Het Klassiek Collectief brengt ambitieus programma in de Zuiderkerk

 

Werken van Brahms, Strauss en Strauss. Gehoord: 22 november, Zuiderkerk in Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Brahms & Strauss

Leider nicht von Strauss’ schreef Brahms onder een paar op een velletje gekrabbelde maten van de door hem bewonderde ‘Donauwalzer’ van Johann Strauss jr.. Op de veranda van de villa die de beroemde Weense walskoning bezat in Ischl, lieten beide heren zich in 1894 fotograferen. Zeven jaar eerder, in 1887, had Brahms zijn laatste orkestwerk geschreven: het Dubbelconcert voor viool en cello in a, op 102, dat ondanks zijn onmiskenbare grandeur een koele ontvangst kreeg. Brahms droeg het werk op aan de violist Joseph Joachim, met wie de vriendschap vastliep toen de componist na de scheiding van de violist de kant van diens echtgenote koos. Met het Dubbelconcert, waarboven Brahms cryptisch noteerde ‘Voor hem voor wie het geschreven is’, trachtte hij de oude vriendschap weer nieuw leven in te blazen. Met succes, want Joachim wist de geste én het concert te waarderen. Clara Schumann daarentegen was niet erg enthousiast over het Dubbelconcert, dat volgens haar ‘niet genoeg briljant geschreven was voor de solo-instrumenten.’ In mijn ogen een raadselachtige opmerking, want van beide solisten wordt nu juist het uiterste gevergd om niet ten onder te gaan in de woelige baren van de orkestpartij, Ook moeten ze gelijkwaardig zijn in hun instrumentale vaardigheden en muzikale expressiviteit, zodat ze niet alleen met het orkest maar ook onderling overtuigende dialogen kunnen voeren.

 

 

Zuiderekerk als balzaal

In de met talloze studenten en oud-studenten gevulde Zuiderkerk, waar het galmt als in een zwembad en de stemming er al goed inzat voordat er überhaupt een noot was gespeeld, opende Het Klassiek Collectief o.l.v. Arjan Tien wijselijk niet met Brahms maar met het vrolijke en ongecompliceerde G’schichten aus dem Wienerwald van Johann Strauss jr., Het hele orkest, dat bestaat uit goede amateurs die vaak uit kringen van de studentenorkesten komen,  ging zich energiek te buiten aan de vrolijk zwierende materie van dit op de boertige Ländler geïnspireerde walsstuk, waarin het wemelt van de volksmelodieën. Ook al klinkt de muziek gemakkelijk, het stuk goed spelen is minder makkelijk dan het lijkt, zeker voor een orkest dat grotendeels uit amateurs bestaat. Maar Het Klassiek Collectief is best ambitieus en streeft naar hoge kwaliteit, zodat de Zuiderkerk in een balzaal veranderde waar je met enige fantasie de walsende paren rond zag zwieren. Zowel de strijkers als de blazers verleenden de noten van Strauss jr. een vleugje luchthartige Weense elegantie. Iedereen speelde en luisterde met plezier.

 

 

 

Intense dialogen

Daarna kwamen violiste Maria Milstein en cellist Gideon den Herder, allebei lid van het internationaal geprezen Van Baerle Trio (met pianist Hannes Minnaar) de kerk in gelopen om het imposante, sterke en zwaarmoedige Dubbelconcert van Brahms uit te voeren. Na de Sachertorte-sfeer van Strauss jr. veranderde de ruimte nu in het dramatische decor voor bloedserieuze kunst met een grote K. Daar draaiden Arjan Tien en het orkest hun hand niet voor om: met markante openingsmaten leidde Het Klassiek Collectief in donkerrode kleurschakeringen de beide solisten in, waarna Den Herder het muzikale debat opende met een doorvoelde maar aanvankelijk nog enigszins weifelachtige cellosolo, gevolgd door het feller en krachtiger gearticuleerde ‘antwoord’ van Milstein op de viool. In het verloop van het verhaal werd ook het spel van Den Herder markanter, zodat beide solisten elkaar expressief naar de kroon staken. Het orkest op haar beurt speelde daar weer gepassioneerd op in en zo ging het verder, waarbij het openingsdeel van deze aangrijpende muziek van Brahms zich liet beluisteren als een spannend avontuur. Misschien niet volmaakt uitgevoerd, maar wel met enorme betrokkenheid en inzet van zowel de solisten als het orkest. Was Strauss jr. erbij geweest, dan had hij vast ‘Leider nicht von Strauss jr.’ onder de openingsmaten Van Brahms geschreven. Want als het gloeiende samenspel van Maria Milstein en Gideon den Herder in gestroomlijnde wisselwerking met het fel en onstuimig musicerende orkest, dat alert op de heldere dirigeerstijl van Arjan Tien reagerende, iets duidelijk maakten, dan wel dat de muziek van Brahms, mits oprecht en met intense concentratie uitgevoerd, door je ziel kan snijden. Dat gold ook voor het zangerig gespeelde Andante, waarin romantische verlangens en diepe weemoed overtuigend de hoofdrol spelen. In het orkest leverden zowel de blazers als de strijkers, zeker voor een amateurorkest, bewonderenswaardige prestaties. Daarna stortte beide solisten zich levendig en fel op het Vivace non troppo, waarbij het orkest goed gedoseerd losbarstte in Hongaars aandoende turbulentie. Het klonk allemaal zo oprecht en betrokken, dat het niveau van het orkest spontaan uitsteeg boven amateurisme.

 

 

Quasi luchthartig

Opnieuw volgde een stuk van Strauss, maar nu van Richard Strauss, die de geschiedenis in zou gaan als de uitvinder van het symfonische gedicht.  Nadat hij in 1909 de wereld op zijn kop had gezet met zijn shockerende opera Elektra, koos de componist voor iets luchthartigers: de opera Der Rosenkavalier, waarvan Het Klassieke Collectief de Suite speelde. Gebaseerd op een tekst van Hugo von Hoffmansthal, waarin prachtige monologen over de liefde, het verstrijken van de tijd en de naderende ouderdom, zijn wilde liefdesnachten, verkleedpartijen, onmogelijke verliefdheden en bedrog aan de orde van de dag. In de muziek weerspiegelt zich het kleurrijke Wenen uit het fin de siècle, waarin de wals welig tierde als een erotische dans die onderhuidse liefdes- en lustgevoelens opwekte. Strauss liet zich inspireren door de lyriek van Mozart, waaraan hij een flinke dosis ironie en dubbele bodems toevoegde teneinde het toenmalige Weense establishment op de hak te nemen. De suikerzoete sfeer van het geheel is maar schone schijn, want onder de oppervlakte loeren de gevaren. Hoe speel je zoiets met plezier en overtuiging? Van Tien wist er wel raad mee en nam zijn orkest op sleeptouw langs paleizen en bordelen, koffiehuizen en danspaleizen. Maar er klonk ook dreiging door in de kleurrijke muziek die ontstond aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Het voltallige orkest dompelde zich eensgezind onder in de orkestrale feestgelagen en speelde, soms wel een beetje rommelig maar altijd met schwung, dat het een lust had. Blazers en strijkers wisselden elkaar af in een bonte parade van liefdestaferelen en drankgelagen. Zo werden de zorgen van toen en van nu voor even verjaagd.

 

 

Info:

https://hetklassiekcollectief.nl

 

You May Also Like

Nieuwjaarconcert van het NBE zet de deur open voor iedereen

Mozarts Requiem bloedeloos bij Orkest van de 18e eeuw

Carmen in Verona: een lust voor het oog

Stella Chen debuteert in Het Concertgebouw met doorleefd Vioolconcert Brahms