Verzorgd spel en voorbeeldige articulatie van pianiste Angela Hewitt

Gehoord: Tivoli Vredenburg, Utrecht, 19 januari 2025

Door Willem Boone

 

Intieme setting

De setting voor het recital van Angela Hewitt leek wat vreemd: in de grote zaal, waarbij het publiek grotendeels op het podium zat. Het leek erop alsof men had geprobeerd een intieme sfeer te creëren, terwijl het gezelschap op het eerste oog zo in de intiemere Hertz-zaal gekund had. Ik hoorde echter (het concert was aanvankelijk ook in deze zaal gepland, maar zonder duidelijke opgaaf van redenen naar de grote zaal verplaatst!) dat er op hetzelfde moment in een ‘naburige’ zaal een luidruchtig concert plaatsvond, dus dit was een goede zet. Vorig jaar speelde violiste Liza Ferschtman in de Hertz alle solowerken van Bach, terwijl er in een zaal eronder een hardrockconcert plaatsvond en dat versjteerde toen een intieme avond. Het was dus alleen maar goed dat men uit voorzorg naar de grote zaal uitgeweken was.

 

 

Uit de schaduw van Bach

Hewitt begon haar recital met de Tweede suite van Händel. Hoewel in de programmatoelichting te lezen stond dat de suites van Händel ‘meer uit de schaduw van Bach kruipen’, hoor je ze nog steeds niet vaak tijdens pianorecitals. Het is aangename muziek om naar te luisteren, maar naar mijn smaak leggen ze het nog steeds af tegen de Franse, Engelse Suites en Partita’s van Bach, omdat deze in harmonisch opzicht interessanter zijn. Hoe dan ook, deze Händel vormde een vredig begin van de avond. Hewitt maakte met haar verzorgde spel en vooral haar helder articulerende linkerhand duidelijk dat ze veel Bach gespeeld heeft. Bij haar gaat er geen enkel detail in de linkerhand verloren. Het was overigens jammer dat ze niet de Eerste Suite speelde, want dat zou nog een interessant dwarsverband met de Händelvariaties van Brahms opgeleverd hebben. Daarin komt immers het thema voor dat deze componist voor zijn variaties gebruikte. Hewitt vervolgde met de Zesde Franse Suite van Bach. Wat in haar interpretaties aangenaam treft, is haar ‘egoloze’ spel: ze zet de muziek niet in stilistisch opzicht naar haar hand, zoals haar beroemde landgenoot en collega Glenn Gould veelvuldig deed. Zij plaatst zich evenmin tussen de luisteraar en componist, of het zou als objectief medium moeten zijn. Dat resulteert bij Bach in tempi die kalm en zonder grote contrasten zijn. Samen met haar mooie toucher zorgt dat voor fraaie uitvoeringen, die niettemin ook een tikkeltje monochroom zijn: soms kan je je fraseringen levendiger voorstellen.

 

 

Dramatische Haydn

De keuze voor de Sonate nr 52 van Haydn was interessant, omdat Hewitt daar een andere kant van zichzelf liet zien. Dit stuk heeft een sterk ‘Sturm und Drang’-gehalte en Haydn benadert hier de muziek van Carl Philip Emanuel Bach, die nog grilliger van aard is. In alle drie de delen komen bruuske invallen voor, naast lyrische gedeeltes. De pianiste koos voor een forse, dramatische benadering die goed bij de invallen van Haydn paste. In het Adagio deden dezen aan een flonkerende diamant denken, terwijl het parelende spel en de perfect gespeelde staccatonoten in de linkerhand in de Finale presto herinneringen opriepen aan een precies afgesteld uurwerk.

 

 

Händel en Brahms

Na de pauze speelde de Canadese nogmaals Händel, diens Chaconne in G, die nog wel eens tijdens recitals klinkt. Een aardige keuze, omdat deze ook uit korte variaties bestaat, net als de afsluitende Variaties en fuga op een thema van Händel. Daarnaast komt dit korte stuk pianistisch over en vormde het ook zo een goede overgang naar het laatste programmaonderdeel.                                                                                                                                             De keuze voor de variaties van Brahms kon mij zeer bekoren, omdat het niet alleen een van diens verrukkelijkste composities is, maar ook omdat de componist met een ware caleidoscoop aan invallen en stemmingen het uiterste aan wendbaarheid van de uitvoerende vraagt. Deze moet – en dat klinkt enigszins tegenstrijdig – de variaties in hun verscheidenheid tot een eenheid smeden. Daarvoor zijn een ijzeren greep op het geheel en de kunst om overgangen met elkaar te verbinden nodig. Dat laatste miste ik in de uitvoering van Hewitt. In pianistisch opzicht was haar uitvoering vrijwel smetteloos, al vraag ik me af of Brahms met zijn zware akkoorden (zoals in de variatie nr. 4) helemaal ‘haar kopje thee’ is. Ook hier besteedde ze veel aandacht aan articulatie van vooral de linkerhand en waren er veel momenten waar haar spel rust uitstraalde. Maar in de variaties nr. 13 en 14 waar de liefde van Brahms voor Hongaarse muziek te horen is, misten kracht en ook de laatste variaties, nrs. 23, 24 en 25 waar Brahms de spanning opbouwt, waren mij niet fel genoeg. Hetzelfde gold voor de fuga, die ze in een gematigd tempo speelde. Deze had niet het hemelbestormende karakter die deze variaties zo monumentaal afsluiten, al waren Hewitt’s laatste akkoorden juist wel heel krachtig. Als toegift speelde zij een transcriptie van Bach’s Schafe können sicher weiden, die een prachtig sereen slot van de avond vormde.

Willem Boone

Info:

https://www.tivolivredenburg.nl/agenda/20386637/angela-hewitt-19-01-2025

You May Also Like

De Hangende Tuinen van Babylon

Orkest van de Achttiende Eeuw welluidend en beschaafd

CHANGES – Roctet presenteert nieuwe cd met wereldpremière Theo Loevendie

Een bijzondere avond die niet helemaal op gang wilde komen