Pierre Audi liet De Nederlandse Opera als een Phoenix uit haar as verrijzen

 

R.I.P Pierre Audi (1957-2025)

Door Suus Blanke

Opera is absoluut niet interessant, tenzij men zijn toekomst wil rechtvaardigen.

                                                                                                                               Pierre Audi

Het succes

In de tijd dat Pierre Audi van 1988-2018 artistiek leider van de Nederlandse (nu Nationale) Opera was, had het Amsterdamse Operahuis aan het Waterlooplein nog fysieke kassa’s. Meerdere keren heb ik de eerste trein naar Amsterdam Centraal genomen om mij zo vroeg mogelijk (rond 6 uur in de ochtend) in de rij op het Waterlooplein voor de kassa’s te voegen om losse kaartjes te bemachtigen voor de nieuwe voorstelling(en), want een abonnement bemachtigen was sowieso een hopeloze zaak! Mensen namen een stoeltje en ontbijt mee en de sfeer was broederlijk. Diegene die het waagde voor te dringen werd direct massaal teruggefloten. Het kon gebeuren dat er alleen kaartjes nog waren voor een dag dat je eigenlijk niet kon, zoals op mijn veertigste verjaardag. Die heb ik dus in de Stopera gevierd. Of het kwam voor dat je de kassa eindelijk had bereikt en dat net de luiken werden gesloten, omdat de voorstellingen reeds waren uitverkocht. Het waren andere tijden…

 

 

Is Pierre Audi een Mythe?

Eigenlijk wist ik in die tijd helemaal niet wie Pierre Audi was. En uit het boek Man en Mythe (2016) dat Roland de Beer over Pierre Audi schreef, bleek niemand dat te weten. Audi, die niets van zichzelf bewaarde, omschreef zichzelf als de reine dwaas Parsifal. ‘Niemand van de mensen die mijn benoeming bij DNO tekenden, had ooit iets van mij gezien.’ Toenmalig financiëel directeur Truze Lodder kon eigenlijk niet uitleggen waarom hun keuze op de onervaren Audi was gevallen. ‘Hij deed bescheiden maar we zagen hoe bijzonder hij was. Er zat iets bij van een risk/reward motief, de kans dat een bovengemiddeld risico ook een bovengemiddeld resultaat zou opleveren.’

 

 

De bouwplaats

De toen (internationaal) onbeduidende Nederlandse Opera had eigenlijk al jarenlang veel te veel risico’s genomen en de budgetten waren rijkelijk ver overschreden. De bouw van het stadhuis in combinatie met een operahuis op het door WOII verwoeste Waterlooplein was ook al niet met gejuich ontvangen. De plaats waar het operahuis zich nu bevindt was oorspronkelijk een eiland in de Amstel, dat rond 1600 buiten de stadsmuren werd bebouwd als stadsuitbreiding en waar vervolgens de gevluchte joden uit Spanje, Portugal en Oost- Europa met open armen werden ontvangen. Nadat de joden voor de Nazi’s waren gevlucht werden hun huizen door de Amsterdammers gebruikt als brandhout tijdens de hongerwinter. Op deze (mede door de aanleg van de metro) verwoeste plek verrees in de jaren tachtig van de vorige eeuw het verguisde Stadhuis en Muziektheater, in de volksmond De Stopera. Van buiten misschien niet zo mooi, maar op deze werkvloer werd een aantal jaren later een gouden driehoek samengesteld: Financiëel directeur Truze Lodder, chefdirigent Hartmut Haenchen en artistiek directeur en regisseur Pierre Audi. Daarna beleefde het Amsterdamse Operahuis een ongekende bloei en verwierf in korte tijd internationaal grote naamsbekendheid. DNO kreeg mytische proporties.

 

 

De oorsprong

Pierre Audi werd in 1957 geboren in Beiroet (Libanon) en groeide daar op tot hij op zijn zeventiende naar Londen vertrok om filmregisseur te worden. In het boek van Roland de Beer beschrijft de moeder van Audi dat haar zoon als kind nooit lachte, maar wist wat hij wilde en dat doorzette. Omdat hij de wereld en de mensen doorzag verbrak hij zelfs de band met zijn broer en zus om ziin nieuwe leven te kunnen vervullen. In de familie Audi was aan geld geen gebrek. Zo kon Pierre Audi als kind zijn eigen films maken én met hulp van zijn moeder voorstellingen organiseren. Na afloop wilde hij graag kritiek ontvangen om te horen of de in zijn ogen wereldse mensen zijn film hadden begrepen. Een van die films handelde handelde over een godin die verliefd wordt op een aardse mens en daar vanwege de te grote verschillen niets mee kan aanvangen, totdat blijkt dat De Liefde voor elkaar, de mens tot een God maakte. Een thema dat je niet van een kind verwacht, maar dat in heel veel van Audi’s producties bij DNO min of meer terugkeerde.

Roland de Beer beschrijft dat Audi is opgegroeid op de geboortegrond van verhalen die tot de kern behoren van het Westerse spirituele DNA. De tempelruïnes, sarcofagen en mozaïken boden Audi de bijbehorende beeldverhalen. In veel van zijn producties was herkenbaar dat Audi een grote liefde had voor elementen uit de natuur als linnen, hout, ijzer, vuur en oude stenen. Want volgens Audi zit er in een oude steen meer drama dan je kunt zien op een toneel.

De moeder van Audi beschreef dat Pierre iets had van een mysticus. ‘Als hij geen mysticus was geweest, dan had hij dit nooit allemaal gedaan.’ Pierre zou ooit gezegd hebben: ‘Ik word regisseur of priester. Iets anders wil ik niet.’

Met deze levenswijsheid was Audi de juiste man in de juiste tijd op de juiste plaats in Amsterdam. Want op de oude puinhopen van het Waterlooplein wist hij met zijn (spirituele) ideeën een heel groot publiek bij DNO aan te trekken.

 

 

Levensthema

De universele spirituele gedachten van Audi waren onder anderen terug te vinden in verhalen uit de Griekse mythologie die door Claudio Monteverdi als trilogie op muziek zijn gezet. Of door Jean Philipp Rameau in Castor et Pollux. Audi hield ook van verhalen als Der Glückliche Hand van Arnold Schönberg. Van deze componist kreeg de artistiek directeur het voor elkaar dat zijn bijbelse opera Moses und Aaron werd uitgevoerd onder leiding van niemand minder dan Pierre Boulez. Noach was een ander bijbels thema dat nieuw op muziek werd gezet door Guus Janssen. Voor de aankleding van het toneel werd Karel Appel aangetrokken en stonden er zelfs Mongolische keelzangers op het podium. Een religieuze strijd werd gestreden tussen een jood en een katholiek in de opera La Juive van Fromenthal Halévy. Een strijd die altijd alleen maar verliezers kent. De lange opera over de heilige Sint-Francois d’Assis van Olivier Messian was een andere bijzondere productie voor nagegenoeg één solist en orkest. Voor de olympische topprestatie van de zanger waren de regie-aanwijzingen van Audi onontbeerlijk, want zodoende kon hij zijn tekst onthouden!

Audi transformeerde en regisseerde ook een aantal muzikale werken tot opera, zoals de Gurre-lieder van Schönberg, de Madrigalen en de Maria Vespers van Claudio Monteverdi. Gewoon omdat hij het belangrijke verhalen en muzikale werken vond.

Na zijn aftreden als artistiek directeur bij de Nationale Opera keerde Audi nog wel terug als regisseur, waarbij zijn grootse wens Aus Licht van KarlHeinz Stockhausen te regisseren in 2019 werd vervuld. Een muziekstuk/ opera van 29 uur, waarvan 15 uur, in samenwerking met het Holland Festival en het conservatorium Den Haag, werd uitgevoerd in en rond de Westergasfabriek. Daarbij waren zelfs vier helicopters nodig van waaruit werd gemusiceerd!

In 2022 regiseerde Audi zijn laatste werk voor DNO en keerde daarmee terug naar zijn liefde voor nieuwe muziek én de Griekse Mytholgie. Maar dan in een nieuw jasje gestoken door Manfred Trojahn in zijn Eurydice – die Liebende, Blind.

 

 

 

Een ander licht op een opera laten schijnen

In plaats van gejuich klonk er natuurlijk ook wel eens boegeroep. Dat gold voor de door Jossi Wieler en Sergio Morabito geregisseerde Don Giovanni met alleen maar bedden op een monsterlijk bekleed podium, waarop de vermoorde Commendatore de gehele voorstelling midden op het podium moest liggen. Daardoor kon de zanger aan het einde van de opera als levend geworden standbeeld niet meer goed de door W.A. Mozart magisch op muziek gezette passage zingen. Daarmee was het (muzikale) hart uit de opera gehaald. Bovendien werden de handelingen/ recitatieven begeleid op een virginaal (omdat deze vaak alleen door maagdelijke meisjes zouden zijn bespeeld…), maar dat was natuurlijk totaal onhoorbaar in de grote zaal van het Muziektheater.

Verder herinner ik mij ook de productie van Madame Butterfly die op uitnodiging van Audi was geregisseerd door Robert Wilson. Een regisseur waarmee Audi eerder had samengewerkt in het door hemzelf opgerichte Almeida Theater in Londen. Een vrouw in het publiek schreeuwde dat het kale toneel en de sobere enscenering een grote schande waren en dat ze had betaald om te kunnen genieten van de prachtige Japanse bloesems die in deze regie slechts virtueel aanwezig waren. Maar met deze uitvoering werd de naakte waarheid duidelijk: hoe wij als Westerse mens de Japanse Geisha-cultuur ten diepste niet kunnen begrijpen en deze onachtzaam misbruiken voor onze eigen genoegens. Dat was ook Audi!

 

 

In de stilte van de echte werkelijkheid

Wat mij betreft is opera de mooiste kunstvorm waarbij het woord, vormgeving en muziek samenkomen. Toen Pierre Audi begin 2018 zijn laatste seizoen presenteerde vertelde hij dat het zijn uitdrukkelijke wens was geweest de mensen vanuit de drukte en waan van de wereld, de stilte van het theater binnen te laten gaan, zodat zij een andere werkelijkheid konden ervaren. Audi heeft in dit kader bij de Nederlandse Opera vele producties geregisseerd die onderaan dit artikel te vinden zijn. Maar Audi’s wens werd zeker vervuld in zijn geregisseerde opera’s van Claudio Monteverdi, de Ring des Nibelungen en Parsifal van Richard Wagner en deze producties behoren tot zijn absolute herkenbare hoogtepunt als artistiek directeur en regisseur.

 

 

Voor de vormgeving van de opera ging Audi soms een samenwerking aan met grote beeldend kunstenaars als Jannis Kounellis, Georg Baselitz, Jonathan Meese en Anish Kapoor. Mijn persoonlijk hoogtepunt was zijn samenwerking met Karel Appel (1995) voor Die Zauberflöte. Op de aankondigingsposter had Karel Appel man en vrouw tot één universele mens geschilderd. De weg tot die eenheid wordt in de opera beschreven door Emanuel Schikander en met prachtige muziek ondersteunt door W.A. Mozart. Zowel Audi als Appel hadden met hun verbeeldingskracht het verhaal (voor mij) als geen ander begrepen. Voor het publiek dat  de spirituele inhoud niet kende viel er volop te genieten van het kleurrijke toneel met veel humor. Precies zoals W.A. Mozart zijn Singspiel had gewenst. Voor het publiek dat de spirituele metaforische diepgang wél kende, was mede door de regie van Audi, minstens zoveel te herkennen en te genieten. Ook dat had Mozart, die zelf verbonden was aan de Vrijmetselaars, zich gewenst. In een interview in Vrij Nederland zei Audi dat hij deze twee lagen altijd in zijn regies heeft willen laten samenkomen. In Die Zauberflöte was de burgelijke volkswagen waarin (de dwaas) Papageno het toneel opkwam onovertroffen. Zo ook Pamina, die als gevangen ziel (godin) letterlijk was vastgeketend aan het stoffelijk lichaam van de mens. Maar het belangrijkste was de water- en vuurproef, waarbij de beproeving plaatsvond in het hart van de zeer grote op het podium neergezette oerlelijke stoffelijke mens en zo Tamino (de mens/ prins) en Pamina (de godin/ziel) in Liefde tot eenheid kwamen. Precies het thema waarmee Audi als kind zijn filmcarrière begon!

De kaarten voor Die Zauberflöte waren niet aan te slepen en de productie werd heel vaak in reprise genomen, totdat de mededeling van DNO kwam dat het niet meer mogelijk was de zeer kwetsbare rekwisieten van piepschuim te bewaren. Deze zijn overigens daarna tentoongesteld in het COBRA-Museum te Amstelveen.

 

 

R.I.P.

Afgelopen weekend is Pierre Audi op 67-jarige leeftijd uit dit aardse bestaan vertrokken. Hij overleed in Beijing waar hij op dat moment werkzaam was. Natuurlijk is dat een grote schok voor zijn familie, vrienden en iedereen die hem bewonderde en met hem heeft samengewerkt. Maar als troost laat hij een prachtig oevre na voor de mensheid. Voor zijn werk ontving Audi verschillende onderscheidingen en werd in 2000 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het is hem toe te wensen dat hij zijn reis in de door hem benoemde ‘werkelijkheid’ kan voortzetten. Hier in deze steeds onrustiger wordende waan(zinnige) wereld zullen wij hem missen.

Suus Blanke

 

Info:

Het boek Man en Mythe, Pierre Audi en het Muziektheater, geschreven door Roland de Beer, is uitgegeven bij Leporello

Een aantal korte citaten zijn in bovenstaand artikel overgenomen.

 

 

De opera Tristan en Isolde van Richard Wagner zal in de regie van Pierre Audi te zien zijn bij De Nationale Opera van 8 t/m 23 februari 2026.

 

 

 

Lijst van geregisseerde werken door Pierre Audi bij DNO en overige wereldpremières:

 

10 november 1990 (herhalingen maart 1993, oktober 1998, september 2007)

Il ritorno d’Ulisse in patria – Claudio Monteverdi

12 januari 1991

Die glücklige Hand – Arnold SchönbergNoch – Morton Feldman

3 juni 1991 (herhaling mei 1993)

Gassir – Theo Loevendie (wereldpremière ) Il Combattimento di Tancredi e Clorinda – Claudio Monteverdi

5 maart 1992

Mitridate, re di Ponto – Wolfgang A Mozart

11 mei 1992

Ontvoerd door de goden – Param Vir (wereldpremière ) Broken Strings – Param Vir (wereldpremière )

30 november 1992 (herhalingen april 1996, november 2003)

De bohème – Giacomo Puccini

9 januari 1993

Punch en Judy – Harrison Birtwistle

7 november 1993 (herhalingen maart 1996, april 2001, september 2007)

L’incoronazione di Poppea – Claudio Monteverdi

12 januari 1994 (herhaling april 1997)

Il re pastore – Wolfgang A Mozart

17 juni 1994 (herhaling januari 1999)

Noach – Guus Janssen (wereldpremière )

11 maart 1995

Verval – Arnold SchönbergDie glücklige Hand – Arnold Schönberg (reprise)Von heute auf morgen – Arnold Schönberg

5 mei 1995 (herhalingen november 1996, augustus 2007)

De Orfeo – Claudio Monteverdi

1 december 1995 (herhalingen maart 1999, april 2003)

Die Zauberflöte – Wolfgang A Mozart

4 september 1997 (herhalingen april 2005, november 2012)

Das Rheingold -Richard Wagner

31 januari 1998 (herhalingen mei 2004, april 2013, november 2019)

De Walküre – Richard Wagner

1 juni 1998 (herhalingen augustus 2004, augustus 2013)

Siegfried – Richard Wagner

8 september 1998 (herhalingen januari 2005, november 2013)

Götterdämmerung -Richard Wagner

juni 1999 (herhalingen september/oktober 2005, januari/februari 2014)

Der Ring des Nibelungen – reprises van de eerdere producties als cyclus

1 oktober 1999

Alceste – Christop W Gluck

21 januari 2000

Hier* – Guus Janssen (wereldpremière )

4 juni 2000 (herhaling juni 2004)

Reves d’un Marco Polo -Claude Vivier

4 september 2001

Alice in Wonderland – Alexander Knaifel

2 februari 2002 (herhaling november 2014)

Lohengrin – Richard Wagner

2 december 2002

La clemenza di Tito – Wolfgang A Mozart

7 januari 2003 (herhaling januari 2005)

Thee – Tan Dun

5 oktober 2003 (herhaling april 2010)

Les Troyens – Hector Berlioz

23 juni 2004

RAAFF – Robin de Raaff (wereldpremière )

21 oktober 2005 (herhaling oktober 2015)

Tamerlano – Georg F. Händel
22 oktober 2005 (herhaling oktober 2015)Alcina – Georg F Händel

6 juni 2007

Wagner Dream – Jonathan Harvey (wereldpremière in Luxemburg op 28 april)

15 september 2007 (herhaling mei 2017)

Madrigalen – Claudio Monteverdi

18 januari 2008

Castor en Pollux – Jean-Philippe Rameau

1 juni 2008

Sint-François d’Assise – Olivier Messiaen

7 november 2008

Marco Polo – Tan Dun

4 september 2009

La Juive – Fromental Halevy

8 juni 2011

Dionysos – Wolfgang Rihm

7 september 2011

Iphigénie en Aulide / Iphigénie en Tauride – Christoph W Gluck

12 juni 2012 (herhaling december 2016)

Parsifal – Richard Wagner

28 januari 2013

Guillaume Tell- Gioacchino Rossini

2 september 2014 (herhaling april 2018)

Gurre-Lieder – Arnold Schönberg

11 juni 2016

Theatre of the World – Louis Andriessen (wereldpremière op 6 mei 2016 in Los Angeles)

28 maart 2017

En jij moet lijden – Johann S Bach/ Samir Odeh-Tamimi / Annelies van Parys

3 juni 2017

Mariavespers – Claudio Monteverdi

18 januari 2018 (herhaling in seizoen 25|26)

Tristan en Isolde -Richard Wagner

23 maart 2018

La morte d’Orfeo – Stefano Landi

6 maart 2019

Fin de partie – György Kurtag

31 mei 2019

Aus LICHT – Karlheinz Stockhausen

5 maart 2022

Eurydice – die Liebenden, blind – Manfred Trojahn (wereldpremière )

Overige Wereldpremières:

13 april 1992 – Leven met een idioot | Alfred Schnittke (regie: Boris Pokrovski)29 april 1994 – Symposium | Peter Schat (regie: Ian Strasfogel)2 november 1994 – Rosa, een paardendrama | Louis Andriessen (regie: Peter Greenaway)1 december 1999 – Schrijven aan Vermeer | Louis Andriessen (regie: Peter Greenaway)8 juni 2001 – Johnny en Jones | Theo Loevendie (regie: Theu Boermans)17 juni 2005 – Rage d’amours | Rob Zuidam (regie: Guy Cassiers)2 juni 2006 – After Life | Michel van der Aa (regie: Michel van der Aa)12 juni 2008 – De commedia | Louis Andriessen (regie: Hal Hartley)5 juni 2009 – Adam in ballingschap | Rob Zuidam (regie: Guy Cassiers)7 juni 2010 – Een hondenhart | Alexander Raskatov (regie: Simon McBurney)8 december 2011 – Orest | Manfred Trojahn (regie: Katie Mitchell)9 juni 2012 – Wachten op Miss Monroe | Robin de Raaff (regie: Lotte de Beer)3 juni 2014 – Laika | Martijn Padding (regie: Aernout Mik & Marjoleine Boonstra)20 maart 2016 – Blank Out | Michel van der Aa (regie: Michel van der Aa)20 maart 2017 – Fort Europa | Calliope Tsoupaki (regie: Floris Visser)25 maart 2017 – Caliban | Moritz Eggert (regie: Lotte de Beer)14 mei 2017 – Hondenhartje | Oene van Geel & Florian Magnus Maier (regie: Marcel Sijm)14 maart 2018 – Avventure di anima e di corpo | György Ligeti & Raphael Cendo (regie: Nina Spijkers)

You May Also Like

Edward Said over opera en actualiteit

Mahler Festival theatraal van start met Beste Mahler! o.l.v. Lorenzo Viotti

Nathalia Milstein, Nikola Meeuwsen en Aidan Mikdad spelen vandaag en morgen in de 1e ronde van de Koningin Elisabethwedstrijd Piano 2025 in Brussel

Russische misstanden, Siberische strafkampen en de liefde voor zijn muze bezielden de opera’s van Janácek