eind van de romantiek in, waarbij de tonaliteit losgelaten wordt. In het laatste deel, Finale allegro, bleek dat de muziek van Eisler toch nog niet geheel atonaal was. Over de Derde pianosonate in Bes van Hindemith stond in de toelichting te lezen dat Hindemith ‘verwees naar de tijd dat het genre zijn hoogste toppen bereikte in de laatste zes pianosonates van Beethoven. Sonates waarin inhoud en vorm perfect in balans zijn en ontzagwekkende structuren een even ontzagwekkende emotionele lading krijgen.’ Hoewel je erover kunt twisten of de laatste Pianosonates van Beethoven qua vorm overal in balans zijn, geldt dat in veel mindere mate voor deze compositie van Hindemith. Deze mag dan in dezelfde toonsoort als de Hammerklaviersonate geschreven zijn, maar ik hoorde er niet ‘een groot monument voor oude waarden’(aldus de toelichting) in, evenmin als ‘een stuk waarin mildheid heerst’ of ‘poëtische muziek’. Integendeel, ik kom niet verder dan muziek die niet makkelijk aanspreekt en nogal dor overkomt. Alleen aan het eind van het derde deel, mässig schnell, was er een indrukwekkend, verstild moment. De afsluitende fuga was veeleisend en Stefanovich greep hierbij flink in de toetsen, imposant was haar daverende slotakkoord.

 

Tamara Stefanovich – Sihoo Kim 2024

 

Recital 3

Dit laatste recital begon met een meditatief juweeltje, de sonate in g van Soler. Bijzonder was de overgang naar de Sonate nr 9, ‘Zwarte mis’ van Scriabin, waarin de sfeer etherisch was. De pianiste had – niet geheel ontoepasselijk – iets weg van een hogepriesteres, statig gezeten aan de vleugel met een lange, zwarte mantel aan. Haar spel is overigens een toonbeeld van concentratie, waarbij zij een ‘no nonsense’ aanpak hanteert: zij speelt en dat doet ze heel goed, zonder enige overbodige gebaren. Zij trof de geëxalteerde sfeer van Scriabin heel goed en hierbij viel op hoe aartsmoeilijk deze muziek is. Soms schuurden de overgangen en dat gebeurde bij de Sonate in g K 8, die ‘ineens’ verraderlijk eenvoudig klonk.

De Eerste pianosonate van Sjostakovitsj was daarentegen weer een echt ‘hamerstuk’ dat goed bij de eerdere, barbaarse Pianosonate van Bartok paste. De Sonate in b K 87 van Scarlatti is een van diens mooiste, onnavolgbaar melancholiek door de dalende akkoorden. De pianiste speelde het tamelijk snel, wat spijtig was, want je wilde graag langer in deze wereld blijven hangen.

Ook in de Pianosonate 1.X.1905 van Janácek liepen de gemoederen hoog op, de pianiste wist het ‘bitter-sweet’ karakter van de muziek goed te treffen. In het tweede deel, Smrt (dood), was de spanning tastbaar, maar het eind was dan weer ontwapenend ingetogen.

 

Tamara Stefanovich – Sihoo Kim 2024

 

Het meest bijzondere moment had Stefanovich bewaard voor het eind: de Pianosonate nr 6 van Oestvolskaja. Een stuk dat amper vijf minuten duurt, maar waarbij de pianiste alles uit de kast moest halen. Musicoloog Elmer Schonberger noemde de componiste ‘de vrouw met de hamer’, vanwege haar gebruik van zeer luide, massieve, repetitieve klankclusters. Die bijnaam maakte ze alleen met deze sonate al geheel waar. Stefanovich trok voor zij hieraan begon zwarte handschoenen aan en dat was wel nodig ook, want zij moest diverse keren met haar onderarmen en ellebogen op de toetsen beuken. Voor het eerst klonk de vleugel ronduit lelijk en schel, maar dit zal ongetwijfeld de bedoeling van de componiste geweest zijn. Het was een bijzonder moment, waarbij de toch niet bepaald kinderachtige sonates van Bartok, Eisler, Hindemith, Scriabin en Janacek bijna verbleekten.

Er past grote bewondering voor de prestaties van deze pianiste: je moet het maar kunnen opbrengen, drie keer een uur uiterst geconcentreerd zulke stilistisch afwisselende muziek brengen! Zij bewees niet alleen over een flexibele geest, maar ook over een natuurlijk aandoende, maar allesvermogende techniek te beschikken. Het was een muzikale marathon waar zij zich heldhaftig doorheen sloeg!

Willem Boone

Info:

https://www.tamara-stefanovich.com

www.muziekgebouw.nl

You May Also Like

Meeslepend mooi – Het KCO onder Mäkelä

Stralende Ariadne auf Naxos bij Theater Trier

Invariably fair – Het RFO speelt Love and the fever van Thomas Larcher

Maria Milstein speelt Schönberg sensationeel