Anna Fedorova overtuigt in duister recitalprogramma
Gehoord: Bösendorfer Piano Series, Waalse Kerk, Amsterdam, 19 september 2024
Door Willem Boone
Gevreesde cyclus
Je zult je pianorecital maar met Gaspard de la nuit moeten beginnen, dat is direct de lat heel hoog leggen! Het is ook ongebruikelijk, want meestal sluiten musici er hun optreden mee af. Anna Fedorova is niet bang uitgevallen en koos ervoor om met deze gevreesde cyclus haar optreden, tevens de presentatie van haar nieuwste CD met het programma van deze avond, te beginnen. En eigenlijk was er ook wel iets voor te zeggen, want Ondine begint uiterst vredig en etherisch. Fedorova wist de waternimf goed gestalte te geven en haar beeldende spel riep meer dan eens klaterend water voor de geest. In de kalme gedeeltes straalde haar spel rust uit. In Le gibet wist ze daarentegen ook de geheimzinnige sfeer op te roepen. Zij liet daarbij mooi de bassen van de Bösendorfer uitkomen en schilderde met kleuren. In Scarbo, misschien wel ’s werelds moeilijkste pianostuk (Ravel had toen hij het stuk schreef de intentie om Balakirevs Islamey in moeilijkheidsgraad te overtreffen!), vielen opnieuw de mooie kleuren op, naast het accurate spel van de pianiste. Hoewel zij de muziek zeker liet vlammen, verloor zij niet de controle, daar waar dit deel bij sommige collega’s nog wel eens in te veel opwinding wil ontaarden.
Magisch, donker en intrigerend
Na het applaus nam Fedorova kort het woord om haar programma toe te lichten, dat overigens voor de rest technisch minstens zo moeilijk was als Gaspard de la nuit. Zij had een recital samengesteld met als trefwoorden ‘magisch’, ‘donker’ en ‘intrigerend’. Zoals zij zelf al zei, was de Negende sonate opus 68 ‘Black mass’ van Skrjabin zo mogelijk nog donkerder van karakter. Ze wist direct vanaf de eerste noten goed de koortsachtige en intense sfeer te treffen, die deed denken aan ‘Vers la flamme’ van dezelfde componist. De late Skrjabin is niet altijd even gemakkelijk om naar te luisteren door de abrupte stemmingswisselingen. De kleurenrijkdom van deze sonate paste echter goed na het meesterwerk van Ravel, doordat ook deze muziek diabolisch van karakter was. Deze partituur is uitermate moeilijk om te spelen en dat deed de pianiste met verve. Misschien speelde ze om die reden van een iPad. De suite ‘El amor brujo’ van De Falla zorgde daarna voor een klein rustmoment, hoewel ook deze muziek hartstochtelijk was. ‘Hartstochtelijk’ was een term die voor alle vier de stukken van dit programma opging. In Pantomima liet de pianiste de muziek uitzingen, de Danza del terror klonk fel, het eind ervan – een lang glissando over het hele klavier – had misschien iets geraffineerder gekund. El circulo mágico klonk poëtisch en de afsluitende beroemde Danza rituel del fuego was vurig, ik herkende alleen de glissandi en het slot niet en was benieuwd welke editie Fedorva van deze muziek gebruikt had.
Moessorgski
De pianiste vertelde vooraf dat de Schilderijententoonstelling een van haar favoriete stukken is en haar altijd energie geeft. Het is ook een van haar vroegste herinneringen, want ze hoorde het als jong meisje toen haar vader dit studeerde. Toen ze vijftien jaar oud was, begon ze het zelf te studeren. Ook hier gaat het om een compositie die vaak donker is, maar – aldus Fedorova – dat verdwijnt met het laatste deel, De grote poort van Kiev, die inderdaad een uitermate triomfaal eind van deze cyclus vormt. Wat mij zeer aan haar interpretatie beviel, was dat ze in de meeste gevallen daar waar forte vereist wordt niet te hard speelde of – erger nog – door de toon heen sloeg. In Il vecchio castello straalde haar spel rust en geheimzinnigheid uit, Bydlo zette zij weliswaar zwaar in, maar haar spel werd niet te luid. Aan het eind liet zij de intensiteit afnemen, wat mooi was, want het riep het beeld van een voorbijtrekkende stoet op. Het ballet van de kuikens in hun eierschalen werd in een rap tempo gespeeld, evenals Limoges. In Catacombesliet zij horen dat zij wel degelijk in staat is om luide fortissimo’s te spelen, maar ze bleven muzikaal, net als de lange tremolo’s aan het eind van ditzelfde deel. Baba Yaga was in dit geval een ronduit woeste heks en De grote poort van Kiev was als zo vaak imposant door de volle klank. Je zag de poort als het ware voor je opdoemen. Het blijft maar moeilijk te geloven hoe twee handen zulke geluidseffecten kunnen produceren!
Als toegift speelde Fedorova de Prelude opus 32 nr. 12 van Rachmaninoff, die misschien geen geheimzinnig maar wel nostalgisch en zeker magisch eind van dit recital vormde.
Willem Boone
Info:
https://dewaalsekerk.nl/muziek/bosendorfer-piano-series-24-25
Volgende concert op 21 november met Hannes Minnaar: