over-dit-nummer-2-2025

‘Een gouden stem is door mijn ziel gegaan/ Een nieuwe dag is opgestaan’ schrijft de dichter P.C. Boutens (1870-1943), die geloofde in een ‘hogere werkelijkheid die Gods geheimen zou benaderen.’ En hij vervolgt: ‘Hoog van de hemel is hij gekomen/ Ik heb zijn gouden bazuinen vernomen/ zijn bazuinen vol helle, hoog-trillende lichtgeluiden.’ Nada Brahma, vertaald uit het Sanskriet ‘Alles is geluid, geluid is God’, aldus de Hindoes.
Of je nu in de helende kracht van klankschalen, de magie van bepaalde frequenties of in de schoonheid van de muziek gelooft, uiteindelijk is ons vermogen om de geluiden die vanuit de kosmos op ons afkomen op te vangen, te horen of intuïtief gewaar te worden, doorslaggevend voor onze beleving van muziek.
Waar komt die muziek vandaan? Veel componisten hebben beschreven hoe ze hun noten op verlichte momenten, vaak in een flits, doorkregen ‘van boven.’ De beste musici lijken van nature een lijntje met de hemel te hebben. Deze thematiek loopt als een onderliggende rode draad door dit nieuwe nummer, als een oproep tot verwondering en echt kunnen luisteren vanuit de stilte. We besteden aandacht aan Schönberg en Boulez, een festival en 750 jaar Amsterdam, opera en moderne muziek, Indiase percussie en Westerse pianogeheimen, met in de hoofdrol de pianiste van wie gezegd werd dat ze speelde als een engel: Clara Haskil. 

Wenneke Savenije